101 Marketingvragen juridisch
beantwoord – Tom Heremans
1
,Inhoud
1. Correctie informatie en misleidende reclame....................................................................................6
2. Wat is reclame....................................................................................................................................6
3. Moet een reclameboodschap altijd 100% correct zijn en zo niet, waar ligt dan de grens..................7
4. Als reclame 100% correct is, kan zij dan toch nog misleiden..............................................................7
5. Mag een onderneming bepaalde informatie weglaten uit haar reclame...........................................7
6. Een onderneming mag toch overdrijven in reclame en zichzelf voorstellen als de beste, de slimste
en de mooiste.........................................................................................................................................8
7. Welke consument of klant moet men als richtsnoer nemen om mogelijke misleiding te bepalen, de
zwakke of de gemiddelde.......................................................................................................................8
8. Moet een verkoper altijd de grote voorraad aan goederen hebben voor hij er reclame voor mag
maken.....................................................................................................................................................8
9. Mag een onderneming goederen en diensten gratis weggeven als promotiestunt...........................9
10. Wat moet er begrepen zijn in de prijs die aan de consument wordt voorgesteld? Moet de prijs
altijd in euro zijn.....................................................................................................................................9
11. Welke taal moet een onderneming gebruiken in zijn communicatie...............................................9
12. De wetgever kan nooit alles voorzien. Hoe kan de rechter dan praktijken verbieden die als
oneerlijk worden aangevoeld, maar waar de wetgever nog niet aan gedacht heeft..............................9
13. Vergelijkende reclame....................................................................................................................10
14. Wat is vergelijkende reclame..........................................................................................................10
15. Vergelijkende reclame is toegelaten, maar op welke voorwaarden...............................................10
16. Mag een onderneming zoals een bank zichzelf vergelijken met de andere banken in het algemeen
..............................................................................................................................................................11
17. Mag een onderneming haar wit product vergelijken met het A-merk van een concurrent...........11
18. Vergelijkende reclame mag niet denigrerend zijn, maar is iedere vergelijking niet denigrerend
voor de concurrent...............................................................................................................................11
19. Als vergelijkende reclame objectief moet zijn, moet men dan over een rapport van een
deskundige beschikken om zijn stellingen te bewijzen.........................................................................11
20. Kan men wel smaken vergelijken, want die zijn per definitie subjectief.........................................11
21. Prijsverminderingen en solden.......................................................................................................12
22. Als een verkoper een prijsvermindering aankondigt, hoe kan de consument dan weten of er
vroeger wel een hogere prijs werd toegepast......................................................................................12
23. Hoelang mag een prijsvermindering aangekondigd worden..........................................................12
24. Voor welke goederen en diensten gelden de solden en de sperperiodes......................................12
25. Wanneer beginnen de solden en wanneer beginnen de sperperiodes..........................................13
26. Mag men voor de solden mondeling al kortingen aanbieden (fluistersolden)...............................13
27. Mag een onderneming de sperperiode omzeilen door een korting aan te bieden bij de aankoop
van een tweede goed...........................................................................................................................13
2
,28. Moet een onderneming nog geschenkbonnen aanvaarden na de vervaldag.................................13
29. Aan welke voorwaarden moeten cashback-acties en waardebonnen voldoen..............................14
30. Gezamenlijk aanbod of koppelverkoop..........................................................................................15
31. Mag een onderneming een geschenk geven bij de aankoop van een goed of een dienst..............15
32. Is een gezamenlijk aanbod of koppelverkoop van financiële diensten toegelaten.........................15
33. Wanneer is het toegelaten om een geschenk te geven aan een klant die een andere klant
aanbrengt (Peterschapsactie)...............................................................................................................15
34. Verkoop buiten de onderneming....................................................................................................16
35. Wanneer kan de consument de bijzondere bescherming voor de verkoop op afstand of verkoop
aan huis genieten.................................................................................................................................16
36. Moet een onderneming aan de consument het recht geven om binnen de 14 dagen de aankoop
van een goed of dienst te herroepen...................................................................................................17
37. Heeft de consument het recht om een verkoop te herroepen bij een aankoop op een veilingsite 17
38. Wie betaalt de kosten van terugzending als de consument de aankoop herroept.........................18
39. Wie zijn goederen online bestelt en ze vervolgens gaat afhalen bij de verkoper of in een ander
verdeelpunt, mag die ook zijn aankoop herroepen..............................................................................18
40. Welke vergunningen moet men hebben om van deur tot deur te mogen verkopen.....................18
41. Verkoop met verlies........................................................................................................................19
42. Is verkoop van goederen met verlies verboden..............................................................................19
43. Wat met verkoop met verlies van diensten; mag het IKEA-restaurant een volledige maaltijd
verkopen voor een paar euro...............................................................................................................19
44. Wanneer is er precies sprake van verkoop van verlies...................................................................19
45. Mag men bij de bepaling van eventueel verlies rekening houden met bijdragen van de leverancier
voor reclame en dergelijke...................................................................................................................20
46. Wat met volumekortingen: mogen die in rekening worden gebracht om de verkoop met verlies te
vermijden.............................................................................................................................................20
47. Oude voorraad mag men toch met verlies verkopen.....................................................................20
48. Loterijen, kansspelen & wedstrijden..............................................................................................21
49. Is er een verschil tussen een loterij, een kansspel en een wedstrijd..............................................21
50. Aan welke voorwaarden moeten loterijen voldoen om wettelijk toegelaten te zijn......................21
51. Moeten loterijen gratis zijn of mag men het publiek laten betalen om mee te spelen..................21
52. Aan welke voorwaarden moeten promotionele kansspelletjes voldoen om wettelijk toegelaten te
zijn........................................................................................................................................................21
53. Mag men voor deelname aan een kansspel een vergoeding vragen, bv via sms............................22
54. Mag het toeval geen enkele rol spelen bij een wedstrijd...............................................................22
55. Zijn al die internetspelletjes wel wettelijk in orde..........................................................................22
56. Is het vereist om een beroep te doen op een gerechtsdeurwaarder.............................................23
57. Is een spelreglement vereist en wat moet erin staan.....................................................................23
3
, 58. Is er een beperking voor de waarde van de prijzen en zijn de prijzen aan belastingen
onderworpen........................................................................................................................................23
59. Wie zorgt ervoor dat de wetgeving inzake loterijen en kansspelen wordt nageleefd....................24
60. Auteursrecht...................................................................................................................................25
61. Wat is het auteursrecht en welke creaties beschermt het?...........................................................25
62. Wat zijn de naburige rechten en welke prestaties beschermen zij?...............................................25
63. Welke (economische en morele) rechten heeft de auteur?...........................................................25
64. Mag een exploitant auteursrechtelijke werken wijzigen om ze commercieel beter te kunnen
gebruiken en mag hij de naam van de auteurs weglaten?...................................................................26
65. Tot wie moet ik me wenden voor de toestemming om auteursrechtelijk beschermde werken te
mogen gebruiken?................................................................................................................................26
66. Hoelang en voor welke doeleinden mag men de rechte op foto’s, logo’s, muziek enz. Exploiteren?
..............................................................................................................................................................26
67. Is een onderneming automatisch en voor altijd eigenaar van de creaties gemaakt door haar
werknemers..........................................................................................................................................27
68. Mag een onderneming die werken bestelt bij freelancemedewerkers en de factuur ervoor
betaalt, die werken dan vrij commercialiseren?...................................................................................27
69. Op welke wettelijke uitzonderingen op het auteursrecht kan de marketeer zich beroepen?........27
70. Kan men een onderneming haar ideeën beschermen?..................................................................27
71. Hoe worden knowhow of bedrijfsgeheimen beschermd?..............................................................28
72. Heeft een onderneming rechten op de gegevens over haar klanten, leveranciers, producten enz.
die zij in een databank bewaart?..........................................................................................................28
73. Als er geen intellectueel recht is dat een goed of dienst beschermt, dan mag iedereen het toch
vrij kopiëren?........................................................................................................................................28
74. Merken...........................................................................................................................................30
75. Wat is een merk en welke tekens kunnen als merk gedeponeerd worden?..................................30
76. Waar en hoe kan ik mijn merk laten beschermen?........................................................................30
77. Hoeveel kost de registratie van mijn merk?...................................................................................31
78. Hoe kan ik weten of iemand anders al het merk liet inschrijven of gebruikt?................................31
79. Wie kan oppositie instellen tegen mijn merkdepot en hoe verloopt de procedure?.....................31
80. Wanneer is er sprake van inbreuk op mijn merk?..........................................................................32
81. Mag mijn domeinnaam het merk van een ander bevatten?...........................................................32
82. Wat is een handelsnaam? Mag een derde een handelsnaamgebruiken die overeenstemt met mijn
merk? En omgekeerd?..........................................................................................................................32
83. Mag een onderneming het merk van een concurrent als AdWord gebruiken om te adverteren via
een AdWord-programma?....................................................................................................................33
84. Zijn lookalike-verpakkingen toegelaten?........................................................................................33
85. Wie is verantwoordelijk als er op platformen inbreuk wordt gepleegd op mijn merk?..................33
4
beantwoord – Tom Heremans
1
,Inhoud
1. Correctie informatie en misleidende reclame....................................................................................6
2. Wat is reclame....................................................................................................................................6
3. Moet een reclameboodschap altijd 100% correct zijn en zo niet, waar ligt dan de grens..................7
4. Als reclame 100% correct is, kan zij dan toch nog misleiden..............................................................7
5. Mag een onderneming bepaalde informatie weglaten uit haar reclame...........................................7
6. Een onderneming mag toch overdrijven in reclame en zichzelf voorstellen als de beste, de slimste
en de mooiste.........................................................................................................................................8
7. Welke consument of klant moet men als richtsnoer nemen om mogelijke misleiding te bepalen, de
zwakke of de gemiddelde.......................................................................................................................8
8. Moet een verkoper altijd de grote voorraad aan goederen hebben voor hij er reclame voor mag
maken.....................................................................................................................................................8
9. Mag een onderneming goederen en diensten gratis weggeven als promotiestunt...........................9
10. Wat moet er begrepen zijn in de prijs die aan de consument wordt voorgesteld? Moet de prijs
altijd in euro zijn.....................................................................................................................................9
11. Welke taal moet een onderneming gebruiken in zijn communicatie...............................................9
12. De wetgever kan nooit alles voorzien. Hoe kan de rechter dan praktijken verbieden die als
oneerlijk worden aangevoeld, maar waar de wetgever nog niet aan gedacht heeft..............................9
13. Vergelijkende reclame....................................................................................................................10
14. Wat is vergelijkende reclame..........................................................................................................10
15. Vergelijkende reclame is toegelaten, maar op welke voorwaarden...............................................10
16. Mag een onderneming zoals een bank zichzelf vergelijken met de andere banken in het algemeen
..............................................................................................................................................................11
17. Mag een onderneming haar wit product vergelijken met het A-merk van een concurrent...........11
18. Vergelijkende reclame mag niet denigrerend zijn, maar is iedere vergelijking niet denigrerend
voor de concurrent...............................................................................................................................11
19. Als vergelijkende reclame objectief moet zijn, moet men dan over een rapport van een
deskundige beschikken om zijn stellingen te bewijzen.........................................................................11
20. Kan men wel smaken vergelijken, want die zijn per definitie subjectief.........................................11
21. Prijsverminderingen en solden.......................................................................................................12
22. Als een verkoper een prijsvermindering aankondigt, hoe kan de consument dan weten of er
vroeger wel een hogere prijs werd toegepast......................................................................................12
23. Hoelang mag een prijsvermindering aangekondigd worden..........................................................12
24. Voor welke goederen en diensten gelden de solden en de sperperiodes......................................12
25. Wanneer beginnen de solden en wanneer beginnen de sperperiodes..........................................13
26. Mag men voor de solden mondeling al kortingen aanbieden (fluistersolden)...............................13
27. Mag een onderneming de sperperiode omzeilen door een korting aan te bieden bij de aankoop
van een tweede goed...........................................................................................................................13
2
,28. Moet een onderneming nog geschenkbonnen aanvaarden na de vervaldag.................................13
29. Aan welke voorwaarden moeten cashback-acties en waardebonnen voldoen..............................14
30. Gezamenlijk aanbod of koppelverkoop..........................................................................................15
31. Mag een onderneming een geschenk geven bij de aankoop van een goed of een dienst..............15
32. Is een gezamenlijk aanbod of koppelverkoop van financiële diensten toegelaten.........................15
33. Wanneer is het toegelaten om een geschenk te geven aan een klant die een andere klant
aanbrengt (Peterschapsactie)...............................................................................................................15
34. Verkoop buiten de onderneming....................................................................................................16
35. Wanneer kan de consument de bijzondere bescherming voor de verkoop op afstand of verkoop
aan huis genieten.................................................................................................................................16
36. Moet een onderneming aan de consument het recht geven om binnen de 14 dagen de aankoop
van een goed of dienst te herroepen...................................................................................................17
37. Heeft de consument het recht om een verkoop te herroepen bij een aankoop op een veilingsite 17
38. Wie betaalt de kosten van terugzending als de consument de aankoop herroept.........................18
39. Wie zijn goederen online bestelt en ze vervolgens gaat afhalen bij de verkoper of in een ander
verdeelpunt, mag die ook zijn aankoop herroepen..............................................................................18
40. Welke vergunningen moet men hebben om van deur tot deur te mogen verkopen.....................18
41. Verkoop met verlies........................................................................................................................19
42. Is verkoop van goederen met verlies verboden..............................................................................19
43. Wat met verkoop met verlies van diensten; mag het IKEA-restaurant een volledige maaltijd
verkopen voor een paar euro...............................................................................................................19
44. Wanneer is er precies sprake van verkoop van verlies...................................................................19
45. Mag men bij de bepaling van eventueel verlies rekening houden met bijdragen van de leverancier
voor reclame en dergelijke...................................................................................................................20
46. Wat met volumekortingen: mogen die in rekening worden gebracht om de verkoop met verlies te
vermijden.............................................................................................................................................20
47. Oude voorraad mag men toch met verlies verkopen.....................................................................20
48. Loterijen, kansspelen & wedstrijden..............................................................................................21
49. Is er een verschil tussen een loterij, een kansspel en een wedstrijd..............................................21
50. Aan welke voorwaarden moeten loterijen voldoen om wettelijk toegelaten te zijn......................21
51. Moeten loterijen gratis zijn of mag men het publiek laten betalen om mee te spelen..................21
52. Aan welke voorwaarden moeten promotionele kansspelletjes voldoen om wettelijk toegelaten te
zijn........................................................................................................................................................21
53. Mag men voor deelname aan een kansspel een vergoeding vragen, bv via sms............................22
54. Mag het toeval geen enkele rol spelen bij een wedstrijd...............................................................22
55. Zijn al die internetspelletjes wel wettelijk in orde..........................................................................22
56. Is het vereist om een beroep te doen op een gerechtsdeurwaarder.............................................23
57. Is een spelreglement vereist en wat moet erin staan.....................................................................23
3
, 58. Is er een beperking voor de waarde van de prijzen en zijn de prijzen aan belastingen
onderworpen........................................................................................................................................23
59. Wie zorgt ervoor dat de wetgeving inzake loterijen en kansspelen wordt nageleefd....................24
60. Auteursrecht...................................................................................................................................25
61. Wat is het auteursrecht en welke creaties beschermt het?...........................................................25
62. Wat zijn de naburige rechten en welke prestaties beschermen zij?...............................................25
63. Welke (economische en morele) rechten heeft de auteur?...........................................................25
64. Mag een exploitant auteursrechtelijke werken wijzigen om ze commercieel beter te kunnen
gebruiken en mag hij de naam van de auteurs weglaten?...................................................................26
65. Tot wie moet ik me wenden voor de toestemming om auteursrechtelijk beschermde werken te
mogen gebruiken?................................................................................................................................26
66. Hoelang en voor welke doeleinden mag men de rechte op foto’s, logo’s, muziek enz. Exploiteren?
..............................................................................................................................................................26
67. Is een onderneming automatisch en voor altijd eigenaar van de creaties gemaakt door haar
werknemers..........................................................................................................................................27
68. Mag een onderneming die werken bestelt bij freelancemedewerkers en de factuur ervoor
betaalt, die werken dan vrij commercialiseren?...................................................................................27
69. Op welke wettelijke uitzonderingen op het auteursrecht kan de marketeer zich beroepen?........27
70. Kan men een onderneming haar ideeën beschermen?..................................................................27
71. Hoe worden knowhow of bedrijfsgeheimen beschermd?..............................................................28
72. Heeft een onderneming rechten op de gegevens over haar klanten, leveranciers, producten enz.
die zij in een databank bewaart?..........................................................................................................28
73. Als er geen intellectueel recht is dat een goed of dienst beschermt, dan mag iedereen het toch
vrij kopiëren?........................................................................................................................................28
74. Merken...........................................................................................................................................30
75. Wat is een merk en welke tekens kunnen als merk gedeponeerd worden?..................................30
76. Waar en hoe kan ik mijn merk laten beschermen?........................................................................30
77. Hoeveel kost de registratie van mijn merk?...................................................................................31
78. Hoe kan ik weten of iemand anders al het merk liet inschrijven of gebruikt?................................31
79. Wie kan oppositie instellen tegen mijn merkdepot en hoe verloopt de procedure?.....................31
80. Wanneer is er sprake van inbreuk op mijn merk?..........................................................................32
81. Mag mijn domeinnaam het merk van een ander bevatten?...........................................................32
82. Wat is een handelsnaam? Mag een derde een handelsnaamgebruiken die overeenstemt met mijn
merk? En omgekeerd?..........................................................................................................................32
83. Mag een onderneming het merk van een concurrent als AdWord gebruiken om te adverteren via
een AdWord-programma?....................................................................................................................33
84. Zijn lookalike-verpakkingen toegelaten?........................................................................................33
85. Wie is verantwoordelijk als er op platformen inbreuk wordt gepleegd op mijn merk?..................33
4
