VOLLEDIGE SAMENVATTING
LEZEN, SPELLEN, REKENEN: THERAPIE
I. Smits & A. Lowette
Academiejaar: 2022-2023
,HC 1 en 2 – oriëntatie en algemeen
Zorgcontinuüm in onderwijs
Fase 0: brede basiszorg
Hierbij zal de leerkracht de totale ontwikkeling van alle kids
stimuleren. Hij zorgt voor een krachtige leeromgeving + datgene dat
alle leerlingen nodig hebben om zich te kunnen ontplooien.
De leerkracht probeert ook problemen te voorkomen: hij biedt
preventieve zorg zodat alle leerlingen zich maximaal kunnen
ontplooien.
Volstaat de brede basiszorg niet -> verhoogde zorg.
Fase 1: verhoogde zorg
Het zorgteam van de school bekijkt samen met leerling/ouders/leerkracht hoe de leerling op
school extra zorg kan krijgen. Volgende stappen komen daarbij aan bod:
Verzamelen van info
Bepalen van onderwijs-, opvoedings- en ondersteuningsbehoeften
Plannen, handelen, evalueren: ondersteuning w uitgewerkt/uitgevoerd/ geëvalueerd
Volstaat de verhoogde zorg niet -> uitbreiding v zorg.
Fase 2: uitbreiding van zorg
In deze fase wordt het CLB ingeschakeld. Ze nemen de touwtjes in handen en werken samen
met het schoolteam/leerling/ouders/andere actoren zoals privé logopedisten.
De individuele begeleiding door het CLB kan verschillende vormen aannemen. Zo kan er een
handelingsgericht diagnostisch traject (HGD-traject) opgestart worden. Maar het kan ook
zijn dat info- en adviesverstrekking voldoende is, zonder een HGD-traject. Een andere
mogelijkheid id een kortdurende begeleiding (vb. logo).
Volstaat deze uitbreiding van niet -> IAC.
Fase 3: IAC (Individueel Aangepast Curriculum)
Sommige kids kunnen het GC onvoldoende volgen. Ze hebben specifieke
onderwijsbehoeften waardoor aanpassingen nodig zijn. De leerling krijgt een ander,
persoonlijk aanbod. Dit kan enkel als het CLB een “verslag” opmaakt.
Het traject kan dan op 3 verschillende manieren verdergezet worden:
IAC in de huidige school
GC of IAC in nieuwe school voor gewoon onderwijs
Stap naar het buitengewoon onderwijs (niet: bijzonder onderwijs!)
Binnen de fase van het IAC moet men steeds nagaan of een terugkeer naar GC mogelijk is.
,Uitgangspunt bij diagnostiek: HGD/HGW
De 7 uitgangspunten:
HGW is doelgericht
HGW gaat om wisselwerking en afstemming
Er is een voortdurende wisselwerking tussen de cliënt en zijn omgeving.
De omgeving: onderwijsleersituatie + opvoedingssituatie. Binnen de onderwijsleersituatie
bekijken de houding tussen leerling-leerkracht, de klasgroep… Binnen de opvoedingssituatie
hebben we oog voor de relatie met de ouders/opvoeders, hun emoties/cognities, visie op
opvoeding…
We streven een goede afstemming/match na tussen datgene dat de leerling nodig heeft en
datgene dat de omgeving aanbiedt.
Onderwijs- en opvoedingsbehoeften staan centraal -> ‘wat heeft de cliënt nodig’?
Leerkrachten en ouders maken het verschil
Leerkrachten leveren een grote bijdrage door passend onderwijs te geven. Ouders zijn de
experts want ze kennen hun kind het beste. Maar ook zij kunnen vragen hebben over hun
opvoeding. Enerzijds kunnen we door ouderbegeleiding de cognities/emoties rond het
probleem wijzigen + we kunnen ouders opleiden als co-therapeut.
Positieve aspecten van de cliënt/leerkracht/ouders zijn van groot belang
Tijdens het onderzoek gaan we op zoek naar positieve vaardigheden/eigenschappen
/capaciteiten... zodat we deze later kunnen benutten bij het uitwerken van onze adviezen.
De betrokkenen werken constructief samen
Iedere partner in het diagnostisch proces (cliënt, ouders, leerkracht, logopedist …) heeft zijn eigen
deskundigheid/verantwoordelijkheid. Vanaf intake zijn communicatie en samenwerking bel!
De werkwijze is systematisch en transparant
We gaan systematisch te werk: we voeren achtereenvolgens verschillende fasen uit.
Iedereen moet steeds weten waar hij zich bevindt in het proces. Deze transparante manier
van werken schept duidelijkheid voor alle betrokkenen.
HGD: de 5 fasen in het diagnostisch proces
Het diagnostisch traject omvat 5 fasen:
Intakefase:
We ontleden de hulpvraag + informatie
verzamelen + beeld krijgen van het totaal functioneren + start de cliënt-therapeutrelatie.
Strategiefase:
We stellen een voorlopige probleemsamenhang op en beslissen of we al dan niet voldoende
info hebben om de hulpvraag te beantwoorden.
Er gebeurt een keuze vd onderzoeksinstrumenten. Deze selecteren we obv cliëntgegevens
(bv. leeftijd) + testgegevens: doel en doelgroep van test, psychometrische waarden:
validiteit/betrouwbaarheid/normering, steunt op recente theorieën.
, Onderzoeksfase:
Hier worden de tests afgenomen. We
komen te weten wat én waarom het misloopt om te komen tot goede adviezen: wat gaan
we hieraan doen + hoe.
Pijlers bij kwalitatieve interpretatie: tempo (automatisatie), accuratesse en strategie.
Integratie-/aanbevelingsfase:
Hier legt men alle gegevens samen. De voorlopige probleemsamenhang wordt nu aangevuld
met de onderzoeksgegevens. We stellen nu enkele aanbevelingen.
Adviesfase:
Tijdens het adviesgesprek worden de bevindingen van onderzoek toegelicht (advies op maat) +
worden de aanbevelingen voorgelegd. Als logopedische therapie zal opgestart worden,
bezorgt de logo de ouders ook een bilan. Dit is een verslag voor de adviserend geneesheer
van het ziekenfonds dat moet voldoen aan strikte voorwaarden.
Algemeen therapie LSR
Doel van therapie:
De leerproblemen aanpakken obv de analyse vd ernst/aard/achtergrond van het
leerprobleem. Men moet ook de beïnvloedende factoren aanpakken. Zorg dat cliënt zich
bewust is van probleem en eigen functioneren.
Logopedische behandeling = orthodidactische behandeling:
Dit is het totale en continu wijzigende proces van (in)directe hulpverlening met als doel de
beperkingen die voortkomen uit een, met voldoende zekerheid te verwachten (ernstig),
leerprobleem zoveel mogelijk te voorkomen/reduceren/compenseren obv wetenschappelijk
kennis.
Continu wijzigende proces:
De therapie, en dus ook het behandelplan, wijzigt continu.
Totale proces:
Er moet rekening gehouden worden met cliëntkenmerken zoals
emoties/cognities mbt de leerproblemen en de onderliggende cognitieve
vaardigheden. Er moet ook rekening gehouden worden met de omgeving zoals
de emoties/cognities van bv. de ouders.
(In)directe hulpverlening:
De directe hulpverlening (vb. leren LSR) in een één-op-één-situatie. De indirecte
hulpverlening houdt in dat je met contact hebt met derden (vb. juf over rekenmethode van cliënt).
Beperkingen voorkomen:
We gaan preventief handelen om beperkingen in LSR te voorkomen.
LEZEN, SPELLEN, REKENEN: THERAPIE
I. Smits & A. Lowette
Academiejaar: 2022-2023
,HC 1 en 2 – oriëntatie en algemeen
Zorgcontinuüm in onderwijs
Fase 0: brede basiszorg
Hierbij zal de leerkracht de totale ontwikkeling van alle kids
stimuleren. Hij zorgt voor een krachtige leeromgeving + datgene dat
alle leerlingen nodig hebben om zich te kunnen ontplooien.
De leerkracht probeert ook problemen te voorkomen: hij biedt
preventieve zorg zodat alle leerlingen zich maximaal kunnen
ontplooien.
Volstaat de brede basiszorg niet -> verhoogde zorg.
Fase 1: verhoogde zorg
Het zorgteam van de school bekijkt samen met leerling/ouders/leerkracht hoe de leerling op
school extra zorg kan krijgen. Volgende stappen komen daarbij aan bod:
Verzamelen van info
Bepalen van onderwijs-, opvoedings- en ondersteuningsbehoeften
Plannen, handelen, evalueren: ondersteuning w uitgewerkt/uitgevoerd/ geëvalueerd
Volstaat de verhoogde zorg niet -> uitbreiding v zorg.
Fase 2: uitbreiding van zorg
In deze fase wordt het CLB ingeschakeld. Ze nemen de touwtjes in handen en werken samen
met het schoolteam/leerling/ouders/andere actoren zoals privé logopedisten.
De individuele begeleiding door het CLB kan verschillende vormen aannemen. Zo kan er een
handelingsgericht diagnostisch traject (HGD-traject) opgestart worden. Maar het kan ook
zijn dat info- en adviesverstrekking voldoende is, zonder een HGD-traject. Een andere
mogelijkheid id een kortdurende begeleiding (vb. logo).
Volstaat deze uitbreiding van niet -> IAC.
Fase 3: IAC (Individueel Aangepast Curriculum)
Sommige kids kunnen het GC onvoldoende volgen. Ze hebben specifieke
onderwijsbehoeften waardoor aanpassingen nodig zijn. De leerling krijgt een ander,
persoonlijk aanbod. Dit kan enkel als het CLB een “verslag” opmaakt.
Het traject kan dan op 3 verschillende manieren verdergezet worden:
IAC in de huidige school
GC of IAC in nieuwe school voor gewoon onderwijs
Stap naar het buitengewoon onderwijs (niet: bijzonder onderwijs!)
Binnen de fase van het IAC moet men steeds nagaan of een terugkeer naar GC mogelijk is.
,Uitgangspunt bij diagnostiek: HGD/HGW
De 7 uitgangspunten:
HGW is doelgericht
HGW gaat om wisselwerking en afstemming
Er is een voortdurende wisselwerking tussen de cliënt en zijn omgeving.
De omgeving: onderwijsleersituatie + opvoedingssituatie. Binnen de onderwijsleersituatie
bekijken de houding tussen leerling-leerkracht, de klasgroep… Binnen de opvoedingssituatie
hebben we oog voor de relatie met de ouders/opvoeders, hun emoties/cognities, visie op
opvoeding…
We streven een goede afstemming/match na tussen datgene dat de leerling nodig heeft en
datgene dat de omgeving aanbiedt.
Onderwijs- en opvoedingsbehoeften staan centraal -> ‘wat heeft de cliënt nodig’?
Leerkrachten en ouders maken het verschil
Leerkrachten leveren een grote bijdrage door passend onderwijs te geven. Ouders zijn de
experts want ze kennen hun kind het beste. Maar ook zij kunnen vragen hebben over hun
opvoeding. Enerzijds kunnen we door ouderbegeleiding de cognities/emoties rond het
probleem wijzigen + we kunnen ouders opleiden als co-therapeut.
Positieve aspecten van de cliënt/leerkracht/ouders zijn van groot belang
Tijdens het onderzoek gaan we op zoek naar positieve vaardigheden/eigenschappen
/capaciteiten... zodat we deze later kunnen benutten bij het uitwerken van onze adviezen.
De betrokkenen werken constructief samen
Iedere partner in het diagnostisch proces (cliënt, ouders, leerkracht, logopedist …) heeft zijn eigen
deskundigheid/verantwoordelijkheid. Vanaf intake zijn communicatie en samenwerking bel!
De werkwijze is systematisch en transparant
We gaan systematisch te werk: we voeren achtereenvolgens verschillende fasen uit.
Iedereen moet steeds weten waar hij zich bevindt in het proces. Deze transparante manier
van werken schept duidelijkheid voor alle betrokkenen.
HGD: de 5 fasen in het diagnostisch proces
Het diagnostisch traject omvat 5 fasen:
Intakefase:
We ontleden de hulpvraag + informatie
verzamelen + beeld krijgen van het totaal functioneren + start de cliënt-therapeutrelatie.
Strategiefase:
We stellen een voorlopige probleemsamenhang op en beslissen of we al dan niet voldoende
info hebben om de hulpvraag te beantwoorden.
Er gebeurt een keuze vd onderzoeksinstrumenten. Deze selecteren we obv cliëntgegevens
(bv. leeftijd) + testgegevens: doel en doelgroep van test, psychometrische waarden:
validiteit/betrouwbaarheid/normering, steunt op recente theorieën.
, Onderzoeksfase:
Hier worden de tests afgenomen. We
komen te weten wat én waarom het misloopt om te komen tot goede adviezen: wat gaan
we hieraan doen + hoe.
Pijlers bij kwalitatieve interpretatie: tempo (automatisatie), accuratesse en strategie.
Integratie-/aanbevelingsfase:
Hier legt men alle gegevens samen. De voorlopige probleemsamenhang wordt nu aangevuld
met de onderzoeksgegevens. We stellen nu enkele aanbevelingen.
Adviesfase:
Tijdens het adviesgesprek worden de bevindingen van onderzoek toegelicht (advies op maat) +
worden de aanbevelingen voorgelegd. Als logopedische therapie zal opgestart worden,
bezorgt de logo de ouders ook een bilan. Dit is een verslag voor de adviserend geneesheer
van het ziekenfonds dat moet voldoen aan strikte voorwaarden.
Algemeen therapie LSR
Doel van therapie:
De leerproblemen aanpakken obv de analyse vd ernst/aard/achtergrond van het
leerprobleem. Men moet ook de beïnvloedende factoren aanpakken. Zorg dat cliënt zich
bewust is van probleem en eigen functioneren.
Logopedische behandeling = orthodidactische behandeling:
Dit is het totale en continu wijzigende proces van (in)directe hulpverlening met als doel de
beperkingen die voortkomen uit een, met voldoende zekerheid te verwachten (ernstig),
leerprobleem zoveel mogelijk te voorkomen/reduceren/compenseren obv wetenschappelijk
kennis.
Continu wijzigende proces:
De therapie, en dus ook het behandelplan, wijzigt continu.
Totale proces:
Er moet rekening gehouden worden met cliëntkenmerken zoals
emoties/cognities mbt de leerproblemen en de onderliggende cognitieve
vaardigheden. Er moet ook rekening gehouden worden met de omgeving zoals
de emoties/cognities van bv. de ouders.
(In)directe hulpverlening:
De directe hulpverlening (vb. leren LSR) in een één-op-één-situatie. De indirecte
hulpverlening houdt in dat je met contact hebt met derden (vb. juf over rekenmethode van cliënt).
Beperkingen voorkomen:
We gaan preventief handelen om beperkingen in LSR te voorkomen.
