Juridische aspecten
EXAMEN:
- Balans: berekenen factiewaarde/intrinsieke waarde. Kan de vennootschap winst uitkeren? Is je
antwoord anders als je van een bv naar een nv gaat,… (8/20)
- Begripsvragen, conceptuele vragen: bespreek (asset deal, share deal, asset share,
aansprakelijkheid, vergelijk vzw met vennootschap,…)
- Hoe dieper je antwoord, hoe beter!
- Artikels mag je geven, maar niet verplicht. Kan wel helpen!!
Inhoudsopgave
1 Inleiding ................................................................................................................................................. 3
1.1 Welke vennootschappen? ...................................................................................................................... 3
1.2 Wat is het nut van een vennootschap? .................................................................................................. 3
2 Revolutie binnen het vennootschapsrecht .............................................................................................. 3
3 Algemeen opzet...................................................................................................................................... 4
4 De vennootschap versus de vereniging ................................................................................................... 6
5 De vennootschaps- en de verenigingsvormen ......................................................................................... 7
6 Gemeenschappelijke regels voor rechtspersonen (BOEK 2) ................................................................... 11
7 Maatschap, VOF, CommV (boek 4)........................................................................................................ 14
8 De BV als standaardvennootschap ........................................................................................................ 15
8.1 De BVBA vervelt tot de BV.................................................................................................................... 15
8.2 Boek 5: De oprichting van de BV .......................................................................................................... 15
8.3 Boek 5 – effecten in de BV.................................................................................................................... 17
8.4 Boek 5 – bestuur in de BV .................................................................................................................... 17
8.5 Algemene vergadering in de BV ........................................................................................................... 19
8.6 Het vermogen van de BV...................................................................................................................... 20
8.7 Uitkeringen in de BV – voorbeelden – het nieuwe systeem ................................................................. 21
8.8 Boek 5 – de alarmbelprocedure ........................................................................................................... 22
9 Boek 7 - De NV als de gesofisticeerde samenwerkingsvorm .................................................................. 23
9.1 De oprichting van de NV ...................................................................................................................... 23
9.2 Effecten in de NV .................................................................................................................................. 24
9.3 Overdracht van aandelen in de NV ...................................................................................................... 24
9.4 Bestuur in de NV .................................................................................................................................. 24
1
, 9.5 boek 7 – algemene vergadering in de NV ............................................................................................ 26
9.6 Boek 7 – winstuitkering ........................................................................................................................ 26
9.7 Alarmbelprocedure in de NV ................................................................................................................ 27
10 Oefeningen....................................................................................................................................... 28
11 M&A - Het belang van een goed contract bij een bedrijfsovername.................................................. 35
11.1 Mogelijke technieken voor een bedrijfsovername ............................................................................... 35
11.2 Risico’s ................................................................................................................................................. 36
11.3 Due diligence........................................................................................................................................ 36
11.4 Bescherming van de koper ................................................................................................................... 38
11.4.1 Gemeen recht ............................................................................................................................. 38
11.4.2 Contractuele bescherming .......................................................................................................... 39
11.5 Besluit .................................................................................................................................................. 41
2
,1 Inleiding
1.1 Welke vennootschappen?
• BV besloten vennootschap
• NV naamloze vennootschap
• VOF vennootschap onder firma
• CV coöperatieve vennootschap
o CVOA met onbeperkte aansprakelijkheid
o CVBA met beperkte aansprakelijkheid
• Maatschap
• GCV commanditaire vennootschap
1.2 Wat is het nut van een vennootschap?
• Rechtspersoonlijkheid (maatschap niet)
• Beperkte aansprakelijkheid: bij BV en NV in principe. In ruil hiervoor moet je voldoende in een
‘potje’ steken van de vennootschap
• Maatschap geen beperkt aansprakelijkheid
• Fiscaliteit: keuze van welke vennootschap je kiest gaat gepaard met fiscaliteit.
Wat is nu eigenlijk (de definitie van) een vennootschap (art. 1:1 WVV):
• rechtshandeling
• door één of meer personen (vennoten)
• die een inbreng doen (iets geld waardeerbaar leveren/ bij de maatschap kan je ook met arbeid
inbreng doen)
• met een eigen vermogen
• voorwerp (ex doel): één of meer welbepaalde activiteiten
• doel (ex oogmerk): rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel voor de vennoten
Verschil met vz (vereniging zonder winstoogmerk): “ze mogen geen winstmaken” à dit is fout! Ze
mogen zoveel winst maken als ze willen maar ze moeten dit gebruiken voor hun eigen vzw/goede doel.
Ze mogen de winst die ze maken nooit verdelen tussen de leden.
2 Revolutie binnen het vennootschapsrecht
• Ontstaan BCV (Belgisch centrum voor vennootschapsrecht) en eerste voorstellen in lente 2014
• Regering Michel I – Koen Geens wordt minister van justitie – ondernemingsrecht in brede zin
wordt op de politieke agenda geplaatst
• BCV blijft klankbord; 4 experten nemen het voortouw - toetsing bij talloze belanghebbenden
• Wetsontwerp ingediend in juni 2018, na eerste advies Raad van State
• Parlementaire behandeling in juli 2018 opgeschort voor zomer reces en in afwachting van
tweede advies Raad van State
• De wet van 23 maart 2019 werd op 4 april 2019 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.
• Vanaf 1 mei 2019 wordt het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen
stapsgewijs van toepassing.
3
, 3 Algemeen opzet
Context
• Basis van W.Venn.: 1873 – 1935 (°PVBA en CV)
• Belangrijke wijzigingen zonder veel aandacht voor het geheel:
o Omzetting Europese richtlijnen
§ 1973: 1e richtlijn
§ 1984: 2e richtlijn (NV én BVBA (cfr. “goldplating”); 1991: gedeeltelijke
uitbreiding naar CVBA die vluchtvennootschap was geworden)
§ 1993: fusie en splitsing
§ 2010: aandeelhoudersrechten (genoteerde vennootschappen)
§ 2016: OOB’s (financiële informatie, controle en audit)
o Belgische “interventies” (vnl. in (genoteerde) NV)
§ 1991
§ 1995
§ 2002 (corporate governance wet)
§ 2010 (vergoeding in genoteerde vennootschappen)
§ 2010 (S-BVBA)
§ Doorlopend sinds 2006: ontbinding & vereffening
• Van VZW-wet (1921) naar V&S-wet (vnl. 2002)
• Europese ontwikkelingen
o Motor van de harmonisatie sputtert zwaar sinds het einde van de jaren
o NV relatief sterk geharmoniseerd na 1e en 2e richtlijn (nu codificatierichtlijn)
o Herhaalde maar vergeefse pogingen om ook de BV(BA) te harmoniseren
o Nadruk ligt vandaag veel meer op genoteerde vennootschappen en op financiële
wereld
• Het WVV wil vereenvoudigen, moderniseren, systematiseren en flexibiliseren
• Drie krachtlijnen:
1. Vereenvoudiging
o Geen onderscheid meer tussen burgerlijke & handelsvennootschappen
o Herafbakening vennootschap & vereniging en inkanteling verenigingsrecht in het
vennootschapsrecht
o Hertekening van het landschap van de genoteerde vennootschappen
o Beperking van het aantal vennootschaps- en verenigingsvormen
o Reductie van de strafbepalingen: is er een afdoende burgerlijke sanctie (bv. nietigheid,
aansprakelijkheid)?
à bij een NV doet het er niet toe met wie je onderneemt maar je doet het omwille van het
oogmerk en het vermogensoordeel. Doel is alleen ‘centen’. à kapitaalvennootschappen
à bij een BV doet dit er wel toe, typisch voor familiebedrijven. Stel je koopt aandelen maar je
wilt hieruit dan stopt de vennootschap met bestaan. De algemene regel is: alles moet worden
stopgezet, ieder moet zijn inbreng teruggeven. à personenvennootschappen
2. Flexibilisering
o Reductie van het aantal dwingende bepalingen
o Gevolg:
4
EXAMEN:
- Balans: berekenen factiewaarde/intrinsieke waarde. Kan de vennootschap winst uitkeren? Is je
antwoord anders als je van een bv naar een nv gaat,… (8/20)
- Begripsvragen, conceptuele vragen: bespreek (asset deal, share deal, asset share,
aansprakelijkheid, vergelijk vzw met vennootschap,…)
- Hoe dieper je antwoord, hoe beter!
- Artikels mag je geven, maar niet verplicht. Kan wel helpen!!
Inhoudsopgave
1 Inleiding ................................................................................................................................................. 3
1.1 Welke vennootschappen? ...................................................................................................................... 3
1.2 Wat is het nut van een vennootschap? .................................................................................................. 3
2 Revolutie binnen het vennootschapsrecht .............................................................................................. 3
3 Algemeen opzet...................................................................................................................................... 4
4 De vennootschap versus de vereniging ................................................................................................... 6
5 De vennootschaps- en de verenigingsvormen ......................................................................................... 7
6 Gemeenschappelijke regels voor rechtspersonen (BOEK 2) ................................................................... 11
7 Maatschap, VOF, CommV (boek 4)........................................................................................................ 14
8 De BV als standaardvennootschap ........................................................................................................ 15
8.1 De BVBA vervelt tot de BV.................................................................................................................... 15
8.2 Boek 5: De oprichting van de BV .......................................................................................................... 15
8.3 Boek 5 – effecten in de BV.................................................................................................................... 17
8.4 Boek 5 – bestuur in de BV .................................................................................................................... 17
8.5 Algemene vergadering in de BV ........................................................................................................... 19
8.6 Het vermogen van de BV...................................................................................................................... 20
8.7 Uitkeringen in de BV – voorbeelden – het nieuwe systeem ................................................................. 21
8.8 Boek 5 – de alarmbelprocedure ........................................................................................................... 22
9 Boek 7 - De NV als de gesofisticeerde samenwerkingsvorm .................................................................. 23
9.1 De oprichting van de NV ...................................................................................................................... 23
9.2 Effecten in de NV .................................................................................................................................. 24
9.3 Overdracht van aandelen in de NV ...................................................................................................... 24
9.4 Bestuur in de NV .................................................................................................................................. 24
1
, 9.5 boek 7 – algemene vergadering in de NV ............................................................................................ 26
9.6 Boek 7 – winstuitkering ........................................................................................................................ 26
9.7 Alarmbelprocedure in de NV ................................................................................................................ 27
10 Oefeningen....................................................................................................................................... 28
11 M&A - Het belang van een goed contract bij een bedrijfsovername.................................................. 35
11.1 Mogelijke technieken voor een bedrijfsovername ............................................................................... 35
11.2 Risico’s ................................................................................................................................................. 36
11.3 Due diligence........................................................................................................................................ 36
11.4 Bescherming van de koper ................................................................................................................... 38
11.4.1 Gemeen recht ............................................................................................................................. 38
11.4.2 Contractuele bescherming .......................................................................................................... 39
11.5 Besluit .................................................................................................................................................. 41
2
,1 Inleiding
1.1 Welke vennootschappen?
• BV besloten vennootschap
• NV naamloze vennootschap
• VOF vennootschap onder firma
• CV coöperatieve vennootschap
o CVOA met onbeperkte aansprakelijkheid
o CVBA met beperkte aansprakelijkheid
• Maatschap
• GCV commanditaire vennootschap
1.2 Wat is het nut van een vennootschap?
• Rechtspersoonlijkheid (maatschap niet)
• Beperkte aansprakelijkheid: bij BV en NV in principe. In ruil hiervoor moet je voldoende in een
‘potje’ steken van de vennootschap
• Maatschap geen beperkt aansprakelijkheid
• Fiscaliteit: keuze van welke vennootschap je kiest gaat gepaard met fiscaliteit.
Wat is nu eigenlijk (de definitie van) een vennootschap (art. 1:1 WVV):
• rechtshandeling
• door één of meer personen (vennoten)
• die een inbreng doen (iets geld waardeerbaar leveren/ bij de maatschap kan je ook met arbeid
inbreng doen)
• met een eigen vermogen
• voorwerp (ex doel): één of meer welbepaalde activiteiten
• doel (ex oogmerk): rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel voor de vennoten
Verschil met vz (vereniging zonder winstoogmerk): “ze mogen geen winstmaken” à dit is fout! Ze
mogen zoveel winst maken als ze willen maar ze moeten dit gebruiken voor hun eigen vzw/goede doel.
Ze mogen de winst die ze maken nooit verdelen tussen de leden.
2 Revolutie binnen het vennootschapsrecht
• Ontstaan BCV (Belgisch centrum voor vennootschapsrecht) en eerste voorstellen in lente 2014
• Regering Michel I – Koen Geens wordt minister van justitie – ondernemingsrecht in brede zin
wordt op de politieke agenda geplaatst
• BCV blijft klankbord; 4 experten nemen het voortouw - toetsing bij talloze belanghebbenden
• Wetsontwerp ingediend in juni 2018, na eerste advies Raad van State
• Parlementaire behandeling in juli 2018 opgeschort voor zomer reces en in afwachting van
tweede advies Raad van State
• De wet van 23 maart 2019 werd op 4 april 2019 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.
• Vanaf 1 mei 2019 wordt het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen
stapsgewijs van toepassing.
3
, 3 Algemeen opzet
Context
• Basis van W.Venn.: 1873 – 1935 (°PVBA en CV)
• Belangrijke wijzigingen zonder veel aandacht voor het geheel:
o Omzetting Europese richtlijnen
§ 1973: 1e richtlijn
§ 1984: 2e richtlijn (NV én BVBA (cfr. “goldplating”); 1991: gedeeltelijke
uitbreiding naar CVBA die vluchtvennootschap was geworden)
§ 1993: fusie en splitsing
§ 2010: aandeelhoudersrechten (genoteerde vennootschappen)
§ 2016: OOB’s (financiële informatie, controle en audit)
o Belgische “interventies” (vnl. in (genoteerde) NV)
§ 1991
§ 1995
§ 2002 (corporate governance wet)
§ 2010 (vergoeding in genoteerde vennootschappen)
§ 2010 (S-BVBA)
§ Doorlopend sinds 2006: ontbinding & vereffening
• Van VZW-wet (1921) naar V&S-wet (vnl. 2002)
• Europese ontwikkelingen
o Motor van de harmonisatie sputtert zwaar sinds het einde van de jaren
o NV relatief sterk geharmoniseerd na 1e en 2e richtlijn (nu codificatierichtlijn)
o Herhaalde maar vergeefse pogingen om ook de BV(BA) te harmoniseren
o Nadruk ligt vandaag veel meer op genoteerde vennootschappen en op financiële
wereld
• Het WVV wil vereenvoudigen, moderniseren, systematiseren en flexibiliseren
• Drie krachtlijnen:
1. Vereenvoudiging
o Geen onderscheid meer tussen burgerlijke & handelsvennootschappen
o Herafbakening vennootschap & vereniging en inkanteling verenigingsrecht in het
vennootschapsrecht
o Hertekening van het landschap van de genoteerde vennootschappen
o Beperking van het aantal vennootschaps- en verenigingsvormen
o Reductie van de strafbepalingen: is er een afdoende burgerlijke sanctie (bv. nietigheid,
aansprakelijkheid)?
à bij een NV doet het er niet toe met wie je onderneemt maar je doet het omwille van het
oogmerk en het vermogensoordeel. Doel is alleen ‘centen’. à kapitaalvennootschappen
à bij een BV doet dit er wel toe, typisch voor familiebedrijven. Stel je koopt aandelen maar je
wilt hieruit dan stopt de vennootschap met bestaan. De algemene regel is: alles moet worden
stopgezet, ieder moet zijn inbreng teruggeven. à personenvennootschappen
2. Flexibilisering
o Reductie van het aantal dwingende bepalingen
o Gevolg:
4