Vooroorlogse conflict
1715-94: Oostenrijkse periode
eerste stappen van Maria Theresia naar eengemaakt onderwijssysteem
1815-30: Nederlandse periode
• geen vrije middelbare scholen
• jezuïtencolleges -> staatscolleges
• uitbouwing net openbare lagere scholen
• priesteropleiding uit handen van kerkelijke hiërarchie: Theologische Faculteit -> Filosofisch
College
• bijdrage van katholieken aan Belgische onafhankelijksstrijd
• brijdrage liberalen vanwege censuur en repressie van Willem I tegen politieke
tegenstanders
1831: Grondwet
• ongelimiteerde onderwijsvrijheid
• geen beperkingen van staat voor kerkelijk of particulier initiatief
1842: organieke wet lager onderwijs
= wet-Nothomb
• kader lager onderwijs
• stimuleren lagere overheden tot voeren van educatief beleid
1850: organieke wet middelbaar onderwijs
• ook staat als inrichtende macht
• katholieke kerk aanvaardde geconfessionaliseerd openbaar onderwijs naast vrij onderwijs
• vrij onderwijs: niet gesubsidieerd, wel studiemechanisme van 'gemeentelijke aanneming'
• gemeente kon vrije scholen patroneren en op die basis subsidieren
• gemeente hield toezicht
1878-84: regering-Frère-Orban
aanleiding eerste schoolstrijd (conflict tss katholieke wereld en staatsonderwijs)
aanpassing organieke wet lager onderwijs:
• minder invloed van de kerk op gemeentescholen
• godsdienst geschrapt als officieel vak (wel als keuzevak)
• lk erkend diploma nodig
• handboeken & leerprogramma’s uitsluitend aan staatscontrole
• uitbreiding # gemeentescholen
1884: wet-Jacobs
• uitbreiding # katholieke lagere scholen
• opnieuw verplichte gosdienstles in gemeenteonderwijs
• herstelling van gemeentelijke aanneming van scholen & staatssubsidies voor
aannneembare scholen (scholen voldeden aan de voorwaarden om gepatroneerd te
worden door gemeente, maar waren het niet) => basis voor meer uitgebouwd &
geïntegreerd subsidiebeleid van vrije scholen
, 1914: wet-Poullet
• leerplicht tot 14 jaar
• staatscontrole op lesprogramma's
• verplichting diploma leerkrachten
1918: regering-Delacroix
invoering algemeen enkelvoudig stemrecht
coalitieregeringen nodig
1925-26: regering-Poullet-Vandervelde
1926-27: regering-Jaspar
Camille Huysmans => minister van Kunsten en Wetenschappen (inc. onderwijs)
• toevoeging van voorbereidende en technische afdeling aan rijksmiddelbare scholen
=> verontrusting bij geestelijken, hun mening:
• enkel rijksonderwijs oprichten waar er geen andere scholen voorhanden waren
• rijkonderwijs heeft suppletief/aanvullend karakter
Schoolpact 1958
visies katholieke kerk vs vrijzinnigen
Belgische bisschoppen:
• rijksonderwijs enkel suppletief (waar kerk niet kon of wou)
• kinderen ook in rijksonderwijs katholieke les
vrijzinnigen:
• iedereen recht op neutraal onderwijs dat openstaat voor alle kinderen (verantwoordelijkheid
vd staat)
• katholieke scholen mogen er zijn maar moeten zelf bekostigd worden
• katholieken argumenteren dat ze 2 keer betalen: een keer belastingen (waarmee de staat
onderwijs bekostigd) en eigen onderwijs bekostigen
CVP & minister Pierre Harmel
CVP = Christelijke Volkspartij
1945-47: regeringen zonder CVP
na WOII: onderwijsexpansie => meer kinderen stromen door naar middelbaar onderwijs
minder bemiddelde ouders sturen kinderen naar rijksonderwijs, want was vrijwel gratis
• veel rijksscholen gesticht
• in principe moesten rijksmiddelbare scholen schoolgeld vragen, maar veel ouders
werden vrijgesteld
• vrije katholieke middelbare scholen konden niet anders dan schoolgeld vragen, want
hadden geen/onvoldoende subsidies
1949-50: rooms-blauwe regering
1950-54: 3 homogene CVP-regeringen
Pierre Harmel: minister van Openbaar Onderwijs
zijn doel: ontwikkeling vh vrij onderwijs bevorderen
, 1950: subsidiëringsprobleem
60 miljoen euro inschrijven in begroting voor toelage vrij middelbaar onderwijs (1/4de van
budget rijksonderwijs)
• eerste jaren middelbaar onderwijs kosteloos maken
• leerplicht tot 15 jaar
=> onaanvaardbaar voor katholieken, zij wilden vaste som per lln
ze krijgen hun zin (€870 per lln) op 2 voorwaarden:
• vermindering schoolgeld gevraagd van ouders
• salarissen lekenleerkrachten opgetrokken
=> verzet van antiklerikaal front
definitieve subsidieregeling: Harmel wou modus vivendi met bisschoppen => niet gelukt:
• standpunt Harmel: aanvaarding 2 netten; vij en neutraal officieel onderwijs
• reactie bisschoppen: openbaar onderijs hoeft niet neutraal te zijn
1952: organieke wet middelbaar onderwijs Harmel
• financiële steun aan vrij onderwijs obv # lln
• lekenpersoneel: verplichting diploma + zelfde uitbetaling als personeel rijksscholen
• oprichting gemengde commissies (vertegenwoordigd door vrij-en rijksonderwijs) om
advies aan minister te geven over:
• leerprogramma's
• oprichting rijksscholen
• erkenning (en subsidiëring) vrije scholen
1953: organieke wet technisch- en beroepsonderwijs
enkel rijkstechnische school oprichten als er geen andere instelling was
=> vrij onderwijs richtte snel katholieke scholen op en zo waren rijkstechnische scholen
overbodig en verboden
onderwijsminister Léo Collard
Franstalige socialist, minster van 1954-58
algemeen:
• groei # rijkstechnische scholen (door oprichting nieuwe scholen & overname provinciale en
gemeentelijke technische scholen)
• verdubbeling aandeel rijksonderwijs
• daling aandeel vrij onderwijs
1954: ontslagen
ontslag van 100tal leerkrachten uit rijksonderwijs met diploma uit vrij onderwijs
1955: wet-Collard
• afschaffing gemende commissies
• staat kreeg ongelimiteerd recht om scholen op te richten waar dat nodig was
• subsidiëring vrij middelbaar onderwijs vereenvoudigd en verminderd + beperkingen
lagere overheden
• enkel lonen voor leerkrachten; toelage voor werking en uitrustig afgeschaft
• uitbetaling rechtstreeks aan onderwijzend personeel
• lonen leerkrachten vrij onderwijs en rijksonderwijs gelijkgesteld
• geestelijken slechts 50% van lonen rijksonderwijs
• enkel loon voor leerkrachten met vereist diploma
• afschaffing suppletiviteitsprincipe technisch onderwijs van Harmel