Samenvatting week 5 ZHBIII

ZHBIII Samenvatting week 5
Februari 2021

Inhoudsopgave
HC Persoonlijkheidsstoornissen..........................................................................................................2
HC Jeugdpsychiatrie............................................................................................................................6
WC Psychiatrie 1: Autismespectrumstoornis en angststoornissen.....................................................9
WC2 ADHD en gedragsstoornissen...................................................................................................17
HC De heterogeniteit van het psychisch functioneren.....................................................................23




1

,HC Persoonlijkheidsstoornissen
Persoonlijkheidsstoornissen

 Stoornis van de persoonlijkheid
 Persoonlijkheid is wat je bent, alles wat je gekenmerkt
 Temperament = waar mee je wordt geboren
Heftig of rustig temperament
Introvert of extrovert
Blijft het hele leven
 Dingen die je meemaakt, kleuren ook je persoonlijkheid. Verkregen deel.
 Dus aangeboren + verkregen deel
 Stoornis? Wat is een stoornis?
Je spreekt pas van een stoornis als je er ernstig onder lijdt of ernstig door disfunctioneert.
Significant lijden of disfunctioneren. Vaak als jijzelf of de omgeving denkt ‘dit kan zo niet
langer’.
 Een persoon met een persoonlijkheidsstoornis neemt bij de huisarts veel meer tijd in beslag.
 Persoonlijkheidsstoornis = als je op alle belangrijke terreinen van het leven significant lijdt of
disfunctioneert, volgens een bepaald patroon.
Best een hoge drempel, heb je niet zomaar.
 10% vd mensen hebben een persoonlijkheidsstoornis.

10 persoonlijkheidsstoornissen in de DSM. Ingedeeld in 3 clusters, die geven al globaal het soort
disfunctioneren weer. Vooral sociaal functioneren en disfunctioneren.

1. Isolerend cluster
- Heel erg introvert
- Te weinig contact
2. Conflicterend cluster
- Heel erg extrovert
- Te veel contact
3. Angstige cluster (angstig en onzeker)

Als je aan de uiteinde zit bij introvert en extrovert, heb je een grotere kans op problemen dan als je
in het midden zit. Het midden = beetje introvert en beetje extrovert.

Als mensen een persoonlijkheidsstoornis hebben, merken ze dat zelf niet. Het is een deel van jezelf.

Persoonlijkheidsstoornis manifesteert zich vaak vanaf 20 ste levensjaar.




2

, Eerst het angstige cluster (cluster c)

 Deze mensen zijn pathologisch angstig en onzeker
 Bij de dokter zijn veel mensen angstig, dat is ook logisch, dat is normaal.
- Vertellen wat er aan de hand is, duidelijk zijn, uitleggen wat er gaat gebeuren
- Rustig en kalm praten
- Deze dingen helpen iemand dan minder angstig te worden.
 Wanneer moet je nu gaan denken dit is afwijkend? Als mensen angstig blijven ondanks wat je
doet.
 Hoe proberen mensen in het algemeen angst onder controle te krijgen?
- Hulp zoeken
- Controle te krijgen
- Weg te blijven, gevaar vermijden
 Wanneer moet je denken aan persoonlijkheidsstoornis?
- Patiënt die wel help zoekt, maar niet de hulp accepteren. Ze blijven maar vragen. Voor elke
oplossing, hebben ze weer een nieuw probleem. Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis.

Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis

 Het hulpvragen is een bodemloze put.
 Het geholpen worden, geeft ze het gevoel dat ze het waard maakt om te bestaan.
Bevestiging van hun bestaansrecht.
 Heel onzeker
 Deze mensen frustreren je, je gaat je ergeren. Dat zorgt dat je schuldig voelt.

Dwangmatige persoonlijkheidsstoornis

 Als arts maak je een plan. Behandeling, prognose etc. Je probeert zekerheid te geven.
 Het zoeken van zekerheid en controle kan ook pathologisch zijn.
 Als er een afwijking is van het schema, pikken ze het niet. Ze zijn angstig als je wat veranderd.

OCD is een aparte aandoening, is geen persoonlijkheidsstoornis. Hierbij hebben mensen wel door dat
hun angsten niet realistisch zijn. Bij een dwangmatige persoonlijkheidsstoornis hebben mensen het
niet door dat ze dit hebben.

Vermijdende persoonlijkheidsstoornis

 Ontwijken specifiek sociale situaties waarin ze kritiek zullen krijgen
 Kritiek voelt als afwijzing
 Die mensen hebben diep van binnen een verlatingsangst
 Mensen die bang zijn voor eenzaamheid, maar tegelijk zichzelf isoleren en dus zichzelf tegen
werken. Ze willen niet alleen zijn.
 Ze willen op voorhand weten of het goed komt.




3