1 Apraxie
1.1 Definitie
“Verworven stoornis ten gevolge van een hersenletsel in het
willekeurig uitvoeren van bewegingen die niet het gevolg is van
sensorische, motorische, cognitieve, taal- of motivationele
problemen”
› Verworven: hersenletsel
› Willekeurig uitvoerende bewegingen: automatismen lukken beter
dan intentionele bewegingen
Voorbeeld
“Steek eens jouw hand op” → weet niet hoe (nadenken)
Zwaaien → lukt wel omdat dit automatisme is (niet bij nadenken)
1.2 Neurogene basis
› Hersenletsel (meestel LH)
› Geen lokaliserende waarde
› Model van Heilman en Rothi
o Praxicons
= hoe beweging wordt uitgevoerd = bewegingsplannen
(individueel)
Vb. “Doe hand open, doe hand dicht”
! Merendeel: linkerhersenhelft
Lesie anterier (frontaal) in de LH
= praxicons niet aangetast (bewegingsplannen bewaard)
= geen impuls van motorische kwab naar spieren
→ kan de beweging niet meer uitvoeren, kan wel zeggen
hoe het moet + de correcte beweging herkennen
1
, Lesie posterieus (pariëtaal) in de LH)
= praxicons aangetast
= geen plan dus kan ook niet doorsturen
→ patiënt kan de beweging niet meer uitvoeren, noch
zeggen hoe het moet of de correcte beweging herkennen
Huidige visie: model is zinvol, maar onvolledig
1.3 Kenmerken van apraxie (algemeen)
1.3.1 Soorten fouten
= fouten uitvoeren gewilde bewegingen
Inhoudelijk
= verkeerde beweging bij object
Spatieel
= beweging verkeerd in de ruimte wordt uitgevoerd
Sequentieel
= probleem met volgorde waarin beweging moet worden
uitgevoerd
Diadochokinetische taak (kine): vuist – plat – hand – recht
Temporeel
= vertraagde beweging vb. zwaaien
Initiatieproblemen
= juiste beweging maar bepaalde tijd tussen instructie en
uitvoering → twijfel
BPO
= Body Part As Object
= deel van lichaam gebruiken als object
Vb. tandpasta op vinger doen ipv tandenborstel gebruiken
1.4 Vormen van apraxie
Verschillende soorten bewegingen
› Transitieve/ intransitieve bewegingen
TB: bewegingen met voorwerp
ITB: bewegingen zonder voorwerp
› Enkelvoudige/ seriële bewegingen
EB: één bewegingen uitvoeren
2
, SB: meerdere bewegingen in 1 beweging
› Buccofaciale bewegingen / bewegingen met ledematen
B: buccofaciale spieren
L: ledematen
Soorten apraxie
Ideomotorische apraxie
» Enkelvoudige bewegingen van de ledematen
» Transitief met VW > zonder VW
» Patiënt kan de correcte beweging meestal wel verwoorden
of herkennen
Ideotorische of ideationele apraxie
» Seriële bewegingen van de ledematen
» Handelingen op zich zijn vrij goed, probleem met
sequenciëren
= geïsoleerde bewegingen goed, moeite met het op elkaar
afstemmen van bewegingen
Constructieve apraxie
Orale of buccofaciale apraxie
= bewegingen van lippen, tong, larynx, ... tijdens niet-spraak
Spraakapraxie
= bewegingen van lippen, tong, larynx, ... tijdens spraak
Welke vorm van praxie horen volgende beweging?
x
x
x
1.5 Onderzoek van apraxie x
x
x
x
x
= algemeen: NIET
Foutenanalyse
Bewegingen op verschillende manieren uitlokken
o Op verbaal verzoek/ via imitatie
o Met object/ object zichtbaar/ zonder object
Vb. beweging sleutels: met sleutel, zonder sleutels
3