MEDISCHE WETENSCHAPPEN
GM BIJ AANDOENINGEN VAN HET ZENUWSTELSEL
1. INLEIDING
Algemeen:
Signaaloverdracht in de hersenen gebeurt door neurotransmitters (NT’s)
Wanneer zenuwcellen meer of minder NT’s afgeven dan normaal veranderingen
in het functioneren van bepaalde hersengebieden.
NT’s zitten in synapsen en kunnen stimulerend of remmend zijn
Effect NT kan versterkt of afgezwakt worden door GM
Juiste oorzaken vaak niet gekend maar verstoorde chemische balans speelt rol in
ziektebeelden.
NT in hersenen:
Dopamine
Noradrenaline
Serotonine,…
1
,2. DE SYNAPS
Werking synaps:
1. Actiepotentiaal (AP) komt toe aan neuriet uiteinde
2. Vesikels met NT’s barsten open en NT’s komen vrij in synaptische spleet
3. NT’s migreren naar post-synaptisch membraan en binden op receptoren
4. NT-receptor-complex wordt gevormd
5. Er is verandering in membraan potentiaal van post-synaptisch neuron:
- Depolarisatie = prikkeling = natrium ionen influx (Na +)
- Hyperpolarisatie = remming = chloride ionen influx (Cl-)
- Modulatie : gevoeligheid van membraan voor andere NT’s verandert
6. Receptor binding is kort neurotransmitter komt los van receptor
7. Neurotransmitters heropgenomen in presynaptisch neuron via transporteiwitten
heropname transporters
8. Neurotransmitter wordt in synapsspleet zelf of in presynaptische deel afgebroken door
specifiek enzym
- Vb. cholinesterase: enzym dat acetylcholine afbreekt in synapsspleet
- Vb. MAO: mono-amine-oxydase: enzym dat oa. dopamine, (nor)adrenaline
afbreekt in presynaptisch neuron
3. PSYCHOFARMACA
Werkingsmechanisme psychofarmaca:
Concentratie in bepaald hersengebied vergroten
Het gevolg kan niet altijd verklaard worden
3.1 PSYCHOFARMACA EN AFHANKELIJKHEID
Bij meeste psychofarmaca bestaat risico op afhankelijkheid:
Een biochemische (lichamelijke) component
- Tolerantie en abstinentie
Een psychische (verslaving) component
Bij de lichamelijke component:
Bv. abstinentieverschijnselen bij het plots stoppen met het GM
Het limbisch systeem zou hier een rol in spelen (is betrokken bij stemming, emoties
en beloning).
Vooral het plots stoppen met antipsychotica, kan acute onthoudingsverschijnselen
uitlokken, zoals convulsies en verwardheid.
Ook benzodiazepines (anxiolytica,hypnotica) en antidepressiva kunnen
afhankelijkheid veroorzaken.
Omzichtig om springen met voorschrijven van psychofarmaca + steeds zo kort mogelijke
periode R/.
2
, 4. HYPNOTICA, SEDATIVA, ANXIOLYTICA
Anxiolytica = GM die angst en paniek bestrijden
Hypnotica = Gebruikt bij slaapstoornissen
Sedativa = Kalmerende GM, gebruikt bij agitatie of grote spanning.
Worden gebruikt bij abnormaal grote angst of spanning met belemmering van het
normaal functioneren/slapen.
4.1 BENZODIAZEPINES
= vooral gebruikt als slaapmedicatie
Verschillen benzo’s liggen op gebied van farmacokinetiek:
Afhankelijk van het gewenste effect:
Product kiezen dat korter of langer werkt (T1/2)
- Korte werking: bij inslaapproblemen
- Langere werking bij doorslaapproblemen
Dat langzamer of sneller geresorbeerd wordt
Werkingsmechanisme:
GABA = belangrijkste inhiberende NT in CZS
Te weinig GABA effect rusteloos, angstig, slecht slapen, prikkelbaar
Te veel GABA effect suf, minder alert, slaperig
Benzodiazepines stimuleren GABA-receptoren van CZS versterken zo de
remmende werking van GABA:
- GABA (gamma-amino-boterzuur) stimuleert de influx van chloride ionen (Cl- -
ionen) => hyperpolarisatie → neuron onprikkelbaar prikkeloverdracht in
hersenen afgezwakt
↓
Centraal kalmerend (sedatief) effect
Er bestaan subtypes van GABA-receptoren:
-2 & -3
- Anxiolyse & spierrelaxatie
-1 => sedatie
- (Z-producten: excl. werking op -1=> slaapmiddel)
Therapeutisch effect benzo’s:
Sedatie en inleiden van de slaap
Anxiolyse
Relaxatie van de skeletspieren
Anti-convulsief effect
Indicaties:
3
GM BIJ AANDOENINGEN VAN HET ZENUWSTELSEL
1. INLEIDING
Algemeen:
Signaaloverdracht in de hersenen gebeurt door neurotransmitters (NT’s)
Wanneer zenuwcellen meer of minder NT’s afgeven dan normaal veranderingen
in het functioneren van bepaalde hersengebieden.
NT’s zitten in synapsen en kunnen stimulerend of remmend zijn
Effect NT kan versterkt of afgezwakt worden door GM
Juiste oorzaken vaak niet gekend maar verstoorde chemische balans speelt rol in
ziektebeelden.
NT in hersenen:
Dopamine
Noradrenaline
Serotonine,…
1
,2. DE SYNAPS
Werking synaps:
1. Actiepotentiaal (AP) komt toe aan neuriet uiteinde
2. Vesikels met NT’s barsten open en NT’s komen vrij in synaptische spleet
3. NT’s migreren naar post-synaptisch membraan en binden op receptoren
4. NT-receptor-complex wordt gevormd
5. Er is verandering in membraan potentiaal van post-synaptisch neuron:
- Depolarisatie = prikkeling = natrium ionen influx (Na +)
- Hyperpolarisatie = remming = chloride ionen influx (Cl-)
- Modulatie : gevoeligheid van membraan voor andere NT’s verandert
6. Receptor binding is kort neurotransmitter komt los van receptor
7. Neurotransmitters heropgenomen in presynaptisch neuron via transporteiwitten
heropname transporters
8. Neurotransmitter wordt in synapsspleet zelf of in presynaptische deel afgebroken door
specifiek enzym
- Vb. cholinesterase: enzym dat acetylcholine afbreekt in synapsspleet
- Vb. MAO: mono-amine-oxydase: enzym dat oa. dopamine, (nor)adrenaline
afbreekt in presynaptisch neuron
3. PSYCHOFARMACA
Werkingsmechanisme psychofarmaca:
Concentratie in bepaald hersengebied vergroten
Het gevolg kan niet altijd verklaard worden
3.1 PSYCHOFARMACA EN AFHANKELIJKHEID
Bij meeste psychofarmaca bestaat risico op afhankelijkheid:
Een biochemische (lichamelijke) component
- Tolerantie en abstinentie
Een psychische (verslaving) component
Bij de lichamelijke component:
Bv. abstinentieverschijnselen bij het plots stoppen met het GM
Het limbisch systeem zou hier een rol in spelen (is betrokken bij stemming, emoties
en beloning).
Vooral het plots stoppen met antipsychotica, kan acute onthoudingsverschijnselen
uitlokken, zoals convulsies en verwardheid.
Ook benzodiazepines (anxiolytica,hypnotica) en antidepressiva kunnen
afhankelijkheid veroorzaken.
Omzichtig om springen met voorschrijven van psychofarmaca + steeds zo kort mogelijke
periode R/.
2
, 4. HYPNOTICA, SEDATIVA, ANXIOLYTICA
Anxiolytica = GM die angst en paniek bestrijden
Hypnotica = Gebruikt bij slaapstoornissen
Sedativa = Kalmerende GM, gebruikt bij agitatie of grote spanning.
Worden gebruikt bij abnormaal grote angst of spanning met belemmering van het
normaal functioneren/slapen.
4.1 BENZODIAZEPINES
= vooral gebruikt als slaapmedicatie
Verschillen benzo’s liggen op gebied van farmacokinetiek:
Afhankelijk van het gewenste effect:
Product kiezen dat korter of langer werkt (T1/2)
- Korte werking: bij inslaapproblemen
- Langere werking bij doorslaapproblemen
Dat langzamer of sneller geresorbeerd wordt
Werkingsmechanisme:
GABA = belangrijkste inhiberende NT in CZS
Te weinig GABA effect rusteloos, angstig, slecht slapen, prikkelbaar
Te veel GABA effect suf, minder alert, slaperig
Benzodiazepines stimuleren GABA-receptoren van CZS versterken zo de
remmende werking van GABA:
- GABA (gamma-amino-boterzuur) stimuleert de influx van chloride ionen (Cl- -
ionen) => hyperpolarisatie → neuron onprikkelbaar prikkeloverdracht in
hersenen afgezwakt
↓
Centraal kalmerend (sedatief) effect
Er bestaan subtypes van GABA-receptoren:
-2 & -3
- Anxiolyse & spierrelaxatie
-1 => sedatie
- (Z-producten: excl. werking op -1=> slaapmiddel)
Therapeutisch effect benzo’s:
Sedatie en inleiden van de slaap
Anxiolyse
Relaxatie van de skeletspieren
Anti-convulsief effect
Indicaties:
3