Summary Supply Chain Advanced 2 (YB1307)

Samenvatting Supply Chain Advanced 2

1. SUPPLY CHAIN FINANCE – BASICS
1.1. Investering versus opbrengst
Investering = uitgave die meestal bedoeld is om iets aan te kopen met als doel rendement te
verhogen
 Genereert (hopelijk) opbrengst in de toekomst
 Op lange termijn
 Opofferingen van geld, tijd en/of mankracht

Opbrengst = verkoopprijs – kosten om het product te maken (COGS: cost of goods sold)
 Aan creditzijde geboekt
 Soorten opbrengsten
o Bedrijfsopbrengsten
o Financiële opbrengsten
o Uitzonderlijke opbrengsten
o (Terugontvangen) belastingen

Kosten = alles waarvoor je moet betalen
 Geboekt aan debetzijde
 Classificatie van kosten:
o Indeling naar kostensoorten en/of kostenplaatsen
o Indeling in constante kosten en variabele kosten
o Indeling in directe kosten en indirecte kosten

Kostensoort: personeelskosten, afschrijvingen…
Kostenplaats: afdeling van een magazijn zoals transport, administratie…

Constante kost: variëren niet met de grootte van de output zoals verzekering, afschrijving…
Variabele kost: stijgende output, zal verbruik van de kosten doen stijgen zoals grondstoffen…

Directe kosten: onmiddellijk toegewezen aan object waarvoor kostprijs wordt berekend
Indirecte kosten: verdeelsleutel nodig zoals machine dat voor meer producten wordt
gebruikt

OPEX versus CAPEX
1. OPEX: operational expenditures  geen investeringen tenzij kleine bedragen
 Magzijnkosten
 Transportkosten
 Administratiekosten
2. CAPEX: capital expenditures  investeringen




1

, 1.2. Cost of Labor
= som van alle aan de werknemers betaalde lonen, de kosten van de personeelsbeloningen en de
door een werkgever betaalde loonbelasting

Loonkost werknemer afhankelijk van:
 Het statuut (arbeider/bediende)
 De functie of het hiërarchische niveau
 Zijn of haar leeftijd en aantal jaar ervaring
 Het aantal gepresteerde uren per maand •De sector waarin uw bedrijf actief is

1.3. Van X naar besparing
 We kunnen veel omzetten naar loonkost/besparing
 Minder afgelegde KM
− reken om naar manuur/jaar en kostbesparing per jaar
 Minder FTE (fulltime-equivalent)
− reken om naar kostbesparing per jaar
 Efficiëntie verhoging (snellere productielijn)
− Snellere lijnen = meer output met zelfde aantal mensen
− Reken hoeveel mensen je zou nodig gehad hebben om met oude machine meer
capaciteit te draaien
− OF bekijk wat aankoop van nieuwe machine & personeel zou gekost hebben (cost
avoidance)
− Process verbetering
 Kwaliteits verbetering: beter product, meer verkoop, hogere productie, lagere
productiekost, meer winst, meer kans op betere ontwikkeling…
− bespreek hiervoor met sales welk geschatte impact is op de verkoop (hoeveel is de
marge op het product?)
 Let op extra verkoop/winst wordt niet altijd meegenomen in ROI
 Betere OE van productielijn kan zoals vorige stelling makkellijker
omgerekend worden naar opbrengst
 Lagere productiekosten zijn meetbaar
 Minder afval of afgekeurde producten zijn meetbaar (= meer verkoop)

1.4. Enkele begrippen
Capex: staat voor alle kosten voor ontwikkeling, ontwerp of levering van niet-verbruikbare
onderdelen van een product of systeem (investering)

Opex: staat voor alle terugkerende kosten voor een product, systeem of onderneming

OPEX CAPEX
Verbruiksmaterialen voor nieuwe machine Verbruiksmaterialen om nieuwe machine te
testen
Werkkrachten die machine zullen bedienen Testen nieuwe software
Aanwervingskosten nieuw bijkomend personeel Kosten manager verbeterproject



2