Kostenbeheersing
les 1
kostenbeheersing
= strategisch management accounting = rapporteringen gebruiken voor strategische
doelstellingen
= cost & profitability management
= creëren van transparantie in kost en winststructuren
6 cases, 1 per onderdeel!
Eerste 3: verschillende manieren om transparantie te creëren in 3 verschillende niveaus van
maturiteit:
1. Traditioneel: kosten plaatst verdeelsleutels
2. ABC
3. Time-driven ABC
Laatste 3: financieel
4. Customer profitability analyses Klanten/kosten service model
5. Relevante kosten en opbrengsten: Financieel decision-making
6. Total Cost of ownership = leveranciers, klanten, dus ook extern komt erbij.
Basisideeën uit management controle: !!!!!!!
Meer transparantie creëren:
- Kostensoorten (KS) = verschillende kosten, opbrengsten, kosten opsplitsen naar soort
= afschrijvingskosten, personeelskost,….(klasse 6) !!!
= DK: één op één relatie met kostenobject (materiaal, arbeid)
= IK: verdelen over kosten object met kostenplaats
= variabele kosten VS vasten kosten
= standaardkost (budget) VS werkelijke kost (actual) = verschilanalyse
= productkosten (COGS) VS periode kosten
* Retailer bv: COGS = aankoopprijs product.
* Productiebedrijf: bv: COGS: productieprijs
- Kossprijssystemen (KPS) = gaat ons toelaten om KS op KO te brengen
- Kostobjecten (KO) = datgene waarvan we de winst willen berekenen / kost berekenen
= bv een product
- Kostenplaats (KP) = indirecte kosten die met zelfde verdeelsleutel over KO verdeeld wordt.
Capaciteit maatstaven:
1. Theoretische capaciteit (wat echt zou kunnen, onhaalbaar)
2. Praktische capaciteit = beschikbare capaciteit (80% ong van theoretisch)(haalbaar)
3. Gebudgetteerde capaciteit = hoeveel hebben we nodig om budget te realiseren?
4. Werkelijke capaciteit = wat uiteindelijk echt benut is
, 1. Traditioneel kostprijssysteem en verschilanalyse
- Gebruikt door de meeste bedrijven
Case 1: Biscuit element of control (dia22) van management controle (standard vs
werkelijk en verschilanalyse en dan berekenen van het bedrijfsresultaat)
- Profitcenter bij dit bedrijfje.
1. Kostenobjecten : 1kg choco, 1kg cacaoi
2. Directe materiaalkost, directe arbeid (5500 beschikbare uren = praktische capaciteit)
3. Indirecte kosten op kostenplaats zetten aan de hand van verdeelsleutel.
4. Kostenplaats definiëren (in dit geval 1 kostenplaats) met verdeelsleutel aantal directe
arbeidsuren.
1) bereken standaardkost (onder de assumpties van dit kostprijssysteem)
- Directe kosten heel transparant maar indirecte kosten zijn minder transparant, daarom
hierna ACB en ACB driven.
- Verdeelsleutels hier zijn volume gerelateerd
2) bereken de werkelijke kost (maar 2 verschillen in dit geval)
Hoeveel uren hebben we werkelijk gebruikt?
0.2*25000 + 0.1*5000 = 5500 (werkelijk toevallig zelfde als praktisch) (geen overcapaciteit)
Werkelijkheid blijkt iets hoger voor choco, voor cacao iets lager.
3) variantieanalyse niet per kilo, maar voor totaal aantal kilo. Vanwaar komt verschil 2250?
Opsplitsen in verschillende drivers!
1. (Werkelijke prijs – standaardprijs)* (werkelijke hoeveelheid)
2250 komt omdat uurlonen hoger gaan zijn en de aankoopprijs chocolade gedaald gaat zijn,
en kunnen dit opsplitsen in de variantieanalyse.
4) resultatenrekening op basis van standaardkostprijs
- geen periodekosten, alle productiekosten in cost of goods sold.
standaardkostprijs: cogs waarderen aan standaardkostprijs Standaardkost moet dus nog
gecorrigeerd worden aan varianties.
Doordat geen voorraden gaan zowel de standaard als werkelijk in principe gelijk zijn als
standaard gecorrigeerd wordt.
Opmerking 1: verkoopprijs – kostprijs = marges, daar wordt rekening mee gehouden bij
strategie, maar is dit wel realiteit? Zijn kosten wel juist verdeeld? = margin analysis.
Opmerking 2: Information content 2 resultaten rekeningen is verschillend.
Transparantie creëren in onze winststructuren en kostprijsstructuren
1. Transparantie in directe kosten, minder in de directe kosten.
2. Verdeelsleutels zijn typisch volume gerelateerde.
3. Standaardkost wordt vergeleken met werkelijke kost, en dus verschilanalyse.
les 1
kostenbeheersing
= strategisch management accounting = rapporteringen gebruiken voor strategische
doelstellingen
= cost & profitability management
= creëren van transparantie in kost en winststructuren
6 cases, 1 per onderdeel!
Eerste 3: verschillende manieren om transparantie te creëren in 3 verschillende niveaus van
maturiteit:
1. Traditioneel: kosten plaatst verdeelsleutels
2. ABC
3. Time-driven ABC
Laatste 3: financieel
4. Customer profitability analyses Klanten/kosten service model
5. Relevante kosten en opbrengsten: Financieel decision-making
6. Total Cost of ownership = leveranciers, klanten, dus ook extern komt erbij.
Basisideeën uit management controle: !!!!!!!
Meer transparantie creëren:
- Kostensoorten (KS) = verschillende kosten, opbrengsten, kosten opsplitsen naar soort
= afschrijvingskosten, personeelskost,….(klasse 6) !!!
= DK: één op één relatie met kostenobject (materiaal, arbeid)
= IK: verdelen over kosten object met kostenplaats
= variabele kosten VS vasten kosten
= standaardkost (budget) VS werkelijke kost (actual) = verschilanalyse
= productkosten (COGS) VS periode kosten
* Retailer bv: COGS = aankoopprijs product.
* Productiebedrijf: bv: COGS: productieprijs
- Kossprijssystemen (KPS) = gaat ons toelaten om KS op KO te brengen
- Kostobjecten (KO) = datgene waarvan we de winst willen berekenen / kost berekenen
= bv een product
- Kostenplaats (KP) = indirecte kosten die met zelfde verdeelsleutel over KO verdeeld wordt.
Capaciteit maatstaven:
1. Theoretische capaciteit (wat echt zou kunnen, onhaalbaar)
2. Praktische capaciteit = beschikbare capaciteit (80% ong van theoretisch)(haalbaar)
3. Gebudgetteerde capaciteit = hoeveel hebben we nodig om budget te realiseren?
4. Werkelijke capaciteit = wat uiteindelijk echt benut is
, 1. Traditioneel kostprijssysteem en verschilanalyse
- Gebruikt door de meeste bedrijven
Case 1: Biscuit element of control (dia22) van management controle (standard vs
werkelijk en verschilanalyse en dan berekenen van het bedrijfsresultaat)
- Profitcenter bij dit bedrijfje.
1. Kostenobjecten : 1kg choco, 1kg cacaoi
2. Directe materiaalkost, directe arbeid (5500 beschikbare uren = praktische capaciteit)
3. Indirecte kosten op kostenplaats zetten aan de hand van verdeelsleutel.
4. Kostenplaats definiëren (in dit geval 1 kostenplaats) met verdeelsleutel aantal directe
arbeidsuren.
1) bereken standaardkost (onder de assumpties van dit kostprijssysteem)
- Directe kosten heel transparant maar indirecte kosten zijn minder transparant, daarom
hierna ACB en ACB driven.
- Verdeelsleutels hier zijn volume gerelateerd
2) bereken de werkelijke kost (maar 2 verschillen in dit geval)
Hoeveel uren hebben we werkelijk gebruikt?
0.2*25000 + 0.1*5000 = 5500 (werkelijk toevallig zelfde als praktisch) (geen overcapaciteit)
Werkelijkheid blijkt iets hoger voor choco, voor cacao iets lager.
3) variantieanalyse niet per kilo, maar voor totaal aantal kilo. Vanwaar komt verschil 2250?
Opsplitsen in verschillende drivers!
1. (Werkelijke prijs – standaardprijs)* (werkelijke hoeveelheid)
2250 komt omdat uurlonen hoger gaan zijn en de aankoopprijs chocolade gedaald gaat zijn,
en kunnen dit opsplitsen in de variantieanalyse.
4) resultatenrekening op basis van standaardkostprijs
- geen periodekosten, alle productiekosten in cost of goods sold.
standaardkostprijs: cogs waarderen aan standaardkostprijs Standaardkost moet dus nog
gecorrigeerd worden aan varianties.
Doordat geen voorraden gaan zowel de standaard als werkelijk in principe gelijk zijn als
standaard gecorrigeerd wordt.
Opmerking 1: verkoopprijs – kostprijs = marges, daar wordt rekening mee gehouden bij
strategie, maar is dit wel realiteit? Zijn kosten wel juist verdeeld? = margin analysis.
Opmerking 2: Information content 2 resultaten rekeningen is verschillend.
Transparantie creëren in onze winststructuren en kostprijsstructuren
1. Transparantie in directe kosten, minder in de directe kosten.
2. Verdeelsleutels zijn typisch volume gerelateerde.
3. Standaardkost wordt vergeleken met werkelijke kost, en dus verschilanalyse.
