Eline Bunnik
Thema’s uit de
gezinspedagogiek
P0W89a – AJ 2021-2022
Examen: take home examenvraag (10 punten) + examen gesloten boek, met 3-4 open vragen (10
punten).
Inhoud vak:
Beleid
Methodieken
o Worden georganiseerd volgens de Matrix van Bakker.
Kwaliteitsbewaking en onderzoek
Praktijkillustratie
1 Inleiding: opvoedings- en gezinsondersteuning
1.1 Opvoedingsondersteuning versus gezinsondersteuning
1.1.1 Definities opvoedingsondersteuning
Vandemeulebroecke (1999): Het geheel van maatregelen, voorzieningen en structuren en
activiteiten die erop gericht zijn de mogelijkheden van het (primaire) opvoedingsmilieu aan
te spreken, te verrijken en/of te optimaliseren ten einde kinderen en jeugdigen optimale
opvoedings- en ontwikkelingskansen te bieden
o Maatregelen zijn wetgeving, decreten.
o Voorzieningen en structuren zijn de organisaties zelf die het aanbieden (bv huizen
van het kind, expertisewinkel, lezingen op scholen dus vele mogelijke vormen)
o Primair = het gezin
Vandemeulebroecke et al. (2004, p. 29): OO is op intentionele wijze steun bieden aan ouders
(ouderfiguren) bij hun opdracht en taak als opvoeders
1.1.2 Uitgangspunten
Opvoeding is nodig en de samenleving heeft hier ook een belangrijke rol in. Ze moeten een kader
aanbieden waarin hun ouders de kinderen kunnen opvoeden.
1. Erkenning van belang van opvoeding in gezinsverband voor kinderen, volwassenen en
samenleving
2. Erkenning pedagogische verantwoordelijkheid, verlangen en bekwaamheid van ouders om
relatie met kind op verantwoorde wijze vorm te geven
a. Dwingen ze niet om gebruik te maken van de opvoedingsondersteuning
3. Erkenning dat ouders bij het gewone opvoeden vragen en onzekerheden hebben en recht op
steun
a. Ook van anderen horen wat alternatieven zijn
4. Recht van gezinnen op aandacht van de samenleving voor de realisatie van randvoorwaarden
voor opvoeding
a. Randvoorwaarden: de gehele context moet meegenomen worden zoals eten,
huisvesting, verwarming.. maatschappij moet er ook voor zorgen dat dit allemaal
ok is
1.1.3 Werkingsprincipes (zie ook boek)
1. Ondersteuning dagelijkse opvoedingsvragen; geen intensieve en specifieke interventie
a. Geen specifieke intensieve interventies, want dan zitten we al meer naar de
hulpverleningskant. We zitten vooral bij gewone opvoedingsvragen en spanning
1
,Eline Bunnik
2. Werken vanuit een groeimodel
a. Gericht op het versterken wat al aanwezig is, gaan er van uit dat ouders experten zijn
over hun eigen kind
b. Sluit aan bij offensief preventie model: competenties en vaardigheden versterken en
doen toenemen, niet bedoelt om problemen te vermijden (dat is juist defensief)
3. Vraaggestuurd werken: vraag komt altijd van de ouders
4. Geloven in en aansluiten bij sterktes ouders
5. Dialoog over opvoeden met en tussen ouders bevorderen
a. Belangrijk principe van decreet preventieve gezinsondersteuning: door dialoog
vertrouwen creëren en handelingsmogelijkheden vergroten
6. Ruim en gedifferentieerd aanbod, rechtstreeks en vrijwillig toegankelijk
a. Drempels weghalen om eraan deel te nemen
7. Maatschappelijke knelpunten en noden signaleren aan beleid
a. Bv expoo: vangen signalen op en kunnen dan naar de overheid communiceren dat er
dingen fout lopen en waar meer op ingezet moet worden
Je hebt gezinsondersteuning wat het
koepelbegrip is waar opvoedingsondersteuning
onder valt. Gezinsondersteuning kan ook bv
relationele therapie zijn voor koppels in het
gezin of praktische hulp bij het huishouden.
Opvoedingsondersteuning verwant aan
groene kaders (sluiten er bij aan, maar
vallen er niet mee samen:
o Ontwikkelingsstimulering, bv
taalbevordering wat niet direct
iets te maken heeft met de
opvoeding
1.1.4 Definitie gezinsondersteuning
Gezinsondersteuning Vandemeulebroecke (1999 & 2000): ‘Het geheel van alle
(beleids)maatregelen en –voorzieningen die gericht zijn op het bevorderen van het welzijn
van gezinnen en gezinsleden, waarbij activiteiten gericht op de voor de opvoeding relevante
contextfactoren (bijvoorbeeld partnerrelatie, sociaal-economische situatie, woonsituatie, …),
naast opvoedingsondersteuning deel uitmaken van gezinsondersteuning’
Besluit: gezinsondersteuning is ‘koepelbegrip’
1.2 Theoretisch kader OO
Opvoeden als een zelfsturend proces: normaal
gezien heb je een evenwicht tussen protectieve
en bedreigende factoren (bv ziekte, probleem in
relatie).
Zelfsturend proces is dat je dus zelf een
evenwicht zoekt en eruit komt.
o BV adolescent stelt moeilijk
gedrag, gezin is even zoekende
maar komt er wel uit.
Transactioneel proces: wederzijdse
beinvloeding over de tijd
ingebed in context
cumulatief risiciomodel.
2
,Eline Bunnik
Doel opvoedingsondersteuning is dat ze weer
zelfregulerend zijn, met een beetje
ondersteuning. Opvoedingssituatie moet
verbeteren en ontwikkelingskansen vergroten
van de kinderen.
1.3 Functies van opvoedingsondersteuning
Er is kritiek geweest op opvoedingsondersteuning, want men vond dat het te weinig emancipatorisch
was. Het lijkt dat een professional gaat uitleggen wat je moet doen om een goede ouder te zijn, maar
is het NIET!. Ouders worden wel gesteund door iets te vertellen over de ontwikkeling van kinderen
zodat ze het perspectief van hun kind beter zien en kunnen situeren in een fase (=voorlichting). Maar
het kan ook om advisering gaan.
Je gaat altijd samen met de ouders een traject aan waarbij je de ouders zelf tot conclusies en keuzes
laat komen. Sturende kan er wel inzetten zoals opties voorleggen.
Hermanns (1995):
o Preventie
o Voorlichting
o Advisering
o Signalering
Vandemeulebroecke (2000):
Je kan het ook zien als een continuum: preventie dan vooral offensief doen, dus het verrijken
van de capaciteiten van ouders en niet problemen vermijden. Interventie is dan echt de POS
of crisis en dan heb je geen opvoedingsondersteuning meer
o Link bakker
o continuüm:
Het aanspreken en verrijken (gewone opvoedingssituatie):
Education/Support
Preventie (opvoeding onder druk): enrichment
Optimaliseren (problematische opvoedingssituatie of opvoedingscrisis):
intervention
1.3.1 Wat is de verhouding tussen preventie en opvoedingsondersteuning
Hermanns (1995):
o Traditionele preventie:
anti-emancipatorisch
o Contextgerichte preventie:
Opvoedingsondersteuning
Vraaggestuurd!
ook rekening houdend met de opvoedingsvoorwaarden, vertrekken vanuit
vragen en zorgen van de ouders zelf
1.3.2 Een continuüm van functies
Verschillend van hulpverlening: wij vertrekken niet vanuit een bepaalde diagnostiek.
Ontmoetingsplaatsen zijn heel laagdrempelig en het zou zijn doel missen als we hier ouders al een
test qua diagnostiek/opvoeding kind gaan voorleggen
maar het kan wel zijn dat er binnen een bepaalde setting aan opvoedingsondersteuning wordt
gedaan. BV centra voor mishandelde moeders, komen hier met hun kinderen. Probleem waarvoor ze
komen is moeilijke partnerrelatie, opvoedingsondersteuning is dus niet de eerste vraag maar er kan
3
, Eline Bunnik
wel een aanbod hierrond gedaan worden. DUS je zit dan wel in een intensievere hulpverlening, waar
het toch over een opvoedingsondersteuning gaat.
Opvoedingsondersteuning
o richt zich op alle ouders en wordt in algemene voorzieningen aangeboden
aanspreken en verrijken van het opvoedingsmilieu
bewaren en het opnieuw in evenwicht brengen van de balans tussen risicio-
en protectieve factoren
‘onthaal’, ‘doorverwijzing en oriëntering’ naar intensieve, gespecialiseerde
begeleiding
Opvoedingshulp
o Richt zich op ouders met vragen die een intensieve, gespecialiseerde aanpak vragen
en wordt in gespecialiseerde voorzieningen aangeboden
1.4 Vormen van opvoedingsondersteuning
Verschillende opdelingen zijn mogelijk
o Volgens functie
Het aanspreken en verrijken van het opvoedingsmilieu
Preventie
Optimaliseren
o Volgens activiteit
o Volgens werkvorm
o Volgens doelgroep
o Volgens intensiteit van de benadering
o …
Initiatieven zijn niet altijd eenduidig te classificeren
o Pedagogisch adviseren is niet zomaar te classificeren; kan laagdrempelig maar ook
meer intensief
http://www.desocialekaart.be/ (zie bv. verschil tussen opvoedingsondersteuning en
gezinsondersteuning)
Voorlichting: doel is kennis doorgeven
over bv ontwikkeling kinderen,
leefwereld kinderen en jongeren om zo
de mensen te laten reflecteren over
eigen opvoedingssituatie. Kan evt
leiden tot gedrags- attitude
verandering.
Instrumentele steun: niet hetzelfde als
praktische steun zoals iemand die komt
schoonmaken. Gaat echt over dingen
die te maken hebben met het kind en
de opvoeding. Er kan wel babysit zijn,
maar dan vooral omdat de ouders
stress hebben in de opvoeding. Speel o
theek kunnen ze speelgoed ontlenen
Emotionele en/of beoordelingssteun:
belangrijkste
o Ouders willen hun verhaal
kwijt, willen aangemoedigd
4