H1 – Vissen in aquarium en vijver
1. Algemene kenmerken
Wat is een vis ?
• Gewerveld
• Koudbloedig
• Leefmilieu = water
zoet - zout - brakwater (overgang zee/rivier, mangrovegebieden)
warm - koud
ondiep - diepzee
• Ademhaling = kieuwen
Verschil kraakbeen- en beenvissen ?
Kraakbeenvissen = skelet uit kraakbeen, na koken gelei-achtige massa
Vb: haaien, roggen, draakvissen
• kraakbenig skelet-vinnen = huidplooien welke gesteund worden
door vinstralen: borst-en buikvinnen gepaard, rugvinnen, anale en
caudale vin ongepaard
• huid is bedekt met plakoiedschubben
• poikilotherm
• geen zwemblaas
• spuitgat: tussen het oog en de eerste kieuw
• twee rijen tanden in de mondholte (tanden slijten snel, achter elke
tand staat reeds een kleinere reservetand klaar)
• bij mannelijke dieren is achterste deel van de buikvinnen omgevormd
tot een copulatieorgaan
• bijna uitsluitend mariene vissen die leven van andere vertebraten
Beenvissen = skelet uit been, na koken volledig skelet
• Kwastvinnigen: 1 of 2 longen + kieuwen
Vb: longvissen, coelacanthen
• Straalvinnigen: kieuwen en stralen in de vinnen
Vb: zeer veel soorten !
• De ademhaling gebeurd door kieuwen, welke naar buiten afgedekt
worden door een kieuwdeksel.
• De huid wordt beschermd door schubben.
• Een zwemblaasis aanwezig
,2. Anatomie en fysiologie
Wat behoort tot het uitwendige aspect ?
Huid - vinnen - kieuwen - andere zintuigen
De huid
Essentieel primair afweerorgaan → tegen binnendringen ziektekiemen
Zijlijnsysteem → gewaarwording van drukverschillen en waterbewegingen
uitwisseling van vocht en ionen, de ademhaling en de uitscheiding van stoffen
Hoe is de huid van straalvinningen opgebouwd ?
• Mucus of slijm = beschermend, helder/doorzichtig
o Slijmbekercellen, oppervlaktecellen
o Beschermende eiwitten en vrije vetzuren
o Functies
▪ afweer: bacteriedodend en schimmelwerend
▪ regulatie van de vochtbalansen
▪ verminderen wrijvingsweerstand
▪ bescherming tegen afslijting
• tussen opperhuid en lederhuid → basaalmembraan
• lederhuid
o schubben → bij verlies wonde tot dermis, bevat jaarringen
o Kraakbeenvissen hebben placoiedschubben
o bovenste laag → netwerk van collageen en reticulinedraden,
verbonden met de basaalmembraan
o chromatoforen → pigment
• onderhuid
o losse vetrijke weefsellaag
o doorbloed
o verbind huid met spieren
o rode en witte spierweefsels
• Melanoforen zijn zwart (kleurverandering)
,Welke soort huid hebben haaien/roggen ?
• Schuurpapier aspect
• Hebben geen echte schubben maar een leerachtige huid die voorzien
is van vele kleine, harde insluitingen of tandschubben
skelet
Welke soorten vinnen zijn er ?
Niet gepaarde vinnen:
• Staartvin → klieven (roei) → hoe kleiner hoe sneller
• Rugvin → houd vis rechtop
• Anaalvin
• vetvin (niet dubbel)
Gepaarde vinnen:
• borstvinnen → zijdelingse beweging
• buikvinnen (dubbel) → draagoppervlak vergroten
, Enkele adaptaties van
vinnen naargelang de
soort ?
Knorhaan: borstvinnen
groot en sterk gestraald, kan
lopen
Zeepaardje: rugvin is propellor, kan grote snelheden aannemen
Kempvis: gesegmenteerde vinnen
Maanvis: rug- en anaalvin samen maanvormig
Guppi: Mannetjes grotere staartvin dan vrouwtjes, Vrouwtjes drachtvlek en
grotere anaalvin dan mannetjes
Zintuigen
Ogen
• geen oogleden
• geen traanklieren
• iris bijna niet bewegen
• vorm → kogelvormig
• gekromde lens
• lens beweegt naar voor en achter → scherpstellen
• lensretractorspier → processus falciformis
neusgaten
• reuk en smaakcellen
• zintuigdraden → baarden
o voedsel zoeken en proeven
• zijlijn orgaan
o lang kanaal met slijmachtig vocht
o door porien in verbinding met water
o als water beweegt → via zenuwstelsel naar hersenen
o zichtbaar op beide flanken
o Stelt vissen in staat drukveranderingen in het water waar te
nemen
o Stelt vissen in staat veranderingen in elektrische velden waar te
nemen
o Zorgt via receptoren voor info over de positie in het water
1. Algemene kenmerken
Wat is een vis ?
• Gewerveld
• Koudbloedig
• Leefmilieu = water
zoet - zout - brakwater (overgang zee/rivier, mangrovegebieden)
warm - koud
ondiep - diepzee
• Ademhaling = kieuwen
Verschil kraakbeen- en beenvissen ?
Kraakbeenvissen = skelet uit kraakbeen, na koken gelei-achtige massa
Vb: haaien, roggen, draakvissen
• kraakbenig skelet-vinnen = huidplooien welke gesteund worden
door vinstralen: borst-en buikvinnen gepaard, rugvinnen, anale en
caudale vin ongepaard
• huid is bedekt met plakoiedschubben
• poikilotherm
• geen zwemblaas
• spuitgat: tussen het oog en de eerste kieuw
• twee rijen tanden in de mondholte (tanden slijten snel, achter elke
tand staat reeds een kleinere reservetand klaar)
• bij mannelijke dieren is achterste deel van de buikvinnen omgevormd
tot een copulatieorgaan
• bijna uitsluitend mariene vissen die leven van andere vertebraten
Beenvissen = skelet uit been, na koken volledig skelet
• Kwastvinnigen: 1 of 2 longen + kieuwen
Vb: longvissen, coelacanthen
• Straalvinnigen: kieuwen en stralen in de vinnen
Vb: zeer veel soorten !
• De ademhaling gebeurd door kieuwen, welke naar buiten afgedekt
worden door een kieuwdeksel.
• De huid wordt beschermd door schubben.
• Een zwemblaasis aanwezig
,2. Anatomie en fysiologie
Wat behoort tot het uitwendige aspect ?
Huid - vinnen - kieuwen - andere zintuigen
De huid
Essentieel primair afweerorgaan → tegen binnendringen ziektekiemen
Zijlijnsysteem → gewaarwording van drukverschillen en waterbewegingen
uitwisseling van vocht en ionen, de ademhaling en de uitscheiding van stoffen
Hoe is de huid van straalvinningen opgebouwd ?
• Mucus of slijm = beschermend, helder/doorzichtig
o Slijmbekercellen, oppervlaktecellen
o Beschermende eiwitten en vrije vetzuren
o Functies
▪ afweer: bacteriedodend en schimmelwerend
▪ regulatie van de vochtbalansen
▪ verminderen wrijvingsweerstand
▪ bescherming tegen afslijting
• tussen opperhuid en lederhuid → basaalmembraan
• lederhuid
o schubben → bij verlies wonde tot dermis, bevat jaarringen
o Kraakbeenvissen hebben placoiedschubben
o bovenste laag → netwerk van collageen en reticulinedraden,
verbonden met de basaalmembraan
o chromatoforen → pigment
• onderhuid
o losse vetrijke weefsellaag
o doorbloed
o verbind huid met spieren
o rode en witte spierweefsels
• Melanoforen zijn zwart (kleurverandering)
,Welke soort huid hebben haaien/roggen ?
• Schuurpapier aspect
• Hebben geen echte schubben maar een leerachtige huid die voorzien
is van vele kleine, harde insluitingen of tandschubben
skelet
Welke soorten vinnen zijn er ?
Niet gepaarde vinnen:
• Staartvin → klieven (roei) → hoe kleiner hoe sneller
• Rugvin → houd vis rechtop
• Anaalvin
• vetvin (niet dubbel)
Gepaarde vinnen:
• borstvinnen → zijdelingse beweging
• buikvinnen (dubbel) → draagoppervlak vergroten
, Enkele adaptaties van
vinnen naargelang de
soort ?
Knorhaan: borstvinnen
groot en sterk gestraald, kan
lopen
Zeepaardje: rugvin is propellor, kan grote snelheden aannemen
Kempvis: gesegmenteerde vinnen
Maanvis: rug- en anaalvin samen maanvormig
Guppi: Mannetjes grotere staartvin dan vrouwtjes, Vrouwtjes drachtvlek en
grotere anaalvin dan mannetjes
Zintuigen
Ogen
• geen oogleden
• geen traanklieren
• iris bijna niet bewegen
• vorm → kogelvormig
• gekromde lens
• lens beweegt naar voor en achter → scherpstellen
• lensretractorspier → processus falciformis
neusgaten
• reuk en smaakcellen
• zintuigdraden → baarden
o voedsel zoeken en proeven
• zijlijn orgaan
o lang kanaal met slijmachtig vocht
o door porien in verbinding met water
o als water beweegt → via zenuwstelsel naar hersenen
o zichtbaar op beide flanken
o Stelt vissen in staat drukveranderingen in het water waar te
nemen
o Stelt vissen in staat veranderingen in elektrische velden waar te
nemen
o Zorgt via receptoren voor info over de positie in het water