Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting literatuur inleiding Sociologie €8,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting literatuur inleiding Sociologie

 20 vues  2 achats
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting van de literatuur van het vak inleiding sociologie van het eerste jaar van de bachelor criminologie.

Aperçu 4 sur 61  pages

  • Non
  • 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8,9, 11, 12, 15, 18,
  • 23 mars 2022
  • 61
  • 2020/2021
  • Resume
avatar-seller
Samenvatting literatuur inleiding sociologie

Week 1
Boek ‘De Samenleving’, hoofdstuk 1 en 2
Methoden en technieken, hoofdstuk 2
artikel brightspace, hoofdstuk 1

De samenleving, hoofdstuk 1: Wat is sociologie?
Sociologie houdt systematisch onderzoek van de menselijke omgeving in. De kern hiervan is het
sociologische perspectief. Hierin kijken we naar het algemene in het bijzondere; in het gedrag van
bepaalde mensen algemene patronen herkennen. Zo worden ‘persoonlijke keuzes’ beïnvloed door
de samenleving; in de ene samenleving is het gebruikelijk om 2 kinderen te krijgen en in een andere
samenleving 7 kinderen. De keuze is dus niet geheel persoonlijk, maar hangt af van de factoren in de
samenleving. Ook is sociale integratie belangrijk voor allerlei aspecten, mensen met sterke sociale
banden zullen bijvoorbeeld minder snel overgaan tot zelfdoding dan mensen met zwakke banden.
Ook de sociale positie draagt bij aan de kijk die iemand heeft op bepaalde omstandigheden of
gedragingen. Denk aan werkloosheid. Iemand die werk heeft zal sneller geneigd zijn te denken dat
een werkloze zelf schuldig is aan zijn werkloosheid, dan degene die werkloos is.

We hanteren een mondiaal of globaal perspectief, wat inhoudt dat we de wereld in zijn geheel en de
plaats die onze samenleving daarin inneemt bestuderen. Dit is van invloed op de sociologie, omdat
de positie die onze samenleving inneemt alle leden van de samenleving beïnvloedt en deze positie
heeft weer veel invloed op de ervaringen in ons leven. In de wereld kunnen drie categorieën landen
worden onderscheiden.

1. Hoge-inkomenslanden. Dit zijn de landen met de hoogste algemene levensstandaard,
waaronder ongeveer vijftig landen vallen; West-Europa, Verenigde Staten, Scandinavië,
China, Japan enzovoorts. De inwoners hebben het over het algemeen economisch gezien
goed, omdat ze geluk hebben met het land waarin ze geboren zijn.
2. De middeninkomenslanden. Dit zijn landen die ten opzichte van de rest van de wereld een
gemiddelde levensstandaard hebben. Deze inwoners wonen zowel op het platteland als in de
steden en er bestaat vaak grote sociale ongelijkheid; sommige mensen zijn extreem rijk en de
rest is vaak arm en hebben slechtere levensomstandigheden. Hieronder vallen ongeveer
tachtig landen; Oost-Europa, Azië, enkele landen in Afrika en Latijns-America.
3. De lage-inkomenslanden. Dit zijn landen met een lage levensstandaard, waarin de meeste
mensen arm zijn. Enkelen zijn extreem rijk, maar het overgrote merendeel is extreem arm
met slechte levensomstandigheden en vrijwel geen mogelijkheden tot verbetering. De
meeste landen liggen in Afrika of Azië.

Het onderscheid in deze drie categorieën wordt gemaakt omdat het leven dat men leidt gevormd
wordt door het land waarin men leeft. Daarnaast zijn de contacten tussen de landen sterk
toegenomen, waardoor gebeurtenissen in de verschillende landen invloed op elkaar hebben (denk
aan productie in arme landen voor bedrijven in rijke landen). Verder zijn er veel sociale problemen
die de westerse wereld heeft, maar die in arme landen veel erger zijn. Denk hierbij aan armoede of
ongelijkheid. Tenslotte helpt globaal denken ons om meer inzicht in onszelf te krijgen.

,De sociologie heeft vier positieve effecten:

1. We kunnen nagaan wat er wel en niet klopt aan het alledaagse denken. Vaak neemt men van
allerlei dingen als vanzelfsprekend aan, maar dat betekent nog niet dat het waar is. Met
sociologie kunnen dit soort ‘mythes’ ontkracht worden.
2. Beter inzicht in de mogelijkheden en hindernissen die we in het dagelijks leven tegenkomen.
Door sociologie begrijpen we de wereld om ons heen beter en zien we in dat de keuzes die
we maken niet geheel persoonlijk zijn, maar beïnvloed worden door de samenleving.
3. Het spelen van een actieve rol in de samenleving. De effectiviteit van een lidmaatschap in
een samenleving neemt toe als we beter begrijpen hoe de samenleving functioneert; men
maakt van een persoonlijk probleem een publiek vraagstuk.
4. Het leven in een wereld die diversiteit mogelijk maakt. Men ziet hun eigen manier van leven
vaak als de juiste en het sociologisch perspectief zorgt ervoor dat men kritisch denkt over de
sterke en zwakke punten van de verschillende leefwijzen.

Door de jaren heen is de samenleving door verschillende aspecten veranderd. Zo zorgde de
industrialisering ervoor dat er een duidelijke scheiding tussen werk en privé ontstond en de
eeuwenlange tradities in de leefomgevingen verdwenen. Door de groei van de steden kwamen er
veel sociale problemen, zoals vervuiling en uitbuiting, en ontstonden er anonieme en dichtbevolkte
straten in de steden. Politieke veranderingen brachten ook een aanpassing aan de samenleving met
zich mee, namelijk een verandering in het denken van mensen. Verschillende filosofen, zoals Locke,
Hobbes en Smith zorgde voor een verschuiving van het voldoen aan morele verplichtingen van God
naar het nastreven van de vrijheid en rechten van het individu. Deze veranderingen zorgen voor de
basis van de moderne samenleving.

In 1838 ontwikkelde Auguste Comte de naam sociologie en hij verklaarde dat hieraan drie
ontwikkelingsfasen aan vooraf gingen. De theologische fase, waarin men dacht dat de samenleving
Gods wil projecteerde. De metafysische fase, waarin de samenleving als een natuurlijk verschijnsel
werd beschouwd en niet meer als bovennatuurlijk. Tenslotte de wetenschappelijke fase, waarbij de
wetenschap werd gebruikt om de samenleving te bestuderen. Zijn benadering komt voort uit het
positivisme, waarin men inzichten werft op basis van wetenschappelijk onderzoek. Voor positivisten
is wetenschap dan ook de enige bron van kennis om de werkelijkheid te verklaren en
oncontroleerbare en normatieve kennis werd afgewezen.

Volgens Tönnie was er een onderscheid te maken tussen Gemeinschaft en Gesellschaft. Bij
Gemeinschaft blijft men ondanks de factoren die hen verdelen toch een hechte eenheid, terwijl bij
Gesellschaft men vreemden van elkaar zijn en elkaar op straat negeren. Dit gebeurt voornamelijk in
de steden. Men zal hierin meer waarde hechten aan hun eigen behoeftes dan aan groepsloyaliteit.
Ook Durkheim kon zich hierin wel vinden; hij vond daarnaast dat de modernisering zich kenmerkte
door de toenemende arbeidsverdeling. Dat houdt in dat men zich steeds meer gaat specialiseren in
plaats van allemaal dezelfde werkzaamheden verricht. In de oude samenleving heerste er
mechanische solidariteit, waarbij de leden van de samenleving elkaar zien als gelijken, ze dezelfde
werkzaamheden verrichten en ze bij elkaar horen, terwijl de moderne samenleving een organische
solidariteit kent. Dat betekent dat er wederzijdse afhankelijk is van mensen die gespecialiseerde
arbeid verrichten, wat voor een versterking van de sociale cohesie zorgt.
Hoewel Tönnies beeld over de modernisering vrij negatief was, vindt Durkheim juist dat er een
optimistische kant zit aan deze modernisering.

Max Weber vond dat er bij modernisering rationalisatie kwam kijken, waardoor men ging twijfelen
aan de vaststaande waarheden. Men hecht nu waarde aan efficiëntie, hecht weinig waarde aan het

,verleden en neemt de patronen over die zorgen voor doelbereik. De samenleving keerde zich hierin
af van de goden en via deze manier was hij erg negatief tegenover de moderne samenleving. Karl
Marx vond echter dat de moderne samenleving tot kapitalisme zou leiden, waardoor de sociale
conflicten in kapitalistische samenlevingen tot revolutionaire veranderingen en maatschappelijke
gelijkheden zou leiden. De samenleving zou volgens hem verlost worden van de
standenmaatschappij. Hoewel Marx negatief dacht over kapitalisme, dacht hij optimistisch over de
veranderingen die het met zich mee zou kunnen brengen.



De samenleving, hoofdstuk 2: Sociologische theorieën en methoden
Sociologie heeft de wens om observaties te vertalen in inzichten; een theorie. Een theorie is een
stelsel van uitspraken die met elkaar samenhangen en deze verklaart hoe verschijnselen met elkaar
samenhangen. Op basis van zo’n theorie kun je voorspellingen doen die onderzocht kunnen worden.
Bij het vormen van een theorie moeten sociologen zichzelf drie vragen stellen:

1. Wat moeten we onderzoeken?
2. Hoe moeten de gegevens die een onderzoek oplevert aan elkaar gerelateerd worden?
3. Hoe kunnen we die gegevens duiden?

Bij het beantwoorden van deze vragen worden verschillende routes gebruikt. Deze theoretische
benadering is een fundamenteel beeld van de samenleving dat als richtsnoer dient voor theorie en
onderzoek.

Het structureel functionalisme
Hierin wordt een kader voor theorievorming gebruikt waarin de samenleving als complex systeem
gezien wordt waarin er onderlinge samenwerking is tussen de verschillende delen, welke solidariteit
en stabiliteit beoogt. Deze benadering richt zich op de sociale structuur en op relatief stabiele sociale
gedragspatronen. Alle sociale patronen zorgen er namelijk voor dat de samenleving in haar huidige
vorm kan functioneren. De drie sociologen die bij deze stroming horen zijn Durkheim, Comte en
Spencer. Spencer vergelijkt een samenleving met het menselijk lichaam; alle organen zorgen ervoor
dat het organisme als geheel kan functioneren.
Het structureel functionalisme heeft als doel om alle structuren van de samenleving en hun functies
te onderzoeken. Sociale structuren kennen verschillende functies, waarbij manifeste en latente
functies onderscheiden kunnen worden. De manifeste functies bevatten de onderkende en beoogde
gevolgen van een sociaal patroon, terwijl de latente functies de niet-onderkende en niet-beoogde
functies van een bepaald patroon bevatten. Ook zijn er sociale disfuncties, volgens Merton, wat
sociale patronen zijn die het functioneren van de samenleving kunnen verstoren.

De conflictsociologie
Kenmerkt zich door een denkkader waarin de samenleving wordt opgevat als een plek waar ruimte is
voor ongelijkheid en die conflicten en verandering veroorzaakt. De nadruk ligt op de vraag hoe
kenmerken als sociale klasse, ras, etniciteit, leeftijd en sekse gerelateerd zijn in ongelijkheid in geld,
onderwijs, macht en sociale status. Deze benadering richt zich op de positieve en negatieve gevolgen
van sociale structuren. Sociologen gebruiken de conflictsociologie om inzicht te krijgen in lopende
conflicten tussen dominante en achtergestelde groeperingen en vaak ook om de samenleving te
veranderen.

Sekseconflictbenadering
Deze benadering richt zich op de ongelijkheid en conflicten tussen mannen en vrouwen en is
gerelateerd aan het feminisme, dat streeft naar gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Hierin

, wordt benadrukt dat mannen een machtigere positie hebben dan vrouwen en dat vrouwen
een grote rol hebben gespeeld in de oorsprong van sociologie: Martineau en Addams.

De rassenconflictbenadering
Deze benadering richt zich op ongelijkheid en conflicten tussen mensen met verschillende
raciale en etnische achtergronden. Blanken hebben op veel gebieden voorrechten ten
opzichte van mensen met een andere huidskleur.

Het symbolisch interactionisme
Terwijl het structureel functionalisme en de conflictsociologie een oriëntatie op macroniveau
hebben; ze kijken naar de sociale structuren in de samenleving als geheel, zijn er ook benaderingen
die een oriëntatie op microniveau hebben. Deze geven een nauwkeurige en gedetailleerde
beschrijving van sociale interacties in concrete situaties. Het symbolisch interactionisme wordt
gekenmerkt door een denkkader waarin de samenleving wordt opgevat als het resultaat van
interacties tussen individuen. Weber is hier de grondlegger van.

De rationele keuzebenadering
Alle sociale handelingen kunnen teruggevoerd worden op de rationele keuze die het individu maakt;
de kosten-baten analyse. Ook hierbij is de oriëntatie op microniveau gericht. Homans en Blau
noemen dit ook wel de ruiltheorie; zij gaan ervan uit dat onze interacties geleid worden door onze
verwachtingen over of we er beter of slechter van worden.
Vier nadelen:

1. De benadering is gebaseerd op een economische theorie, waarbij er geld als ruilmiddel
gebruikt wordt en er is nog geen goed alternatief gevonden die men in de sociologie als
ruilmiddel kan gebruiken
2. Iedere handeling kan vertaald worden in termen van kosten en baten, waardoor de theorie
zowel het object als het bewijs op dezelfde manier benadert
3. Benadering staat niet stil bij het feit dat sociale ruilacties binnen individuelen vaak het gevolg
zijn van de sociale orde waarin men leeft in plaats van dat zij die orde verklaren.
4. Gedrag van mensen is vaak achteraf te verklaren met deze benadering en niet vooraf, terwijl
de sociologie juist voorspellingen vooraf wil doen.

Naast theoretische benaderingen zijn er ook drie verschillende onderzoeksbenaderingen die
sociologen gebruiken.

De positivistische sociologie
Deze methode is een logisch systeem dat zijn kennis baseert op directe, systematische observaties.
Positivistische sociologie is dus het op systematische observaties van het sociale gedrag gebaseerde
onderzoek van de samenleving. Sociologen in deze benadering gebruiken vaak begrippen, wat
mentale constructies zijn die een deel van de wereld in vereenvoudigde vorm weergeeft. Verder
gebruiken ze variabelen, wat concepten zijn waarvan de waarde per geval verandert. Denk hierbij
aan lengte. Ook meten ze veel variabelen en dat houdt een procedure in waarmee de waarde van
een variabele in een specifiek geval bepaald wordt. Sommige variabelen kunnen vrij makkelijk
gemeten worden, maar complexere variabelen (als sociale klasse) kunnen op veel verschillende
manieren gemeten worden. Daardoor moeten onderzoekers bepalen of ze een variabele zullen
operationaliseren, wat betekent dat ze nauwkeurig onder woorden brengen wat wordt gemeten en
hoe dat wordt gemeten.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur noavdberg2001. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,49  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter