Herhalingsvragen: Verwarmingslichamen en
toebehoren
1. Geef een voorbeeld van warmteoverdracht door stroming.
● Radiator
2. Geef een voorbeeld van warmteoverdracht door convectie.
● Terrasverwarmer ( infrarood)
3. Teken het aansluitschema van een radiator volgens aansluiting type 88
4. Teken het aansluitschema van een radiator volgens aansluiting type MM
5. Wat is een ventielradiator?
● Bij de ventielradiator is een kraanventiel ingebouwd (soms als supple- ment) zodat de
aansluiting vereenvoudigd wordt. Dit kraanventiel kan handbediend of
thermostatisch uitgevoerd worden.
6. Op welke twee manieren geeft een radiator warmte af aan de omgeving?
● straling (radiatie),
● stroming (convectie).
7. Teken een voorbeeld van een Type 21 radiator
, 8. Teken een voorbeeld van een type 33 radiator
9. Op een bestelbon staat “500x1400x33”. Wat betekend dit?
● 500/1400/33 = hoogte x lengte x type
10. Noem vier kenmerken van een designradiator.
● zijn functioneel, bv.: bankradiator, handdoekdroger...
● kunnen op maat of vorm gemaakt worden;
● de warmteafgifte staat in overeenstemming met de functie van de radiator: vb.
handdoekradiator droogt de handdoek maar verwarmt de ruimte niet;
● de kostprijs in vergelijking met de warmteafgifte is hoog
11. Volgens welk principe werkt een convector?
● De te verwarmen lucht komt via openingen onderaan in contact met de
warmtewisselaar waardoor het opgewarmde verwarmingswater stroomt. De
warmte wordt op de omgevende lucht overgedragen. Vermits warmte stijgt,
wordt daardoor een luchtstroom gecreëerd naar boven die langs de
warmtewisselaar strijkt.
De lucht in de trekschouw wordt verwarmd. Deze lichtere lucht stijgt en wordt
vervangen door koudere lucht.
Deze warmteafgifte gebeurt vrijwel enkel door convectie.
12. Noem vier kenmerken van een convector.
● kleine inertie: door kleine massa en kleine waterinhoud,
● compact,
● moeilijk te reinigen,
● geen stralingswarmte.
13. Noem vier kenmerken van een inbouwconvector.
● kleine inertie door kleine massa en kleine waterinhoud,
● geen zichtbare verwarmingslichamen,
● geen stralingswarmte,
● verzamelpunt van vuil en stof.
toebehoren
1. Geef een voorbeeld van warmteoverdracht door stroming.
● Radiator
2. Geef een voorbeeld van warmteoverdracht door convectie.
● Terrasverwarmer ( infrarood)
3. Teken het aansluitschema van een radiator volgens aansluiting type 88
4. Teken het aansluitschema van een radiator volgens aansluiting type MM
5. Wat is een ventielradiator?
● Bij de ventielradiator is een kraanventiel ingebouwd (soms als supple- ment) zodat de
aansluiting vereenvoudigd wordt. Dit kraanventiel kan handbediend of
thermostatisch uitgevoerd worden.
6. Op welke twee manieren geeft een radiator warmte af aan de omgeving?
● straling (radiatie),
● stroming (convectie).
7. Teken een voorbeeld van een Type 21 radiator
, 8. Teken een voorbeeld van een type 33 radiator
9. Op een bestelbon staat “500x1400x33”. Wat betekend dit?
● 500/1400/33 = hoogte x lengte x type
10. Noem vier kenmerken van een designradiator.
● zijn functioneel, bv.: bankradiator, handdoekdroger...
● kunnen op maat of vorm gemaakt worden;
● de warmteafgifte staat in overeenstemming met de functie van de radiator: vb.
handdoekradiator droogt de handdoek maar verwarmt de ruimte niet;
● de kostprijs in vergelijking met de warmteafgifte is hoog
11. Volgens welk principe werkt een convector?
● De te verwarmen lucht komt via openingen onderaan in contact met de
warmtewisselaar waardoor het opgewarmde verwarmingswater stroomt. De
warmte wordt op de omgevende lucht overgedragen. Vermits warmte stijgt,
wordt daardoor een luchtstroom gecreëerd naar boven die langs de
warmtewisselaar strijkt.
De lucht in de trekschouw wordt verwarmd. Deze lichtere lucht stijgt en wordt
vervangen door koudere lucht.
Deze warmteafgifte gebeurt vrijwel enkel door convectie.
12. Noem vier kenmerken van een convector.
● kleine inertie: door kleine massa en kleine waterinhoud,
● compact,
● moeilijk te reinigen,
● geen stralingswarmte.
13. Noem vier kenmerken van een inbouwconvector.
● kleine inertie door kleine massa en kleine waterinhoud,
● geen zichtbare verwarmingslichamen,
● geen stralingswarmte,
● verzamelpunt van vuil en stof.