Starrt reflectie
Situatie
Ik heb aan de examen opdracht wensen en behoeften inventariseren
ik heb deze opdracht uitgevoerd op de kinderopvang Het Vlinderhoekie. Ik voor
jongen I gekozen .
Taak
Mijn taak bij deze opdracht was om de opdracht te bespreken, verdiepen in
observatie procedures en protocollen. Informatie te verzamelen over het
gekozen kind en daarbij verschillende bronnen gebruiken en het kind observeren.
De observatie vastleggen in een observatieverslag
Activiteiten
Ik heb jongen I gekozen en ik heb gesprekken gevoerd met 2 collega’s. Ook heb
ik gesprekje gevoerd met jongen I. Na de gesprekken heb ik drie
gespreksverslagen en een persoonsbeschrijving gemaakt. Voordat Ik ging
observeren heb ik een observatieplan gemaakt waarin staat wat mijn doel is van
de observatie. Ik heb jongen I daarna geobserveerd en hiervan een
observatieverslag gemaakt en daaruit conclusie getrokken. Ook kon uit de
observatie en uit gesprekken zijn wensen en behoeften formuleren. Ik heb
hiervan heb een verslag gemaakt. Ik heb hem geobserveerd en daarvan een
observatieverslag gemaakt.
Resultaat
Het resultaat is dat ik me verdiept heb in observatie procedures en protocollen.
Ik heb een persoonsbeschrijving, observatieplan en daarna observatieschema
gemaakt. Ik heb jongen I geobserveerd en daardoor heb ik een beter beeld zijn
ontwikkeling en zijn wensen en behoeften. Hiervan heb een observatieverslag en
wensen en behoeften verslag gemaakt.
reflectie
Ik kijk wisselend terug op de situatie. Ik had veel tijd nodig voor de eerste
observatie omdat er waren veel vragen die ik moest aankruisen en ik wilde het
goed doen . En er veel was achtergrondgeluid op de groep. Verder ging het
observeren wel goed. Ik kon mijn aandacht erbij houden. De tweede observatie
ging beter. Ik had observatieformulier gebruikt van mijn organisatie. Er stonden
minder vragen op deze observatieformulier daardoor ging het observeren sneller
en makkelijker.
Toepassingen
De leerpunt is dat volgende keer het kind ga observeren mee ga nemen na een
andere groepsruimte om beter te kunnen observeren op bepaalde gebieden zoals
op rekenontwikkeling en ruimtelijke oriëntatie.
Situatie
Ik heb aan de examen opdracht wensen en behoeften inventariseren
ik heb deze opdracht uitgevoerd op de kinderopvang Het Vlinderhoekie. Ik voor
jongen I gekozen .
Taak
Mijn taak bij deze opdracht was om de opdracht te bespreken, verdiepen in
observatie procedures en protocollen. Informatie te verzamelen over het
gekozen kind en daarbij verschillende bronnen gebruiken en het kind observeren.
De observatie vastleggen in een observatieverslag
Activiteiten
Ik heb jongen I gekozen en ik heb gesprekken gevoerd met 2 collega’s. Ook heb
ik gesprekje gevoerd met jongen I. Na de gesprekken heb ik drie
gespreksverslagen en een persoonsbeschrijving gemaakt. Voordat Ik ging
observeren heb ik een observatieplan gemaakt waarin staat wat mijn doel is van
de observatie. Ik heb jongen I daarna geobserveerd en hiervan een
observatieverslag gemaakt en daaruit conclusie getrokken. Ook kon uit de
observatie en uit gesprekken zijn wensen en behoeften formuleren. Ik heb
hiervan heb een verslag gemaakt. Ik heb hem geobserveerd en daarvan een
observatieverslag gemaakt.
Resultaat
Het resultaat is dat ik me verdiept heb in observatie procedures en protocollen.
Ik heb een persoonsbeschrijving, observatieplan en daarna observatieschema
gemaakt. Ik heb jongen I geobserveerd en daardoor heb ik een beter beeld zijn
ontwikkeling en zijn wensen en behoeften. Hiervan heb een observatieverslag en
wensen en behoeften verslag gemaakt.
reflectie
Ik kijk wisselend terug op de situatie. Ik had veel tijd nodig voor de eerste
observatie omdat er waren veel vragen die ik moest aankruisen en ik wilde het
goed doen . En er veel was achtergrondgeluid op de groep. Verder ging het
observeren wel goed. Ik kon mijn aandacht erbij houden. De tweede observatie
ging beter. Ik had observatieformulier gebruikt van mijn organisatie. Er stonden
minder vragen op deze observatieformulier daardoor ging het observeren sneller
en makkelijker.
Toepassingen
De leerpunt is dat volgende keer het kind ga observeren mee ga nemen na een
andere groepsruimte om beter te kunnen observeren op bepaalde gebieden zoals
op rekenontwikkeling en ruimtelijke oriëntatie.