Examen BC & ET 1e zit 2016-
2017
FBT
1. - Teken acetylcoa en Phe
- Wat is super coiled coil motief.
- Geef de eiwit precipitatietechnieken
bijvraag over allosterische inhibitoren
2. -Bespreek de centrifugatie technieken
-Hoe kan men een stof vervolgens verder opzuiveren
3. -Geef de volledige energieopbrengst van glucose tot CO2. En geef ook de volledige koolstofbalans.
-Wat is oxidatieve en substraat fosforylering.
4. -Bespreek de signaaltransductie van steroïden
-Wat is het verschil met peptidehormonen
-----------------------------------------------------------------------------
1. a) Teken de structuur van NADH+H (nadruk op ADP)
b) Teken de structuur van Gln
c) Leg de pentose cyclus uit
d) Wat is een hormoon-receptor-DNA-complex?
e) Geef de conformatiekrachten van eiwitten
2. Leg IEF uit + toepassingen (bijvragen waren "Geeft dit een stabiel resultaat? (Antwoord: ja want
noemt ook steady-state)" en "Geef een verschil met elektroforese (Antwoord: elektroforese is niet
stabiel)", en bij toepassingen ook zeggen uit welke stalen (urine en cerebrospinaal vocht)
3. GG-fosforase-kinase is een enzym, in welk proces komt dit voor en leg dit proces uit
(glycogenolyse)
4. Geef alle membraanreceptoren en leg ze uit + teken op een schema hoe ze celreacties
teweegbrengen (Bijvraag: hoe heeft caffeïne hierop een invloed? omdat het fosfodiesterase
inhibeert)
ook telkens voorbeelden geven van liganden, ook voorbeelden van second messengers en effector
enzymen etc
-----------------------------------------------------------------------------
2017
FBT
1. - Teken acetylcoa en Phe
- Wat is super coiled coil motief.
- Geef de eiwit precipitatietechnieken
bijvraag over allosterische inhibitoren
2. -Bespreek de centrifugatie technieken
-Hoe kan men een stof vervolgens verder opzuiveren
3. -Geef de volledige energieopbrengst van glucose tot CO2. En geef ook de volledige koolstofbalans.
-Wat is oxidatieve en substraat fosforylering.
4. -Bespreek de signaaltransductie van steroïden
-Wat is het verschil met peptidehormonen
-----------------------------------------------------------------------------
1. a) Teken de structuur van NADH+H (nadruk op ADP)
b) Teken de structuur van Gln
c) Leg de pentose cyclus uit
d) Wat is een hormoon-receptor-DNA-complex?
e) Geef de conformatiekrachten van eiwitten
2. Leg IEF uit + toepassingen (bijvragen waren "Geeft dit een stabiel resultaat? (Antwoord: ja want
noemt ook steady-state)" en "Geef een verschil met elektroforese (Antwoord: elektroforese is niet
stabiel)", en bij toepassingen ook zeggen uit welke stalen (urine en cerebrospinaal vocht)
3. GG-fosforase-kinase is een enzym, in welk proces komt dit voor en leg dit proces uit
(glycogenolyse)
4. Geef alle membraanreceptoren en leg ze uit + teken op een schema hoe ze celreacties
teweegbrengen (Bijvraag: hoe heeft caffeïne hierop een invloed? omdat het fosfodiesterase
inhibeert)
ook telkens voorbeelden geven van liganden, ook voorbeelden van second messengers en effector
enzymen etc
-----------------------------------------------------------------------------