1 Personen met een visuele beperking
1.1 Terminologie
Bij personen met een visuele beperking staat de persoon voorop en is de
beperking 1 van de vele onderdelen van de identiteit=>meervoudige
identiteit. De beperking verwijst naar het ontbreken van iets=>brengt ons
bij kruispuntdenken: geeft verschillende dimensies van diversiteit en
machtsstructuren weer.
‘Personen met een visuele
beperking’ gaat om een
verscheiden populatie waarbij
het belangrijk is naar ieder
afzonderlijk individu (micro) en
het systeem (macro) te kijken
waarin deze zich bevindt.
Een goede visuele waarneming
berust op veel uiteenlopende
visuele functies, vb:
o Lichtzien-lichtgevoeligheid
o Vormzien-waarnemen van
vormen en details,
gemeten met
gezichtsscherpte
o Kleurenzien
o Gezichtsveld
o Licht-donker adaptatie
o Contrastgevoeligheid
o Gezichtsscherpte en gezichtsveld->belangrijk bij oftalmologische
indeling
We kunnen een opdeling maken in 3 groepen:
o Oftalmologische indeling: gaat uit van stoornis
o Etiologische indeling: gaat uit van een stoornis
o Functionele indeling: gaat uit van beperkingen en bijhorende
mogelijkheden van en voor de persoon
OFTALMOGOGISCHE INDELING
=oogheelkundige, medische indeling.
=>gebaseerd op het vaststellen of meten van het visuele
waarnemingsvermogen, hierbij zijn vooral gezichtsscherpte en
1
,gezichtsveld belangrijk. Een ernstige stoornis van 1 van beide of beide
samen, maakt dat men iemand beschouwd als een persoon met een
visuele beperking. Beperkingen van anders visuele functies kunnen ook
belangrijke gevolgen hebben voor de ontwikkeling en beleving van de
persoon.
Gezichtsscherpte of visus
=>laat toe om bijzonderheden en vormen van voorwerpen te
onderscheiden. Het is de maat om 2 dicht bij elkaar gelegen punten op
een bepaalde afstand nog gescheiden waar te nemen of dus de maat voor
de kleinste details die iemand nog kan onderscheiden.
Dit wordt bepaald door de grootte van het van het kleinste voorwerp dat
op een bepaalde afstand duidelijk kan gezien worden. Hierbij bepalen de
grootte van het voorwerp en de afstand waarop het zich bevindt de
grootte van het netvliesbeeld.
Screeningsinstrument voor veraf zien: E-figuren of onderbroken cirkels.
Deze tekens hebben bepaalde groottes die door een normaal
functionerend oog herkend moeten worden (vb er is een grootte bepaald
voor 60m, 36m, 24m, 12m, 9m, 6m. Als men de letter met waarde 6 op 6
meter afstand herkent=>visus van 6/6 of 1. Kan dit pas met waarde 36 op
6 meter zien=>visus van 6/36). Deze breuk is dus:
De afstand waarop iemand een voorwerp scherp kan zien
De afstand waarop iemand met een normaal gezichtsvermogen dit kan
zien.
Screeningsinstrument voor dichtbij zien: leeskaarten met letters en cijfers
op 30cm van het oog. Deze moeten we voorzichtig interpreteren omdat ze
minder betrouwbaar zijn.
Voor het meten van de visus van heel jonge kinderen (+/- 12m) of
kinderen met meervoudige beperkingen, gebruikt men nu een
geautomatiseerd auto- en photorefractometer=>leidt tot een
benaderende waarde, die een aanduiding geeft van de ernst van de
problemen. Het is nodig dit doorheen de jaren te herhalen om meer
zekerheid te bekomen. Daarnaast gebruikt men bij kleuters eveneens een
soort leeskaarten, maar dan met figuurtjes in plaats van letters.
In België wordt een persoon als blind beschouwd als de gezichtsscherpte
van het beste oog, met correctie door bril of lenzen, op afstand minder
dan 1/20 is=>meestal nog wel visuele mogelijkheden maar moet
waarschijnlijk braille leren.
Een persoon wordt als zwaar slechtziend beschouwd als het
gezichtsvermogen op afstand van het beste oog, met correctie door een
bril of lenzen, hoger is dan 1/20, maar lager of gelijk aan 3/10. Een
persoon dat meer dan 3/10 ziet maar minder dan het ‘gewone’
2
,gezichtsvermogen, met correctie door een bril of lenzen, is matig tot licht
slechtziend.
De grens die op basis van de gezichtsscherpte tussen blindheid en
slechtziendheid getrokken wordt, is in de praktijk niet altijd duidelijk en
zorgt voor heel wat meningsverschillen. Deze indeling komt vaak niet
overeen met de reële visuele mogelijkheden van een slechtziende
persoon. Lang niet alle visuele beperkingen kunnen via het meten van de
gezichtsscherpte vastgesteld worden (vb blinde vlekken in het
gezichtsveld of een kokervormig blikveld). Om die redenen is het ook van
belang het gezichtsveld te bepalen.
Gezichtsveld
=>het totale gebied dat overzien kan worden als men het hoofd en de
ogen volkomen stil houdt. De gezichtsvelden van beide ogen overlappen
elkaar voor een deel.
Centrale gezichtsveld:
o Hierin zien we scherp, dit
gebeurt door de gele vlek:
centrale deel v het netvlies
o Hierin liggen kegeltjes
waarmee we scherp zien in
daglicht en kleuren zien.
Perifeer gezichtsveld:
o We zien onscherp
o Staafjes
o Nacht
o Rol: waarschuwingsapparaat, oriëntering
o We draaien ogen als we iets waarnemen dat belangrijk lijkt=>het
beeld hiervan valt op gele vlek=>scherp zien
Het meten van het gezichtsveld gebeurt met een perimeter: koepel met
centraal een spiegeltje waarop de persoon zijn blik moet fixeren,
ondertussen beweegt een lichtje door de koepel, persoon geeft aan
wanneer hij het lichtje waarneemt zonder ernaar te zoeken. Deze meting
is pas van 6j betrouwbaar uit te voeren=>vraagt concentratie en goede
medewerking. Jongere leeftijd=>schatting maken door aantrekkelijk
voorwerp in gezichtsveld van kind te bewegen.
Gezichtsveld:
o Normaal: horizontale projectie 160°, verticale projectie 130°
3
, o Matig-licht slechtziend: minder dan optimale maar +20°
o Zwaar slechtziend: tussen 10°-20°
o Blind: 10° of minder
=>Algemeen: persoon is blind bij gezichtsscherpte 0 of minder dan 1/20
voor beste oog &of gezichtsveld 10° of minder =>alles gemeten met
correctie van bril of lenzen en beste oog.
INDELING VOLGENS LOKALISATIE VAN HET LETSEL
De plaats waar de stoornis gelokaliseerd wordt, kan verschillende
gevolgen hebben=>zie BMK
Optisch systeem bestaat uit:
o Beide ogen
o Gezichtsbanen
o Optisch centrum in de hersenen
Er wordt onderscheid gemaakt tss:
o Stoornissen aan de ogen=oculaire stoornissen (OVS)
o Stoornissen aan gezichtsbanen of optisch centrum in de hersenen =
cerebrale visusstoornissen (CVS) =>komen vaker voor bij personen
met meervoudige beperkingen, verschillende uitingen vb: moeilijk
met blik richten.
FUNCTIONELE INDELING
=>baseert zich op het resterende gezichtsvermogen, wat er wel nog is.
Naargelang het resterende gezichtsvermogen gaat de persoon immers
anders om met zijn beperkingen.
Men maakt onderscheid tss:
o Personen die geen enkele visuele reactie vertonen
o Personen met minimale visuele reacties, mogelijkheid bestaat om
door medisch ingrijpen of door stimulering van het visuele systeem
tot enige verbetering te komen in visueel functioneren =>deze
kinderen w soms als blind gediagnosticeerd maar hebben dus wel
nog een resterend gezichtsvermogen.
o Personen die zich visueel kunnen oriënteren en toch stoornissen
vertonen in gezichtsscherpte, gezichtsveld of zien van
kleuren=>aangeduid als slechtziend maar de aard en omvang van
de beperking en daaruit voortvloeiende beperking kan enorm
verschillen.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur elisebaeckelmans. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.