Dit is een samenvatting van het vak familiaal vermogensrecht. Alle lessen en PowerPoints zijn hierin opgenomen. Gegeven door Annelies Uytterhaegen in Rechtspraktijk.
Boek: Familiaal vermogensrecht (BLEND) - ISBN: 978-94-641-7574-5
Ik leerde voor het examen enkel deze samenvatting en behaalde in...
2 Relatievermogensrecht .............................................................................................. 3
2.1 inleiding............................................................................................................................... 3
2.2 huwelijksvermogensrecht ................................................................................................... 3
2.2.1 inleiding............................................................................................................................... 3
2.2.2 primair huwelijksstelsel ...................................................................................................... 4
2.2.3 Toepassingsgebied ratione personae en ratione temporis ................................................ 5
2.2.4 Krachtlijnen van het primair huwelijksvermogensstelsel ................................................... 6
2.2.5 Secundair huwelijksvermogensrecht .................................................................................. 6
2.2.6 Ontbinding, vereffening en verdeling ............................................................................... 17
2.3 Conventioneel huwelijksvermogensstelsel....................................................................... 22
2.3.1 huwelijkscontract.............................................................................................................. 22
2.4 samenwoningsvermogensrecht ........................................................................................ 27
2.4.1 wettelijk samenwonen...................................................................................................... 27
2.4.2 feitelijk samenwonen........................................................................................................ 27
3 Erfrecht ................................................................................................................... 28
3.1 Inleiding ............................................................................................................................ 28
3.1.1 devolutie ........................................................................................................................... 28
3.2 het openvallen van nalatenschap ..................................................................................... 30
3.2.1 openvallen van nalatenschap door de dood .................................................................... 30
3.2.2 formaliteiten ..................................................................................................................... 31
3.3 erfbekwaamheid ............................................................................................................... 32
3.3.1 bestaan op het moment van openvallen nalatenschap ................................................... 32
3.3.2 Niet onwaardig zijn (geen examenvragen) ....................................................................... 33
3.4 overgang van de nalatenschap ......................................................................................... 35
3.4.1 De voorlopige bezitsoverdracht (saisine) ......................................................................... 35
3.4.2 Eigendomsovergang en erfkeuze ...................................................................................... 35
3.5 Wettelijke devolutie ......................................................................................................... 37
3.5.1 De AB intestaat erfgerechtigden ...................................................................................... 37
3.5.2 Verdeling van de nalatenschap (bekijk eerst reserve) ...................................................... 57
3.6 conventionele devolutie ................................................................................................... 61
3.6.1 de reserve ......................................................................................................................... 62
4 Giften of schenkingen (geen examenleerstof)........................................................... 72
4.1 Inleiding ............................................................................................................................ 72
4.2 Giften (algemeen) ............................................................................................................. 72
4.2.1 Wat is een gift? ................................................................................................................. 72
4.2.2 Wanneer wordt een rechtshandeling als gift beschouwd? .............................................. 72
4.2.3 Grondvereisten voor giften: algemene inhoudelijke geldigheidsvereisten ..................... 72
4.2.4 soorten giften ................................................................................................................... 72
4.3 Schenkingen ...................................................................................................................... 73
4.3.1 Specifieke grondvereisten ................................................................................................ 73
4.4 testamenten...................................................................................................................... 73
,4.4.1 grondvereisten .................................................................................................................. 74
4.4.2 Voorwaarden om bij testament te erven ......................................................................... 74
4.4.3 Voorwerp testament – legaten ......................................................................................... 74
4.4.4 Testamentsvormen ........................................................................................................... 75
4.4.5 publiciteit .......................................................................................................................... 75
4.4.6 Nietigheid, herroeping en verval ...................................................................................... 76
Examen is 100% de slides! Open vragen, casussen, multiple choice zonder gis, geen theorie (ook 1
oefening op 20 punten → vereffening van huwelijksvermogen of overleiden)
Gerechtelijk privaatrecht en personen- en familierecht zijn basis.
Je mag je samenvatting doorsturen om te laten controleren.
Dringend: bel haar en spreek iets in (0479 28 72 17)
Wetboek meenemen
,1 INLEIDING
• Samenvattingen laten nakijken (2 weken voor examen)
• Telefonisch contacteren: 0479 2872 17
• Examen
- Open vragen
- Casussen
- MK (geen giscorrectie)
- 1 grote oefening op 20 punten (vereffeningverdeling naar aanleiding van scheiding of
overlijden)
1.1 FAMILIAAL VERMOGENSRECHT SITUERING
➔ Behoort tot het burgerlijk recht
➔ Nauw verbonden met het personen en familierecht
Taak: regelt zo goed als alle vermogensgevolgen binnen een familie
3 grote onderdelen binnen het familiaal vermogensrecht:
1. Relatievermogensrecht NADRUK
2. Erfrecht
3. Giften of schenkingen (louter begripsomschrijving en soorten giften)
1.2 HERHALING
1.2.1 ORDES EN GRADEN
(in oef: eerst ordes, dan graden)
1.2.1.1 ORDES
Wet voorziet een opdeling van de familie in 5 categorieën -> ordes
Rangschikking van hoog naar laag.
• Hoogste = nauwste verwanten
• In die volgorde wordt de erfenis toegekend
Nut? Kijken hoe generaties zich met elkaar verbinden (bloedverwantschap <-> partner)
Vijf ordes
• 1ste : afstammelingen van de decujus (= DC, overledene) -> kinderen, kleinkinderen,
achterkleinkinderen..
• 2de orde: ouders in leven, grootouders, broers en zussen
• 3de orde: broers en zussen als ouders dood zijn
• 4de orde: ascendenten (= tantes, nonkels, neven, nichten…)
• 5de orde: de staat (niemand is aanwezig -> innen door de staat)
Pagina 1 van 78
,5de orde is de ‘erfloze nalatenschap’ -> hele erfenis, indien er geen testament is opgesteld, gaat naar
de staat.
Hoe verder in orde, graad hoe meer belastingen je betaalt op het geërfd bedrag.
➔ Reden: verwantschap ligt verder
➔ Erfenissprong = wanneer er een generatie/orde wordt overgeslagen bij de erfenis
1.2.1.2 GRADEN EN LIJNEN
Binnen dezelfde orde zijn het de mensen met de nauwste band die zullen erven
Graden = generaties, stappen van het ene familielid naar het andere
➔ Per generatie telt men een graad
➔ Voorbeeld
• Ouders: 1ste graad en rechte lijn
• Broers en zussen: 2de graad en zijlijn
- OPM: je gaat eerst naar de gemeenschappelijke voorouder
• Volle adoptie: bloedband wordt doorbroken -> je kan niet meer erven van de oorspronkelijke
familie, enkel van je nieuwe
• Gewone adoptie: bloedband wordt niet doorbroken -> je kan erven van beide families
Vanaf wanneer is een vonnis definitief in het burgerlijk recht?
1. Maand verstreken na betekening door de gerechtsdeurwaarder
- Nodig voor te kunnen overgaan tot betekening van je vonnis? Uitvoerbare uitgifte van
het vonnis: grosse
Pagina 2 van 78
,2 RELATIEVERMOGENSRECHT
Familiaal vermogensrecht bestaat uit drie delen:
1. Relatievermogensrecht
2. Erfrecht
3. Giften
2.1 INLEIDING
Relatie
- Persoonsrechterlijke gevolgen
- Vermogensrechterlijke gevolgen
o Huwelijksvermogensrecht
o Samenwoningsvermogensrecht
Vermogen - Tijdens de relatie
- Bij de beëindiging
- Tussen de partners onderling
- Tegenover derden
Relatievermogensrecht: analyse 3 vragen
- Wat als de koppels niets geregeld hebben?
- Over welke contractvrijheid beschikken de koppels om hun vermogensrechtelijke
verhoudingen zelf te regelen?
- Zijn er beperkingen aan de contractvrijheid wanneer koppels hun vermogensrechtelijke
verhoudingen wensen te regelen?
2.2 HUWELIJKSVERMOGENSRECHT
2.2.1 INLEIDING
2.2.1.1 HET HUWELIJK: GEVOLGEN VOOR ECHTGENOTEN
2.2.1.1.1 PRIMAIRE GEVOLGEN: PRIMAIR HUWELIJKSSTELSEL:
- Art. 212 – 224 BW
- = Primair H-Stelsel
- Bevat persoonlijke maar ook vermogensrechtelijke bepalingen
- Dwingend recht: geldt onverkort voor élk huwelijk (gehuwd met of zonder
huwelijkscontract)
2.2.1.1.2 SECUNDAIRE GEVOLGEN: SECUNDAIR HUWELIJKSVERMOGENSSTELSEL
- Art. 1387 – 1474 BW
- = secundair H-stelsel
- Bevat enkel vermogensrechtelijke regels
- Aanvullend recht: vrije keuze van echtgenoten: ofwel nemen zij het stelsel aan zoals
beschreven in de wet (geen huwelijkscontract: wettelijk stelsel) ofwel wijken ze hiervan
af in een huwelijkscontract (bv. in huwelijkscontract: scheiding van goederen)
Pagina 3 van 78
,Stelsels samenvatting
• Wettelijk stelsel: 3 vermogens
• Scheiding van goederen: geen gemeenschappelijk vermogen
• Algehele gemeenschap: alles behoord tot het gemeenschappelijk vermogen
Scheiding van tafel en bed = je leeft apart en behoud het vermogensrechtelijk instituut van het
huwelijk
2.2.2 PRIMAIR HUWELIJKSSTELSEL
Reeds gezien in het OLOD personen- en familierecht
In het BW: Boek 1: personen: titel V het huwelijk (‘wederzijdse rechten en verplichtingen van
echtgenoten’)
2.2.2.1.1 PERSOONSRECHTELIJKE BEPALINGEN
- Art. 213 BW
- Plicht tot samenwonen
o Gezamenlijk verblijf houden
o Levensgemeenschap
o Geslachtsverkeer
- Plicht tot getrouwheid
- Plicht tot bijstand
o Eerbied
o Affectie
o Morele hulp
2.2.2.1.2 VERMOGENSRECHTELIJKE (EN GEMENGDE) BEPALINGEN
- Handelingsbekwaamheid (*)
- Autonomie inzake woonplaats
- Vrijheid van beroep
o Geen beroep dat aanzet tot oneerbaarheid bv. prostitutie
- Autonomie in bankzaken
- Ontvangst en besteding inkomsten
- Plicht tot hulp en bijdrage
- Bescherming van de gezinswoning: hoofdelijke aansprakelijkheid huishoudschulden(art.
215 BW)
o Twee of meerdere personen hebben een schuld -> schuldeiser kan een persoon
(schuldenaar) aanspreken voor de volledige schuld
- Andere onbekwaamheden
(*) onderscheid
• Genotsbekwaamheid = je hebt de rechten, je zou die handelingen kunnen stellen (je hebt de
mogelijkheid)
• Handelingsbekwaam = effectief stellen van die handelingen, rechten uitoefenen
• Autonomie van de echtgenoten • Solidariteit
• Gelijkheid tussen echtgenoten • Gezinsbelang
2.2.2.1.2.2 AARD VAN DE BEPALINGEN
• Zuiver persoonlijke bepalingen
• Gemengde bepalingen
• Vermogensrechtelijke bepalingen
2.2.2.1.2.3 DWINGEND KARAKTER
Bepalingen van persoonsrechtelijke aard Bepalingen van vermogensrechtelijke aard
= bepalingen m.b.t. staat en bekwaamheid van = bepalingen ter bescherming van
de echtgenoten - Private belangen van de echtgenoot
- Schuldeisers
Openbare orde Louter dwingend recht
Sanctie: absolute nietigheid Sanctie: relatieve nietigheid
- Door iedereen - Enkel de belanghebbende
2.2.2.1.2.4 WEDERKERIG OP GROND VAN DE WET
- Dus! Geen toepassing mogelijk op basis van: exceptio non adempleti contractus (ENAC)
- Handhaving: echtgenoot die in gebreke blijft kan gedwongen worden
2.2.3 TOEPASSINGSGEBIED RATIONE PERSONAE EN RATIONE TEMPORIS
Op wie? Ratione personae → Alle gehuwden
Wanneer? Ratione temporis → Voor de hele duur van het huwelijk
- Niet: na echtscheiding
- Wel: tijdens echtscheidingsprocedure
- Wel: bij feitelijke scheiding
o Uitvoering soms: andere vorm / soms onmogelijk
o Dringende en voorlopige maatregelen (Familierechtbank)
Pagina 5 van 78
,2.2.4 KRACHTLIJNEN VAN HET PRIMAIR HUWELIJKSVERMOGENSSTELSEL
• Gelijkheid van de echtgenoten
• Behoud van de autonomie van iedere echtgenoot
• Minimale solidariteit tussen de echtgenoten en bescherming van het gezinsbelang
2.2.4.1.1 GELIJKHEID
- Iedere echtgenoot heeft dezelfde rechten en plichten
- Handelingsbekwaamheid: door huwelijk wordt een echtgenoot NIET
handelingsonbekwaam
- Soms wel handelingsonbevoegdheid (over bestuursbevoegdheden van het vermogen)
2.2.4.1.2 SOLIDARITEIT TUSSEN ECHTGENOTEN EN BESCHERMING VAN HET GEZINSLEVEN
- Hulp- en bijdrage verplichting
o Hulpplicht: delen van de levensstandaard
o Bijdrage in lasten van het huwelijk
▪ Wat zijn de lasten van het huwelijk?
▪ Hoe bijdragen?
▪ Hoeveel bijdragen?
o Bestedingsvolgorde inkomsten
o Handhaving
- Bescherming van de gezinswoning
o Artikel 215 BW (*)
o Gezinswoning
o Draagwijdte: tussen echtgenoten!
o Beschermingstechniek
▪ Beide of één van de echtgenoten is eigenaar
▪ Echtgenoot is huurder
- Hoofdelijkheid voor huishoudelijke schulden en schulden van de opvoeding van de
kinderen
2.2.4.1.3 BEHOUD VAN DE AUTONOMIE/ZELFSTANDIGHEID VAN DE ECHTGENOTEN
- Vrijheid van beroepsuitoefening
- Inning en besteding van de inkomsten
- Opening van een bankrekening/kluis
(*) Art. 215 BW
• “onder bezwarende titel” = gezinswoning niet met een hypotheek verzwaren, borgstelling,
verkopen, verhuren langer dan 9 jaar zonder toestemming van de ander
• “of om niet onder de levende te beschikken” = testament mag want dat is bij overlijden, niet
schenken
2.2.5 SECUNDAIR HUWELIJKSVERMOGENSRECHT
2.2.5.1 INLEIDING
Huwelijksvermogensstelsel
= regeling m.b.t. goederen van de echtgenoten over:
Pagina 6 van 78
, 1. Wie is eigenaar van welke goederen
2. Beheer en beschikking over die goederen
3. Hoe de goederen worden verdeeld bij ontbinding
Art. 1387 en art. 1390 BW:
- Wettelijk stelsel = modelsysteem
- Aanvullend recht:
o Men mag van dit modelsysteem afwijken
o Via H-contract (notariële akte)
- 3 vermogens
o Eigen vermogen man
o Eigen vermogen vrouw
o Gemeenschappelijk vermogen
- Aanvullend recht: wanneer is het wettelijk stelsel van toepassing?
o Geen H-contract: toepassing van rechtswege
o Wel H-contract: toepassing op aspecten in H-contract worden niet geregeld
- Aanwezigheid van 3 partimonia
o Wet schrijft voor welke goederen tot welk vermogen behoren
o Scheiding van goederen en gemeenschap van aanwinsten
- Gelijkheid tussen echtgenoten inzake beheer van patrimonia
Pagina 7 van 78
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur rechtenstudent011. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.