lOMoARcPSD|6297168
Samenvatting Excel
, lOMoARcPSD|6297168
1. Relatieve en absolute adressering
Cellen steeds vermenigvuldigen, optellen,…
2. Wiskundige functies
SOM, GEMIDDELDE, MIN, MAX, AANTAL, AANTAL.LEGE.CELLEN
2.1. Functie AANTAL ARGUMENTEN
Telt het aantal niet-lege cellen in een bereik (ook tekst!)
Syntaxis: =AANTALARG(bereik)
2.2. Product-functie
Hiermee kunnen maximaal 30 getallen met elkaar vermenigvuldigd worden.
Syntaxis: =PRODUCT(getal1;getal2;…) waarbij getal1;getal2;getal3;…: de getallen of
bereiken die je met elkaar vermenigvuldigt.
Voorbeeld:
2.3.Somproduct-functie
Maakt het mogelijk om reeksen gegevens (minimaal 2, maximaal 30) eerst term per term met
elkaar te vermenigvuldigen en dan te totaliseren.
Syntaxis: =SOMPRODUCT(matrix1;matrix2;matrix3;…) waarbij matrix1;matrix2;matrix3;…: de
reeksen die je wilt vermenigvuldigen en dan totaliseren.
Voorbeeld: let op (per regel selecteren)
2.4.Rest-functie
Geeft de rest bij deling van een getal door deler.
Syntaxis: =REST(getal; deler)
Voorbeeld:
, lOMoARcPSD|6297168
3. Afronden
3.1. De AFRONDEN-functie
Alles >= 5 wordt naar boven afgerond.
Syntaxis: =AFRONDEN(getal; aantal-decimalen)
Voorbeelden: =AFRONDEN(45,235;1) geeft: 45,2
=AFRONDEN(45,235;2) geeft: 45,24
3.2.Afronden-boven MOET NIET
3.3 afronden naar beneden
Rondt een getal steeds naar beneden af (dichter naar nul).
Syntaxis: =AFRONDEN.NAAR.BENEDEN(getal; aantal-decimalen)
Voorbeelden: =AFRONDEN.NAAR.BENEDEN(3,2;0) geeft: 3
=AFRONDEN.NAAR.BENEDEN(-3;14159;3) geeft: -3,141
4.Tekst functies 4.1.KLEINE HOOFD EN
BEGINLETTER
Om tekst om te zetten naar hoofd- of kleine letters.
Syntaxis: =KLEINE.LETTERS(tekst)
=HOOFDLETTERS(tekst)
=BEGINLETTERS(tekst)
4.2.LINKS EN RECHTS
Haalt het aantal opgegeven karakters uit een tekst. Laat je het aantal-tekens weg, dan geldt de
waarde 1.
Syntaxis: =LINKS(tekst; aantal-tekens)
=RECHTS(tekst; aantal-tekens)
4.3.DEEL FUNCTIE
Geeft een bepaald aantal tekens van een tekenreeks, beginnend van de positie die je opgeeft.
Syntaxis: =DEEL(tekst;begin_getal;aantal-tekens)
4.4.Lengte-functie
Geeft als resultaat het aantal tekens uit een tekenreeks.
Syntaxis: =LENGTE(tekst)
4.5.Tekst. Samenvoegen
Deze functie of het &-teken voegt verschillende tekenreeksen samen tot één tekenreeks.
Syntaxis: =TEKST.SAMENVOEGEN(tekst1;tekst2;tekst3;…)
Samenvatting Excel
, lOMoARcPSD|6297168
1. Relatieve en absolute adressering
Cellen steeds vermenigvuldigen, optellen,…
2. Wiskundige functies
SOM, GEMIDDELDE, MIN, MAX, AANTAL, AANTAL.LEGE.CELLEN
2.1. Functie AANTAL ARGUMENTEN
Telt het aantal niet-lege cellen in een bereik (ook tekst!)
Syntaxis: =AANTALARG(bereik)
2.2. Product-functie
Hiermee kunnen maximaal 30 getallen met elkaar vermenigvuldigd worden.
Syntaxis: =PRODUCT(getal1;getal2;…) waarbij getal1;getal2;getal3;…: de getallen of
bereiken die je met elkaar vermenigvuldigt.
Voorbeeld:
2.3.Somproduct-functie
Maakt het mogelijk om reeksen gegevens (minimaal 2, maximaal 30) eerst term per term met
elkaar te vermenigvuldigen en dan te totaliseren.
Syntaxis: =SOMPRODUCT(matrix1;matrix2;matrix3;…) waarbij matrix1;matrix2;matrix3;…: de
reeksen die je wilt vermenigvuldigen en dan totaliseren.
Voorbeeld: let op (per regel selecteren)
2.4.Rest-functie
Geeft de rest bij deling van een getal door deler.
Syntaxis: =REST(getal; deler)
Voorbeeld:
, lOMoARcPSD|6297168
3. Afronden
3.1. De AFRONDEN-functie
Alles >= 5 wordt naar boven afgerond.
Syntaxis: =AFRONDEN(getal; aantal-decimalen)
Voorbeelden: =AFRONDEN(45,235;1) geeft: 45,2
=AFRONDEN(45,235;2) geeft: 45,24
3.2.Afronden-boven MOET NIET
3.3 afronden naar beneden
Rondt een getal steeds naar beneden af (dichter naar nul).
Syntaxis: =AFRONDEN.NAAR.BENEDEN(getal; aantal-decimalen)
Voorbeelden: =AFRONDEN.NAAR.BENEDEN(3,2;0) geeft: 3
=AFRONDEN.NAAR.BENEDEN(-3;14159;3) geeft: -3,141
4.Tekst functies 4.1.KLEINE HOOFD EN
BEGINLETTER
Om tekst om te zetten naar hoofd- of kleine letters.
Syntaxis: =KLEINE.LETTERS(tekst)
=HOOFDLETTERS(tekst)
=BEGINLETTERS(tekst)
4.2.LINKS EN RECHTS
Haalt het aantal opgegeven karakters uit een tekst. Laat je het aantal-tekens weg, dan geldt de
waarde 1.
Syntaxis: =LINKS(tekst; aantal-tekens)
=RECHTS(tekst; aantal-tekens)
4.3.DEEL FUNCTIE
Geeft een bepaald aantal tekens van een tekenreeks, beginnend van de positie die je opgeeft.
Syntaxis: =DEEL(tekst;begin_getal;aantal-tekens)
4.4.Lengte-functie
Geeft als resultaat het aantal tekens uit een tekenreeks.
Syntaxis: =LENGTE(tekst)
4.5.Tekst. Samenvoegen
Deze functie of het &-teken voegt verschillende tekenreeksen samen tot één tekenreeks.
Syntaxis: =TEKST.SAMENVOEGEN(tekst1;tekst2;tekst3;…)