Samenvatting wetgeving

WETGEVING
1 INLEIDING
1.1 DEFINITIE VAN ‘RECHT’
“Recht is een geheel van gedragsregels die door de overheid worden opgelegd
en afdwingbaar zijn.”

Meestal gaat het om gedragsregels.

1.2 GESCHIEDENIS
Voor 1830 werden de wetten bepaald door één persoon (Willem de eerste).
Tijdens de Belgische revolutie werd Nederland weggedreven en moest er een
nieuwe wetgever aangesteld worden.

Hier werd besloten dat er:
- Een grondwet kwam
- Een verdeling van de machten kwam

1) Wetgevende macht
De wetgevende macht bepaald de inhoud van de wetten.
In principe wordt dit bepaald door het volk. Aangezien het praktisch gezien
niet haalbaar is dat alle Belgen wekelijks naar Brussel moeten gaan om te
stemmen en niet iedereen zich interesseert in alle wetten is er gekozen voor
een trapdemocratie. ‘Het volk’ kiest parlementsleden die hun stem
vertegenwoordigen (= parlementaire democratie)
2) Uitvoerende macht
De uitvoerende macht kan bij hoogdringende problemen snel ingrijpen (bv.
Covid 19).
3) Rechterlijke macht

Ook besloot men om een wetgever op 3 niveaus te creëren wegens grote
verschillen tussen de landsdelen:

Wetgevende macht Uitvoerende macht
Het nationale niveau Parlement Regering
 Wet  Koninklijk besluit of
ministerieel besluit
De provincie De provincieraad De bestendige deputatie
 Reglement  Besluit
De gemeente De gemeenteraad Het college van
 Reglement burgemeester en
schepenen
 Besluit


Voor 1980 besloot de minister waar geld naartoe ging. Was de minister een Waal
dan ging het budget naar Wallonië, was de minister een Vlaming dan ging het

,budget naar Vlaanderen.
Burgers waren hier niet tevreden over en wouden hier een eerlijke verdeling in.
Hierdoor kwam er een nieuw parlement: ‘De gemeenschappen en de gewesten’.
Vanaf 1980 waren er dus 4 wetgevers:

Wetgevende macht Uitvoerende macht
Het nationale niveau Parlement Regering
 Wet  Koninklijk besluit of
ministerieel besluit
De gemeenschappen, De De gemeenschapsraad, De executieve
gewesten De gewestraad  Besluit
 Decreet
De provincie De provincieraad De bestendige deputatie
 Reglement  Besluit
De gemeente De gemeenteraad Het college van
 Reglement burgemeester en
schepenen
 Besluit


Om te voorkomen dat wetten en decreten niet met elkaar in strijd komen is er
het grondwettelijk hof (rechtbank). Zij besluiten of een wet of decreet ten
strijde komt met de grondwet of niet.

1.3 INDELING VAN HET RECHT
Er zijn heel erg veel wetten. Er is voor gekozen om deze per categorie te
ordenen, te coderen en vast te leggen in wetboeken.

Publiek recht Privaatrecht
Overheid <-> Burger Burger <-> Medeburger
Fiscaal recht Burgerlijk recht:
- Personenrecht
- Familierecht
- Erfrecht en schenking
Sociale zekerheid Zakenrecht
Grondwettelijk recht Verbintenissenrecht
Strafrecht Ondernemingsrecht
Administratief recht


Het privaat recht gaat voor een groot gedeelte over ons vermogen:

 Zakenrecht: De optelsom van alle goederen die je in eigendom hebt, hier
trek je alle schulden die je hebt van af.
 Verbintenissenrecht: Alle schuldvorderingen op anderen die je hebt.

Het verschil tussen deze twee optelsommen is het vermogen waarover je (al dan
niet) beschikt.

, 2 INLEIDENDE BEGRIPPEN EN REGELINGEN
2.1 SOORTEN RECHTSREGELS
Voor elke wetstak zijn er drie soorten regels. Sommige regels zijn dwingend,
bij andere regels kan er afgeweken worden indien nodig. Elk van deze regels zit
op een eigen niveau:

1. Een regel van openbare orde en goede zede :
Dit zijn fundamentele regels in de maatschappij en hier mag niet van
afgeweken worden. Ook niet indien een van de betrokken partijen hier
toestemming voor geeft.
Bv: Broer en zus mogen niet trouwen, organen mag je niet verkopen, als
iemand smeekt om hem neer te schieten en je doet dit blijft het moord.
2. Een regel van dwingend recht:
Dit zijn regels die een partij willen beschermen. In principe mag er niet van
afgeweken worden maar zolang de beschermende partij akkoord gaat blijft
deze bestaan.
Bv: Herroepingsrecht van 14 dagen bij een online aankoop is altijd geldig
om de koper te beschermen ook al zegt de website van niet.
Bv: Apple gaf in Amerika maar 1 jaar waarborg en wou dit in Europa ook zo
doen. Ze lieten kopers een contract tekenen waarbij ze kennisnamen met
dit feit. Hierbij werd er toch besloten dat de consument recht heeft op 2
jaar waarborg aangezien dit de klant beschermt.
3. Een regel van aanvullend recht:
Een regel van aanvullend recht mag je contractueel van afwijken en als je
afwijkt blijft de regel gelden. Ook wanneer iets niet in het contract
opgenomen is werkt het aanvullend recht als een hulpmiddel.
Bv: Huurwetgeving: De kosten van de nutsvoorzieningen zijn voor de
huurder, hier mag van afgeweken worden indien de partijen dit zo willen.
Bv: Huurwetgeving: In je contract staat dat bij verlaten van het huurpand
de huurder de muren wit verft, de huurder is verplicht dit te doen.
Bv: Woninghuur: De kost van de onroerende voorheffing wordt via
dwingend recht op de verhuurder gelegd, bij handelshuur is dit niet het
geval.

2.2 DE HOVEN EN RECHTBANKEN
 De vrederechter:
Per kanton van +/- 60 000 inwoners is er een vrederechter. Deze is
bevoegd voor:
o Vorderingen tot €5000 (geldbedragen)
o Geschillen in verband met onroerende goederen (bv. Burenruzie,
problemen huurbaas)