1.1 kandidaat onderbouwt voor een situatie of deze behoort tot het goederenrecht of het
verbintenisrecht.
Verbintenisrecht: juridische relatie tussen 2 personen bv. Overeenkomst tussen 2 personen of meer
personen. Dit staat in boek 6 & 7.
Goederenrecht: persoon die zeggenschap heeft over een goed dit noem je ook wel absolute
vermogensrecht. Dit vind je in boek 3 & 5.
1.2 kandidaat onderbouwt voor een situatie of er sprake is van een absoluut of relatiefrecht.
Absoluut: beschrijft de zeggenschap die een persoon heeft over een goed. (goederenrecht)
Relatief: beschrijft de juridische relatie tussen personen, bijv. bij een koopovereenkomst heeft de
koper de plicht om de koopsom te betalen en heeft de verkoper de plicht om het product te leveren.
( verbintenisrecht) Relatiefrecht scheppen rechten en plichten tussen personen.
1.3 kandidaat onderbouwt voor een situatie van welk soort goed er sprake is.
Goederen : zijn alle tastbare zaken of voorwerpen die voor een menselijke beheersing vatbaar zijn, of
toe wel roerende zaken & onroerende zaken.
Vermogensrecht: volgens art. 3:6 BW zijn het alle rechten die op geld waardeerbaar zijn en die een
rechthebbende aan een ander kan overdragen, bijv. recht van een verkoper op een koopsom.
( geld, vorderingen & vermogen) niet tastbaar.
1.4 kandidaat onderbouwt voor een situatie of sprake is van houderschap/eigendom en of
bezit.
Houderschap: iemand heeft feitelijk macht over een goed, maar houden zegt niets over de rechten
die iemand over een goed heeft.
1. Houden voor jezelf: dat je vanaf het moment dat je weet dat je iets niet terug gaat geven.
2. Houden voor een ander: dan geef je het weer terug aan de eigenaar
Houden in een ruime zin:. houden voor een ander machtuitoefening voor een ander
Houden in een enge zin: . bezit, feitelijke machtuitoefening voor jezelf
Eigendom: je kan aantonen dat je eigenaar bent van een goed.
Bezit: je houdt iets voor jezelf, omdat je feitelijke macht over het goed hebt.
Je hebt 2 vormen van bezitten;
Bezit te goeder trouw: de bezitter oefent feitelijke macht over een goed, maar weet of behoort
te weten dat hij/zij rechthebbende is.
Bezit niet te goeder trouw: een bezitter die niet weet en ook niet kan weten dat hij/zij niet de
rechthebbende is.
Schuldenaar: degene die schuld moet aflossen
schuldeiser: degene die schuld kan innen
endossement: het zetten van naam van de nieuwe eiser op het orderpapier
, 1.5 kandidaat onderbouwt voor een situatie of deze voldoet aan de vereisten voor een
overdracht.
Geldige titel: reden voor de overdracht? Dit kan een koopovereenkomst zijn, maar kan ook een
schenkingsovereenkomst/ ruilovereenkomst zijn. De titel is ongeldig als er gebrek aan kleeft bijv. als
een overeenkomst nietig is of als die achteraf wordt vernietigd.
Beschikkingsbevoegdheid: de gene die het goed over draagt moet beschikkingsbevoegd zijn. Hij/zij
moet dus rechtmatig eigenaar zijn van het goed, anders beschikken ze dus niet over de rechten van
het goed om het over te dragen.
Levering: het goed moet op wijze worden geleverd zoals de wet beschrijft. Wijze van leveringen:
- art. 3:89 BW beschrijft de wijze van levering voor registergoederen( onroerende zaken)
(akte + inschrijving in het kadaster)
- art. 3:90 & 3:95 BW beschrijven de wijze van levering voor niet-registergoederen
- art. 3: 93 en 94 BW beschrijven de wijze van levering voor vorderingen
1.6 kandidaat onderbouwt voor een situatie op welke wijze de levering van goederen
plaatsvindt.
Roerende zaken: art. 3:90 BW, wordt gedaan door feitelijke bezitsverschaffing. Dit houd in dat de
vervreemder( bezitter) zorgt dat de verkrijger het goed in zijn macht krijgt. Door overhandigen of
leveren.
1. Levering met korte hand: A verkoopt boek aan B, B had het boek al en wordt van houder ook
bezitter omdat hij het boek al had.
2. Levering c.p: de verkrijger wordt na sluiten van koopovereenkomst meteen eigenaar, alleen
de vervreemder die dus het goed levert tijdelijk het goed nog gebruikt.
3. Levering met lange hand: hierbij is ALTIJD een derde bij betrokken, deze derde is de houder
tijdelijk. Door de eigendomsoverdracht gaat hij houden voor een ander.
Onroerende zaken of schepen/vliegtuigen van 20 ton of meer art. 3: 89 BW: inschrijving +notariële
akte en registreren bij het kadaster.
Vordering aan toonder: de naam van de schuldeiser is niet bekend, dus degene die de vordering laat
zien wordt de vordering uitbetaald. Denk hierbij aan een kaartje wat je hebt gewonnen.
Vordering op naam: een vordering van een met name genoemde schuldeiser, wil deze schuldeiser
deze vordering overdragen dan is daarvoor een akte nodig. Dit wil zeggen dat de overdracht op
papier moet worden gezet en beide partijen dit moeten ondertekenen. Dit heet een akte van cessie.
Vordering aan order: vordering van een met name genoemde schuldeiser. Op het zogeheten
orderpapier staat dat de schuldenaar zal betalen aan de schuldeiser, of desgewenst aan een ander.
Maar dan alleen in opdracht van de schuldenaar. De levering hiervan bestaat uit de
bezitsverschaffing van het orderpapier, met daarop aan de achterkant de naam van de nieuwe
schuldeiser, dit heet endossement.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur desku_lirija. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,19. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.