Thema 1: Transport
1. Transport bij de mens
1.1 Inleiding
- Wat is het belang van het transportstelsel?
➢ Essentieel voor homeostase! (= het constant houden van het inwendig
milieu)
- Welke eigenschappen van water zijn belangrijk voor de werking van het
menselijk lichaam?
1. Belangrijk reagens bij chemische reacties in levende systemen
2. Oplosmiddel
3. Grote warmtecapaciteit → warmtebuffer
1.2 Het Hart
1.2.1 Het hart is een orgaan met vier compartimenten en krijgt zijn bloed toegevoerd
door de coronaire vaten, het stuwt zuurstofarm bloed naar de longen en zuurstofrijk
bloed naar de rest van het lichaam.
Het hart ligt nabij de ventrale borstwand. Het hart bevindt
zich in het
mediastinum (= de
ruimte die de
Pericardiale
borstholte in twee holte
longholten
verdeelt). Het hart is omgeven door de
pericardiale holte. De bekleding van
Mediastinum
de pericardiale holte is een membraan,
het zogenoemde hartzakje of
pericardium.
Functie hartzakje: positie hart stabiliseren
Functie vocht in holte: wrijving verminderen
1.2.1.1 De uitwendige anatomie van het hart
- Voorkant
Door Fien Goeminne
, RB: rechterboezem
LB: linkerboezem
RK: Rechterkamer
LK: linkerkamer
Kransslagaders
- Achterkant
1.2.1.2 Hartwand
De wand van het hart bevat drie duidelijk herkenbare lagen: het epicardium
(buitenste, = ook binnenste laag hartzakje), het myocardium (het middelste) en het
endocardium (het binnenste).
1.2.1.3 Inwendige anatomie en organisatie
Door Fien Goeminne
, = Litteken van in
de tijd van de foetus.
: linker en
rechterharthelft
continue gescheiden.
: linkerkant is
dikker gespierd
doordat het bloed
door heel het lichaam
moet gepompt
worden.
- Hartkleppen (atrioventriculaire kleppen)
Hartkleppen zijn
afhankelijk van
de
peeskoordjes
van de kamers.
Functie:
teruglopen van
het bloed
tegenhouden.
- Halvemaanvormige kleppen
Door Fien Goeminne
, - Bloedtoevoer naar het hart
1.2.2 De contractiele cellen en het geleidingssysteem zorgen voor de vorming van
elke hartslag. Op een elektrocardiogram worden de gerelateerde elektrische
gebeurtenissen vastgelegd.
1.2.2.1 Het geleidingssysteem
= Een netwerk van gespecialiseerde hartspiercellen die elektrische impulsen
opwekken en geleiden. Ze werken autonoom. (= er worden geen impulsen van de
hersenen gegeven)
Er zijn twee soorten cellen:
- De nodale cellen, die de snelheid van de hartcontracties bepalen en
bevinden zich in de sinusknoop (ontstaan prikkel) en de atrioventriculaire
knoop.
- De geleidende cellen, die de prikkel tot samentrekking naar het volledige
myocardium voortgeleiden. Ze bevinden
zich in de Bundel van His, de bundeltakken
en in de Vezels van Pukinje.
Door Fien Goeminne
1. Transport bij de mens
1.1 Inleiding
- Wat is het belang van het transportstelsel?
➢ Essentieel voor homeostase! (= het constant houden van het inwendig
milieu)
- Welke eigenschappen van water zijn belangrijk voor de werking van het
menselijk lichaam?
1. Belangrijk reagens bij chemische reacties in levende systemen
2. Oplosmiddel
3. Grote warmtecapaciteit → warmtebuffer
1.2 Het Hart
1.2.1 Het hart is een orgaan met vier compartimenten en krijgt zijn bloed toegevoerd
door de coronaire vaten, het stuwt zuurstofarm bloed naar de longen en zuurstofrijk
bloed naar de rest van het lichaam.
Het hart ligt nabij de ventrale borstwand. Het hart bevindt
zich in het
mediastinum (= de
ruimte die de
Pericardiale
borstholte in twee holte
longholten
verdeelt). Het hart is omgeven door de
pericardiale holte. De bekleding van
Mediastinum
de pericardiale holte is een membraan,
het zogenoemde hartzakje of
pericardium.
Functie hartzakje: positie hart stabiliseren
Functie vocht in holte: wrijving verminderen
1.2.1.1 De uitwendige anatomie van het hart
- Voorkant
Door Fien Goeminne
, RB: rechterboezem
LB: linkerboezem
RK: Rechterkamer
LK: linkerkamer
Kransslagaders
- Achterkant
1.2.1.2 Hartwand
De wand van het hart bevat drie duidelijk herkenbare lagen: het epicardium
(buitenste, = ook binnenste laag hartzakje), het myocardium (het middelste) en het
endocardium (het binnenste).
1.2.1.3 Inwendige anatomie en organisatie
Door Fien Goeminne
, = Litteken van in
de tijd van de foetus.
: linker en
rechterharthelft
continue gescheiden.
: linkerkant is
dikker gespierd
doordat het bloed
door heel het lichaam
moet gepompt
worden.
- Hartkleppen (atrioventriculaire kleppen)
Hartkleppen zijn
afhankelijk van
de
peeskoordjes
van de kamers.
Functie:
teruglopen van
het bloed
tegenhouden.
- Halvemaanvormige kleppen
Door Fien Goeminne
, - Bloedtoevoer naar het hart
1.2.2 De contractiele cellen en het geleidingssysteem zorgen voor de vorming van
elke hartslag. Op een elektrocardiogram worden de gerelateerde elektrische
gebeurtenissen vastgelegd.
1.2.2.1 Het geleidingssysteem
= Een netwerk van gespecialiseerde hartspiercellen die elektrische impulsen
opwekken en geleiden. Ze werken autonoom. (= er worden geen impulsen van de
hersenen gegeven)
Er zijn twee soorten cellen:
- De nodale cellen, die de snelheid van de hartcontracties bepalen en
bevinden zich in de sinusknoop (ontstaan prikkel) en de atrioventriculaire
knoop.
- De geleidende cellen, die de prikkel tot samentrekking naar het volledige
myocardium voortgeleiden. Ze bevinden
zich in de Bundel van His, de bundeltakken
en in de Vezels van Pukinje.
Door Fien Goeminne