Samenvatting wero
Hoe ziet het eruit
1) Verklaren waarom het onderwerp van belang is binnen de opleiding tot kleuteronderwijzer
Kinderen leren via hun lichaam en via de zintuigen. Ze doen met andere woorden aan zintuiglijke
ontwikkeling via dingen waar te nemen. Het waarnemen doen ze met de zintuigen.
2) De lichaamsdelen correct kunnen benoemen
3) De delen van het gezicht correct kunnen benoemen
1
, Hoe werkt het
1) De functie van het skelet kunnen beschrijven en er een synomiem voor geven: geraamte
Dient voor ondersteuning van het lichaam, bescherming van de organen en de aanhechting van de
spieren.
2) Kunnen uitleggen wat kraakbeen is en wat de functie van kraakbeen is in het lichaam
Kraakbeen is een schokdemper die tussen de botten zit. Het zorgt ervoor dat we zware schokken goed
kunnen opvangen.
3) Je moet de werking en de functie van de gewrichten kunnen uitleggen
Een gewricht bestaat uit 2 of meerdere botten die tegen elkaar bewegen. Meestal zijn ze bekleed met
kraakbeen. Er is een rol- (pols), scharnier- (elleboog) en kogelgewricht (heup).
4) Je moet de definitie van een spier kunnen geven
Doordat 2 spieren samentrekken wanneer een bot moet bewegen, is er beweging mogelijk. We hebben
de spieren nodig in ons dagelijkse leven
5) Je moet kunnen uitleggen waarom aan elk bot 2 spieren zitten
Spieren kunnen alleen trekken. De ene trekt in de ene richting en de andere in de tegenovergestelde
richting. Dit is omdat ze samentrekken en daardoor kracht kunnen uitoefenen.
6) Je moet kunnen toelichting geven bij de verschillende functies van spieren
- Zodat we kunnen bewegen
- verschillende onderdelen op de juiste plaats houden
- belangrijke rol bij de functie van de organen bv. hartspier, maag,…
7) Je moet kunnen aangeven welke onderdelen van het lichaam deel uitmaken van het zenuwstelsel
Hersenen, ruggenmerg en zenuwen
8) Je moet kunnen uitleggen hoe het zenuwstelsel een coördinerende rol speelt bij alle handelingen
Ze sturen de spieren aan, het verwerken van zintuiglijke prikkels en de emotionele en verstandelijke
processen
9) Je moet de functies, de plaats in het lichaam en de beschrijving van de onderdelen van het centrale
zenuwstelsel kunnen geven
2
,10) Je moet kunnen uitleggen wat het perifere zenuwstelsel is en toelichting kunnen geven bij 2 soorten
zenuwen (motorische en sensorische)
Zie bovenstaande foto
Motorische zenuwen = geven info van de hersenen door aan de spieren
Sensorische zenuwen = geven info van hersenen door over pijn, warmte, kou en de positie van de
ledematen.
11) Je moet kunnen uitleggen waarom de schildklier zo belangrijk is
Hij is de metabole thermostaat van het lichaam, want hij reguleert de lichaamstemperatuur,
energieverbruik en bij kinderen de groeisnelheid, het functioneren van hart en spijsvertering.
12) Je moet kunnen uitleggen wat hormonen zijn
Chemische stoffen die worden afgescheiden uit klieren. Ze worden via het bloed vervoerd.
13) Je moet kunnen tonen waar de schildklier zich bevindt
14) Je moet de spijsverteringsorganen kunnen aanduiden op een figuur
15) Je moet de weg die het voedsel aflegt en de manier waarop het afgebroken wordt kunnen toelichten
Door de peristaltische beweging wordt eten naar beneden geduwd. Als je kauwt, maal je het eten fijn.
Daarna kun je het makkelijk doorslikken. Er komt speeksel bij. Het voedsel gaat via je keel naar de
slokdarm. Daar wordt het doorheen geperst naar je maag. Daar blijft het voedsel een tijdje. De maag
maakt maagsap. Er zitten stoffen in, die voedsel kunnen oplossen in water; enzymen noem je zulke
stoffen. Daarna gaat het verder naar de dunne darm. Hier wordt het voedsel verteerd. De vezels komen
uit de dunne darm eerst in de dikke darm. Vanuit de dunne darm kom je in de dikke darm. Door de dikke
darm gaat de inhoud naar de einddarm.
3
, 16) Je moet kunnen opsommen wat ons bloed transporteert doorheen ons lichaam
Bloed vervoert voedings- en afvalstoffen, zuurstof en kooldioxide, hormonen en andere stoffen naar alle
delen van het lichaam. Daarnaast transporteert bloed ook cellen die ziektekiemen kunnen uitschakelen
en cellen die wondjes afdichten.
17) Je moet de werking van het hart kunnen toelichten
Het hart pompt het bloed via de rechterkamer en de longslagader naar de longen. In de longen geeft het
bloed koolzuur af en neemt het zuurstof op. Dit zuurstofrijke bloed stroomt door de longaderen terug
naar het hart.
18) Je moet het verschil kunnen beschrijven tussen aders en slagaders, je moet een aantal voorbeelden
kunnen geven van belangrijke slagaders bv aorta
Slagaders voeren bloed van het hart af en aders voeren bloed naar het hart toe. In het filmpje zie je hoe
dat precies gaat. Slagaders hebben een dikke wand. Dankzij die dikke wand kunnen ze het bloed van je
hart door je lichaam persen.
Belangrijke slagaders = aorta, longslagader, kransslagader, beenslagader, nierslagader
19) Je moet kunnen uitleggen waarom wij ademen
Door adem te halen krijgen we zuurstof binnen. De zuurstof komt eerst in de longen. Van daaruit gaat het
via het bloed naar alle spieren.
20) Je moet de weg die ingeademde lucht in je lichaam aflegt kunnen beschrijven
De lucht die je inademt, gaat via de neusholte, keelholte en luchtpijp naar je longen. De afvalstof
koolstofdioxide die bij de verbranding ontstaat, adem je uit.
21) Je moet de 2 ademhalings manieren kunnen toelichten
Buikademhaling en Ribademhaling
4
Hoe ziet het eruit
1) Verklaren waarom het onderwerp van belang is binnen de opleiding tot kleuteronderwijzer
Kinderen leren via hun lichaam en via de zintuigen. Ze doen met andere woorden aan zintuiglijke
ontwikkeling via dingen waar te nemen. Het waarnemen doen ze met de zintuigen.
2) De lichaamsdelen correct kunnen benoemen
3) De delen van het gezicht correct kunnen benoemen
1
, Hoe werkt het
1) De functie van het skelet kunnen beschrijven en er een synomiem voor geven: geraamte
Dient voor ondersteuning van het lichaam, bescherming van de organen en de aanhechting van de
spieren.
2) Kunnen uitleggen wat kraakbeen is en wat de functie van kraakbeen is in het lichaam
Kraakbeen is een schokdemper die tussen de botten zit. Het zorgt ervoor dat we zware schokken goed
kunnen opvangen.
3) Je moet de werking en de functie van de gewrichten kunnen uitleggen
Een gewricht bestaat uit 2 of meerdere botten die tegen elkaar bewegen. Meestal zijn ze bekleed met
kraakbeen. Er is een rol- (pols), scharnier- (elleboog) en kogelgewricht (heup).
4) Je moet de definitie van een spier kunnen geven
Doordat 2 spieren samentrekken wanneer een bot moet bewegen, is er beweging mogelijk. We hebben
de spieren nodig in ons dagelijkse leven
5) Je moet kunnen uitleggen waarom aan elk bot 2 spieren zitten
Spieren kunnen alleen trekken. De ene trekt in de ene richting en de andere in de tegenovergestelde
richting. Dit is omdat ze samentrekken en daardoor kracht kunnen uitoefenen.
6) Je moet kunnen toelichting geven bij de verschillende functies van spieren
- Zodat we kunnen bewegen
- verschillende onderdelen op de juiste plaats houden
- belangrijke rol bij de functie van de organen bv. hartspier, maag,…
7) Je moet kunnen aangeven welke onderdelen van het lichaam deel uitmaken van het zenuwstelsel
Hersenen, ruggenmerg en zenuwen
8) Je moet kunnen uitleggen hoe het zenuwstelsel een coördinerende rol speelt bij alle handelingen
Ze sturen de spieren aan, het verwerken van zintuiglijke prikkels en de emotionele en verstandelijke
processen
9) Je moet de functies, de plaats in het lichaam en de beschrijving van de onderdelen van het centrale
zenuwstelsel kunnen geven
2
,10) Je moet kunnen uitleggen wat het perifere zenuwstelsel is en toelichting kunnen geven bij 2 soorten
zenuwen (motorische en sensorische)
Zie bovenstaande foto
Motorische zenuwen = geven info van de hersenen door aan de spieren
Sensorische zenuwen = geven info van hersenen door over pijn, warmte, kou en de positie van de
ledematen.
11) Je moet kunnen uitleggen waarom de schildklier zo belangrijk is
Hij is de metabole thermostaat van het lichaam, want hij reguleert de lichaamstemperatuur,
energieverbruik en bij kinderen de groeisnelheid, het functioneren van hart en spijsvertering.
12) Je moet kunnen uitleggen wat hormonen zijn
Chemische stoffen die worden afgescheiden uit klieren. Ze worden via het bloed vervoerd.
13) Je moet kunnen tonen waar de schildklier zich bevindt
14) Je moet de spijsverteringsorganen kunnen aanduiden op een figuur
15) Je moet de weg die het voedsel aflegt en de manier waarop het afgebroken wordt kunnen toelichten
Door de peristaltische beweging wordt eten naar beneden geduwd. Als je kauwt, maal je het eten fijn.
Daarna kun je het makkelijk doorslikken. Er komt speeksel bij. Het voedsel gaat via je keel naar de
slokdarm. Daar wordt het doorheen geperst naar je maag. Daar blijft het voedsel een tijdje. De maag
maakt maagsap. Er zitten stoffen in, die voedsel kunnen oplossen in water; enzymen noem je zulke
stoffen. Daarna gaat het verder naar de dunne darm. Hier wordt het voedsel verteerd. De vezels komen
uit de dunne darm eerst in de dikke darm. Vanuit de dunne darm kom je in de dikke darm. Door de dikke
darm gaat de inhoud naar de einddarm.
3
, 16) Je moet kunnen opsommen wat ons bloed transporteert doorheen ons lichaam
Bloed vervoert voedings- en afvalstoffen, zuurstof en kooldioxide, hormonen en andere stoffen naar alle
delen van het lichaam. Daarnaast transporteert bloed ook cellen die ziektekiemen kunnen uitschakelen
en cellen die wondjes afdichten.
17) Je moet de werking van het hart kunnen toelichten
Het hart pompt het bloed via de rechterkamer en de longslagader naar de longen. In de longen geeft het
bloed koolzuur af en neemt het zuurstof op. Dit zuurstofrijke bloed stroomt door de longaderen terug
naar het hart.
18) Je moet het verschil kunnen beschrijven tussen aders en slagaders, je moet een aantal voorbeelden
kunnen geven van belangrijke slagaders bv aorta
Slagaders voeren bloed van het hart af en aders voeren bloed naar het hart toe. In het filmpje zie je hoe
dat precies gaat. Slagaders hebben een dikke wand. Dankzij die dikke wand kunnen ze het bloed van je
hart door je lichaam persen.
Belangrijke slagaders = aorta, longslagader, kransslagader, beenslagader, nierslagader
19) Je moet kunnen uitleggen waarom wij ademen
Door adem te halen krijgen we zuurstof binnen. De zuurstof komt eerst in de longen. Van daaruit gaat het
via het bloed naar alle spieren.
20) Je moet de weg die ingeademde lucht in je lichaam aflegt kunnen beschrijven
De lucht die je inademt, gaat via de neusholte, keelholte en luchtpijp naar je longen. De afvalstof
koolstofdioxide die bij de verbranding ontstaat, adem je uit.
21) Je moet de 2 ademhalings manieren kunnen toelichten
Buikademhaling en Ribademhaling
4
