NEUROKINESITHERAPIE 3
2025-2026
,
,VESTIBULAIRE REVALIDATIE
ANATOMIE EN FYSIOLOGIE VAN HET VESTIBULAIRE SYSTEEM
HET VESTIBULAIRE SYSTEEM - COMPONENTEN
Input
Er zijn verschillende soorten receptoren. Ze geven andere informatie en worden anders getest
PROPRIOCEPTIE
Type informatie:
• Positiezin
• Bewegingszin
Assessment:
• Spiegelbewegingen, thumb finding test ⟶ je kan dit analytisch (gewricht per gewricht) doen of algemeen (bv
repositioneringstest)
⟶ Examen: testen van NK 1 kennen!
LABYRINT
Type informatie:
• Positie van het hoofd in gravitationele ruimte
• Lineaire versnelling van het hoofd ⟶ niet snelheid!
• Rationele versnellingen van het hoofd
Assessment:
• Bedside test (klinisch) ⟶ head impulse test, head shaking test, dix-hallpike test, ocular counter roll test
• Vestibulaire functietesten ⟶ calorische test, video head impulse test
VISUS
⟶ Belangrijk voor het evenwicht
Type informatie:
1. Detectie van obstakels in de omgeving:
• Proactief scannen van omgeving
• Belangrijk aspect van feedforward
⟶ Bv: je moet weten dat er iets op de trap ligt waar je omheen moet lopen, anders val je = relatie tussen visus en
oculomotorische skills
2. Detectie van eigen beweging tov stilstaande objecten (bv hoogtevrees)
• Zowel centrale als perifere visie
o Centrale visie = projectie van object wordt groter op netvlies
o Perifere visie = optic flow
⟶ Neiging om als passagier in een snel rijdende auto te willen remmen (als dit niet werkt kan er bv een kop-
staartbotsing plaatsvinden)
• Schatting van eigen posturale zwaai ten opzichte van een vast referentiepunt ⟶ hoogtevrees: je hebt geen
referentiepunt om je houdingszwaai in te schatten waardoor je onzeker bent
• Bewegende visuele informatie – destabiliserend effect = visueel geïnduceerde instabiliteit/ duizeligheid ⟶ optokinetic
training (= kijken naar een beeld van een winkelkar dat door de winker rijdt)
, 3. Visuele orientatie (verticaal referentiekader)
Verticaal referentiekader = juiste perceptie van wat verticaal, horizontaal of orthogonaal is
• Een kanteling van 1° is al genoeg voor een persoon met een normaal verticaal referentieframe om te zien dat het niet
verticaal is
Beoordeling van de perceptie van verticaliteit: Subjective Visual Vertical (SVV) test
• Laserstraal in volledige duisternis
• Startpositie van de laser: 5°, 10° en 20° naar links en rechts
• Hoofd van pt in neutrale positie en neiging naar links en rechts
• P moet de lijn verticaal zetten → zeer gevoelige test!
• Een gezond persoon kan dit binnen een foutbereik van 1°
Assessment van visus en de oculomotorische vaardigheden in functie van het bewaren van het evenwicht
1. Visus
• Visual acuity = gezichtsscherpte → testen mbv ototypes bv Baily & Lovie-kaart
o Als je alles goed leest krijg je een score van 0
o logMAR score = 1.10 – (Tc x Lv)
▪ Tc = het aantal juiste letters
▪ Lv = de waarde van een letter (0,02)
• Contrastgevoeligheid, herkenning van de voorgrond, dieptepercepti
2. Visueel veld
• Confrontatietest (screening voor (grof) visueel veld defect zoals een dode hoek)
• Betekenis van gezichtsvelddefecten
3. Oculomotorische skills (nodig om de omgeving te scannen op mogelijks obstakels)
• Smooth pursuit eye movements → object kunnen volgen (probleem: ogen gaan trillen tijdens bewegingen)
o Test: laat pt puntje van vinger volgen (links naar rechts en boven naar onder)
• Vergentie (di-en convergentie): vinger voor de pt zijn neus, dan dichterbij en verder weg verplaatsen (pt moet kunnen
wisselen tussen dichtbij kijken en ver weg)
• Saccades = snelle oogbewegingen
o Testen door iets voor pt aan linker- en rechterzijde te houden en pt te vragen van de ene naar de andere te
kijken → moeten een snelle sprong met de ogen maken)
→ Hyposaccades = te kleine sprong
→ Hypersaccade = te grote sprong
• Optokinetisch geïnduceerde oogbewegingen
o Bij gezonde mensen: lijkt op nystagmus
o Testen: rol met strepen die draait/filmpje met wit/zwarte strepen of met je vingers naast elkaar bewegen
• Vestibulo-oculaire bewegingen
CAVE: hemispatieel visueel neglect
2025-2026
,
,VESTIBULAIRE REVALIDATIE
ANATOMIE EN FYSIOLOGIE VAN HET VESTIBULAIRE SYSTEEM
HET VESTIBULAIRE SYSTEEM - COMPONENTEN
Input
Er zijn verschillende soorten receptoren. Ze geven andere informatie en worden anders getest
PROPRIOCEPTIE
Type informatie:
• Positiezin
• Bewegingszin
Assessment:
• Spiegelbewegingen, thumb finding test ⟶ je kan dit analytisch (gewricht per gewricht) doen of algemeen (bv
repositioneringstest)
⟶ Examen: testen van NK 1 kennen!
LABYRINT
Type informatie:
• Positie van het hoofd in gravitationele ruimte
• Lineaire versnelling van het hoofd ⟶ niet snelheid!
• Rationele versnellingen van het hoofd
Assessment:
• Bedside test (klinisch) ⟶ head impulse test, head shaking test, dix-hallpike test, ocular counter roll test
• Vestibulaire functietesten ⟶ calorische test, video head impulse test
VISUS
⟶ Belangrijk voor het evenwicht
Type informatie:
1. Detectie van obstakels in de omgeving:
• Proactief scannen van omgeving
• Belangrijk aspect van feedforward
⟶ Bv: je moet weten dat er iets op de trap ligt waar je omheen moet lopen, anders val je = relatie tussen visus en
oculomotorische skills
2. Detectie van eigen beweging tov stilstaande objecten (bv hoogtevrees)
• Zowel centrale als perifere visie
o Centrale visie = projectie van object wordt groter op netvlies
o Perifere visie = optic flow
⟶ Neiging om als passagier in een snel rijdende auto te willen remmen (als dit niet werkt kan er bv een kop-
staartbotsing plaatsvinden)
• Schatting van eigen posturale zwaai ten opzichte van een vast referentiepunt ⟶ hoogtevrees: je hebt geen
referentiepunt om je houdingszwaai in te schatten waardoor je onzeker bent
• Bewegende visuele informatie – destabiliserend effect = visueel geïnduceerde instabiliteit/ duizeligheid ⟶ optokinetic
training (= kijken naar een beeld van een winkelkar dat door de winker rijdt)
, 3. Visuele orientatie (verticaal referentiekader)
Verticaal referentiekader = juiste perceptie van wat verticaal, horizontaal of orthogonaal is
• Een kanteling van 1° is al genoeg voor een persoon met een normaal verticaal referentieframe om te zien dat het niet
verticaal is
Beoordeling van de perceptie van verticaliteit: Subjective Visual Vertical (SVV) test
• Laserstraal in volledige duisternis
• Startpositie van de laser: 5°, 10° en 20° naar links en rechts
• Hoofd van pt in neutrale positie en neiging naar links en rechts
• P moet de lijn verticaal zetten → zeer gevoelige test!
• Een gezond persoon kan dit binnen een foutbereik van 1°
Assessment van visus en de oculomotorische vaardigheden in functie van het bewaren van het evenwicht
1. Visus
• Visual acuity = gezichtsscherpte → testen mbv ototypes bv Baily & Lovie-kaart
o Als je alles goed leest krijg je een score van 0
o logMAR score = 1.10 – (Tc x Lv)
▪ Tc = het aantal juiste letters
▪ Lv = de waarde van een letter (0,02)
• Contrastgevoeligheid, herkenning van de voorgrond, dieptepercepti
2. Visueel veld
• Confrontatietest (screening voor (grof) visueel veld defect zoals een dode hoek)
• Betekenis van gezichtsvelddefecten
3. Oculomotorische skills (nodig om de omgeving te scannen op mogelijks obstakels)
• Smooth pursuit eye movements → object kunnen volgen (probleem: ogen gaan trillen tijdens bewegingen)
o Test: laat pt puntje van vinger volgen (links naar rechts en boven naar onder)
• Vergentie (di-en convergentie): vinger voor de pt zijn neus, dan dichterbij en verder weg verplaatsen (pt moet kunnen
wisselen tussen dichtbij kijken en ver weg)
• Saccades = snelle oogbewegingen
o Testen door iets voor pt aan linker- en rechterzijde te houden en pt te vragen van de ene naar de andere te
kijken → moeten een snelle sprong met de ogen maken)
→ Hyposaccades = te kleine sprong
→ Hypersaccade = te grote sprong
• Optokinetisch geïnduceerde oogbewegingen
o Bij gezonde mensen: lijkt op nystagmus
o Testen: rol met strepen die draait/filmpje met wit/zwarte strepen of met je vingers naast elkaar bewegen
• Vestibulo-oculaire bewegingen
CAVE: hemispatieel visueel neglect