Samenvatting Inleiding Tot
Chemie
2025-2026 Jan
Info
- Oefen bundel op BB is handig, maar niet representatief. Dat is grotendeels
veel te makkelijk. In de bundel zijn de laatste oefeningen pas de moeilijkere
telkens
- Hij is iemand die heel hard zegt van, niet gewoon vanbuiten leren, maar
effectief snappen.
- In zijn cursus staat soms van wat wanneer is ontdekt, dat moet je niet
kennen, vind hij gwn interessant om erbij te schrijven.
- MOOC = module op BB: zou de cursus kunnen vervangen eig, maar is niet
van hem ofzo.
- Op het examen wordt alle hoofdstukken gevraagd, er zijn geen onbelangrijke
hoofdstukken ofzo die hij weg laat.
- Examenvraag 1: “geef de best mogelijke beschrijving van ...”, en jij moet dan
zeggen: ofwel enkelvoudige zuivere stof, ofwel samengestelde zuivere stof,
ofwel homogeen mengsel, ofwel heterogeen mengsel. 1 van die 4 dus kiezen
bij een gegeven stof.
CHEMIE FOCUST BLIJKBAAR SUPER HARD OP
OEFENINGEN EN VEEL MINDER OP THEORIE. HET IS
VOORAL FORMULES GOED WETEN EN WETEN HOE JE DE
THEORIE TOEPAST IN OEFENINGEN.
Deel 1: materie en energie:
1.1 Basisbegrippen - materie
Materie of stof
Alles waar het waarneembaar universum is opgebouwd. Het heeft een massa en
neemt ruimte in.
Materiaal
Materie met een specifieke functie.
,Atoom
Het kleinste deeltje dat kan tussenkomen in een chemische combinatie. (H, O, ...)
Verschil atoom en element
Atoom is de soort, element gaat specifiek over een atoom.
Hij gebruikte vergelijking, “ik ben een mens (=atoom), maar ik ben ook Pieter
Billen” (=element)
Een molecule.
Minsten 2 atomen die aan elkaar gebonden zijn. Dit moet echter zijn met een
covalente binding (=door een elektron te delen), anders is het geen molecule.
Homonucleaire molecule
Moleculen met maar 1 atoomsoort: bv. H2, O2, N2, ...
Heteronucleair molecule
Moleculen met verschillende atoomsoorten: bv. H2O, ChCl3, ...
Fysische verschijnselen
Verandering van toestand of vorm.
Chemische verschijnselen
Verandering waarbij de samenstelling van materie verandert (welke specifieke
atoomsoorten combinatie)
Wat als fysische en chemische verschijnselen.
(Heb ik zelf wat geredeneerd aan een voorbeeld van hem), maar als er dus iets
nieuws wordt gevormd door 2 stoffen ook al veranderd dan de aggregatietoestand
enzo, dan is het nog steeds een chemisch verschijnsel.
Sublimeren
De overgang van Vast gas, zonder daartussen een andere aggregatietoestand te
hebben gehad.
Condenseren
Gas vloeistof EN Gas vast
Mengsel vs zuivere stof
Zuivere stof= 1 Fasen en 1 component.
Mengsel = meerdere fasen en/of meerdere componenten
, (“en/of” omdat als je bv verschillende aggregatietoestand hebt, heb je nog
steeds andere
fasen, en is het een mengsel, of je kan 1 fasen hebben, maar met
verschillende componenten, wat het ook nog een mengsel maakt).
(Component = atoom-, molecule-, ionrooster-, ... soort.)
Homogeen mengsel
Op super kleine schaal (niet atomisch of kleiner tho want wel verschillende
atoomsoorten) kom je alleen maar hetzelfde mengsel tegen, zowel fysisch als
chemisch. Er zijn soms/vaak wel verschillende moleculen soorten maar die zijn niet
te onderscheiden in het mengsel zelf.
Voorbeeld vast homogeen mengsel
Legeringen van metalen.
Heterogeen mengsel
Wanneer je op eender welke schaal (niet atomisch of kleiner tho) verschillende
dingen tegenkomt.
Onderscheiding in heterogene mengsels.
- Grof mengsel: componenten met het blote oog zichtbaar (>0,1mm)
- Dispersiemengsel: met microscoop zichtbaar (0,1μm – 1mm)
o Suspensie: vast in vloeibaar mengsel
o Emulsie: vloeibaar in vloeibaar mengsel
- Colloïdaal mengsel: < 0,1μm
o Bijna niet meer zichtbaar met een normale microscoop.
o Zijn bijzonder stabiel, blijven super lang gemend in tegenstelling tot de
andere 2 die wrs na een tijd de componenten uit zichzelf wat gaat
scheiden.
Wat is een fase.
Een hoeveelheid homogene stof die op zichzelf naast een andere hoeveelheid
homogene stof bestaat. (een andere aggregatietoestand is ook een andere fase
btw)
Aggregatietoestanden
- Vast
- Vloeibaar
- Gas
- Plasma (= een gas met geladen deeltjes bv. vuur of bliksem).
, Wat is een “enkelvoudige zuivere stof”
Stoffen die uit 1 atoomsoort bestaan. (bv. koper, goud, grafiet, …)
Samengestelde zuivere stoffen.
Alle zuivere stoffen die uit meer dan 1 atoomsoort bestaat. (miss moleculair, maar
kan ook in een rooster gebonden zijn ofzo (of nog andere mogelijkheden)).
Samenvattend schema:
F staat voor Fase, C voor component.
Samenstelling van lucht (zei hij ineens random da wij da
moesten onthouden)
Ongeveer 80% stikstof, 20% zuurstof bij benadering.
1.2 Inleiding tot de atoomtheorie
Wet van behoud van massa.
De totale massa van stoffen die aan een reactie meedoen is gelijk aan de totale
massa van de stoffen die na de reactie gevormd word.
Chemie
2025-2026 Jan
Info
- Oefen bundel op BB is handig, maar niet representatief. Dat is grotendeels
veel te makkelijk. In de bundel zijn de laatste oefeningen pas de moeilijkere
telkens
- Hij is iemand die heel hard zegt van, niet gewoon vanbuiten leren, maar
effectief snappen.
- In zijn cursus staat soms van wat wanneer is ontdekt, dat moet je niet
kennen, vind hij gwn interessant om erbij te schrijven.
- MOOC = module op BB: zou de cursus kunnen vervangen eig, maar is niet
van hem ofzo.
- Op het examen wordt alle hoofdstukken gevraagd, er zijn geen onbelangrijke
hoofdstukken ofzo die hij weg laat.
- Examenvraag 1: “geef de best mogelijke beschrijving van ...”, en jij moet dan
zeggen: ofwel enkelvoudige zuivere stof, ofwel samengestelde zuivere stof,
ofwel homogeen mengsel, ofwel heterogeen mengsel. 1 van die 4 dus kiezen
bij een gegeven stof.
CHEMIE FOCUST BLIJKBAAR SUPER HARD OP
OEFENINGEN EN VEEL MINDER OP THEORIE. HET IS
VOORAL FORMULES GOED WETEN EN WETEN HOE JE DE
THEORIE TOEPAST IN OEFENINGEN.
Deel 1: materie en energie:
1.1 Basisbegrippen - materie
Materie of stof
Alles waar het waarneembaar universum is opgebouwd. Het heeft een massa en
neemt ruimte in.
Materiaal
Materie met een specifieke functie.
,Atoom
Het kleinste deeltje dat kan tussenkomen in een chemische combinatie. (H, O, ...)
Verschil atoom en element
Atoom is de soort, element gaat specifiek over een atoom.
Hij gebruikte vergelijking, “ik ben een mens (=atoom), maar ik ben ook Pieter
Billen” (=element)
Een molecule.
Minsten 2 atomen die aan elkaar gebonden zijn. Dit moet echter zijn met een
covalente binding (=door een elektron te delen), anders is het geen molecule.
Homonucleaire molecule
Moleculen met maar 1 atoomsoort: bv. H2, O2, N2, ...
Heteronucleair molecule
Moleculen met verschillende atoomsoorten: bv. H2O, ChCl3, ...
Fysische verschijnselen
Verandering van toestand of vorm.
Chemische verschijnselen
Verandering waarbij de samenstelling van materie verandert (welke specifieke
atoomsoorten combinatie)
Wat als fysische en chemische verschijnselen.
(Heb ik zelf wat geredeneerd aan een voorbeeld van hem), maar als er dus iets
nieuws wordt gevormd door 2 stoffen ook al veranderd dan de aggregatietoestand
enzo, dan is het nog steeds een chemisch verschijnsel.
Sublimeren
De overgang van Vast gas, zonder daartussen een andere aggregatietoestand te
hebben gehad.
Condenseren
Gas vloeistof EN Gas vast
Mengsel vs zuivere stof
Zuivere stof= 1 Fasen en 1 component.
Mengsel = meerdere fasen en/of meerdere componenten
, (“en/of” omdat als je bv verschillende aggregatietoestand hebt, heb je nog
steeds andere
fasen, en is het een mengsel, of je kan 1 fasen hebben, maar met
verschillende componenten, wat het ook nog een mengsel maakt).
(Component = atoom-, molecule-, ionrooster-, ... soort.)
Homogeen mengsel
Op super kleine schaal (niet atomisch of kleiner tho want wel verschillende
atoomsoorten) kom je alleen maar hetzelfde mengsel tegen, zowel fysisch als
chemisch. Er zijn soms/vaak wel verschillende moleculen soorten maar die zijn niet
te onderscheiden in het mengsel zelf.
Voorbeeld vast homogeen mengsel
Legeringen van metalen.
Heterogeen mengsel
Wanneer je op eender welke schaal (niet atomisch of kleiner tho) verschillende
dingen tegenkomt.
Onderscheiding in heterogene mengsels.
- Grof mengsel: componenten met het blote oog zichtbaar (>0,1mm)
- Dispersiemengsel: met microscoop zichtbaar (0,1μm – 1mm)
o Suspensie: vast in vloeibaar mengsel
o Emulsie: vloeibaar in vloeibaar mengsel
- Colloïdaal mengsel: < 0,1μm
o Bijna niet meer zichtbaar met een normale microscoop.
o Zijn bijzonder stabiel, blijven super lang gemend in tegenstelling tot de
andere 2 die wrs na een tijd de componenten uit zichzelf wat gaat
scheiden.
Wat is een fase.
Een hoeveelheid homogene stof die op zichzelf naast een andere hoeveelheid
homogene stof bestaat. (een andere aggregatietoestand is ook een andere fase
btw)
Aggregatietoestanden
- Vast
- Vloeibaar
- Gas
- Plasma (= een gas met geladen deeltjes bv. vuur of bliksem).
, Wat is een “enkelvoudige zuivere stof”
Stoffen die uit 1 atoomsoort bestaan. (bv. koper, goud, grafiet, …)
Samengestelde zuivere stoffen.
Alle zuivere stoffen die uit meer dan 1 atoomsoort bestaat. (miss moleculair, maar
kan ook in een rooster gebonden zijn ofzo (of nog andere mogelijkheden)).
Samenvattend schema:
F staat voor Fase, C voor component.
Samenstelling van lucht (zei hij ineens random da wij da
moesten onthouden)
Ongeveer 80% stikstof, 20% zuurstof bij benadering.
1.2 Inleiding tot de atoomtheorie
Wet van behoud van massa.
De totale massa van stoffen die aan een reactie meedoen is gelijk aan de totale
massa van de stoffen die na de reactie gevormd word.
