100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting IC-kern toets IC verpleegkundige

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
264
Subido en
22-12-2025
Escrito en
2025/2026

Een uitgebreide samenvatting van alle thema's die belangrijk zijn voor de IC kern toets. Met deze samenvattend ga je gegarandeerd goed scoren!

Institución
Grado











Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Libro relacionado

Escuela, estudio y materia

Grado

Información del documento

¿Un libro?
No
¿Qué capítulos están resumidos?
Desconocido
Subido en
22 de diciembre de 2025
Número de páginas
264
Escrito en
2025/2026
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

Samenvatting kennistoets IC-kern

Respiratoir falen/NIV

Typen respiratoire insufficiëntie:

• Respiratoire insufficiëntie type 1
o Problemen die aanleiding geven tot dalen van de oxygenatie.
o Behandeling:
▪ FiO2 verhogen, intrapulmonale shunt verkleinen of cardiac output
optimaliseren.
o Oorzaken:
▪ Emfyseem
▪ Pneumonie
▪ ARDS
▪ Longembolie
▪ Asthma cardiale
▪ Pulmonale hypertensie
▪ Cyanotische congenitale hartziekten
• Respiratoire insufficiëntie type 2
o Problemen die zorgen voor stijgen van de koolzuurspanning.
o Behandeling:
▪ Hypoventilatie opheffen.
o Oorzaken:
▪ Verstoorde functie van het ademcentrum
▪ Excessieve toename van de ademarbeid
▪ Zwakte van de ademhalingsspieren
▪ Grote doderuimteventilatie
➔ Oxygenatieproblemen zijn grofweg gezegd het gevolg van circulatieproblemen, terwijl
hypercapnie het gevolg is van ventilatieproblemen.

Vormen van respiratoire insufficiëntie type 1:

• Emfyseem: een chronische progressieve ziekte die wordt gekenmerkt door een abnormale
vergroting van de luchthoudende ruimtes als gevolg van destructie van alveoli en alveolaire
septa. Door verlies van collageen en elastine ontstaan obstructieve stoornissen → de longen
worden groot en slap!
o Door afname van de recoilkracht, vindt de uitademing hoofdzakelijk met de
hulpademhalingsspieren plaats.
o De luchtwegen hebben de neiging om bij de uitademing te collabeteren, waardoor de
weerstand toeneemt en geen volledige expiratie meer mogelijk is. De thorax staat in
inspiratiestand en om dit collaberen te voorkomen doen patiënten ‘pursed lip
breathing’ en bouwen ze eigen PEEP op. (Pink Puffers = kortademig bij inspanning,
maar niet cyanostisch)
o ‘Blue bloaters’ daarentegen leiden vooral aan chronische bronchitis. Bij deze
patiënten bestaan ernstige ventilatie-perfusiestoornissen en ze hebben een
opgeblazen gevoel door een groot longvolume. Zij zijn minder kortademing, maar wel
hypoxisch en cyanotisch.

, • Pneumonie: een acute aandoening van de lage luchtwegen. Het is een ontsteking van de
longblaasjes en het weefsel dat daaromheen ligt. Vaak ten gevolge van een infectie, maar kan
ook niet-infectieus zijn, zoals: bestraling, medicatie, aspiratie, auto-immuun.
• Longembolie: een embolie in de longcirculatie die meestal het gevolg is van een DVT in de
onderste extremiteiten. Dit geeft de volgende effecten:
o De arteria-pulmonalis druk neemt toe en daarmee stijgt de afterload in de
rechterkamer. Hierdoor ontstaat acute dilatatie van de rechterkamer, wat kan leiden
tot decompensatie.
o Verder toename van de dode ruimte ventilatie.
o Toename ademminuutvolume (onduidelijke oorzaak), wat in eerste instantie
hypocapnie geeft.
o Binnen 24 uur na de embolie neemt in het verzorgingsgebied van de afgesloten
vaattak de surfactantproductie af en ontstaat een atelectase, waardoor een reeds
bestaande hypoxemie verder toeneemt.
• Asthma cardiale: acuut cardiogeen longoedeem of decompensatio cordis genoemd. Een
uitgesproken circulatieprobleen dat snel en doeltreffend met beademing kan worden
behandeld. Oorzaken van acuut hartfalen: acuut coronair syndroom, kleplijden of
ritmestoornissen, verder nog: infectie, toxine, medicatie, toegenomen sympatische drive,
stressgerelateerde cardiomyopathie, exacerbatie COPD, longembolie en CVA.
o Acuut linkerventrikelfalen veroorzaakt een stijging van de druk in het linkeratrium en
een toename van de druk in de longcapillairen, waardoor oedeem ontstaat in het
insterstitium en in de alveoli. De gasuitwisseling wordt bemoeilijkt, waarbij de
opname van zuurstof meer aangetast wordt dan de afgifte van koolzuurgas.
o Therapie NIV (positieve intrathoracale druk): verlaagt de preload van het hart en
verlaagt de afterload van het linkerhart. Voor het rechterhart wordt de afterload
echter verhoogd, wat betekent dat het bij rechterventrikelfalen juist averechts zou
kunnen werken en bij pulmonale hypertensie gecontra-indiceerd is.
o Naast oorzaakgerichte therapie kunnen pre- en afterload worden verlaagd met
medicatie, zoals: diuretica, nitraten, anxiolytica, analgetica, antihypertensiva.

Vormen van respiratoire insufficiëntie type 2:

• Geremd ademcentrum met normale longfunctie
• Neuromusculaire aandoeningen
• COPD
• Asthma bronchiale
• Afwijkingen in de pleurale ruimte

Hypercapnie: paCO2 >5.3, verdere klinische tekenen zijn hypertensie, tachycardie, transpireren, rode
gelaatskleur. Behandeling: alveolaire ventilatie verbeteren.

Hypocapnie: paCO2<4.7, verdere klinische tekenen: groter slagvolume, verhoogde of verlaagde
ademfrequentie, hypotensie, zwakke pols, bleke kleur, tintelingen vingers en rond de mond.
Behandeling: ademen in plastic zakje, angst wegnemen, zuurstof toedienen wanneer het als
compensatie van hypoxie is.

Hypoxemie: een verlaging van de hoeveelheid zuurstof in het arteriële bloed die naar de weefsels
moet worden getransporteerd om aan de metabole behoeften van het lichaam tegemoet te komen.
Of te wel verlaging paO2 door alveolaire hypoventilatie (door VQ-wanverhoudingen, shunting en/of
diffusiestoornissen).

,Hypoxie: een tekort van zuurstof in de weefsels, wat kan leiden tot afsterven van weefsel.

Intrapleurale ruimte: ruimte tussen de pleura visceralis (tegen de long) en pleura parietalis (tegen de
thoraxwand), druk is hier -4 mmHg. Deze druk is gedurende de gehele ademhalingscyclus negatief en
zorgt ervoor dat de longen zeer dicht tegen de thoraxwand aan liggen. Deze negatieve druk is nodig
omdat de longen constant de neiging hebben zich te verkleinen.

Verschijnselen pneumothorax:

• Stekende pijn aangedane zijde (evt. uitstralen naar schouder)
• Dyspnoe
• Angst
• Aangedane zijde minder beweging tijdens ademhaling
• Aangedane zijn minder tot geen ademgeruis bij auscultatie

Verschijnselen spanningspneumothorax:

• Hevige dyspnoe
• Hevige onrust en angst
• Inspiratiestand van een thoraxhelft
• Tracheadeviatie
• Extreme stijging van beademingsdrukken
• Perifere cyanose en bleekheid
• Onregelmatige weke pols
• Hypotensie
• Asymmetrische ventilatie met geringe decursus van een thoraxhelft
• Opgezette halsvene en stijging van de CVD
• Ernstige ritmestoornissen
• Subcutaan emfyseem op borst en hals
➔ Behandeling: naald tussen rib 2 en 3 midclaviculair, later definitieve drain.

Drainage bij hematothorax bij >500ml bloed, minder wordt door het lichaam zelf geresorbeerd.

Verschillende vormen pleuravocht:

• Transsudatief pleuravocht
o Ontstaat bij interne veranderingen van de pulmonale capillaire druk en het verschil in
de osmotische druk van het bloed, lymfestelsel en de weefsels.
o Wordt gezien bij hartfalen, cirrose, nefrotisch syndroom, peritoneale dialyse,
urinothorax, atelectase, constrictieve pericarditis, vena cava superior-syndroom en
hematothorax.
• Exsudatief pleuravocht
o Ontstaat door veranderingen in het pleura-oppervlak die veranderingen geven in de
pleurale vochtdruk.
o Wordt gezien bij infectie, ontsteking, maligniteit, lymfegerelateerde aandoeningen,
trauma, hematothorax en langer bestaand transsudaat.
➔ Thoraxempyeem: wanneer aanwezig vocht in de intrapleurale ruimte geïnfecteerd is.

Medicatie die wordt toegepast voor bronchodilatatie:

• B2-sympathicomimetica, grijpen aan op de beta 2-receptoren van het sympatische
zenuwstelsel en bootsen de sympathicus na. Voorbeelden hiervoor zijn: salbutamol,

, fenoterol, salmeterol, indacaterol en formoterol. Deze middelen kunnen vooral in
overdosering tachycardie en ritmestoornissen veroorzaken.
o Bij ernstige astma-aanval kan salbutamol als infuus of injectie worden toegediend.
o Bijwerkingen: tremoren, nervositeit, gejaagdheid, hoofdpijn, duizeligheid,
misselijkheid en slapeloosheid.
• Parasympaticolytica, atropine veroorzaakt verslapping van de bronchieën.
o Ipratropium is een atropineachtige stof, verder bestaat er nog tiotropium.
o Een belangrijk nadeel is het indrogende effect op bronchus-secreet en speeksel,
waardoor het ophoesten bemoeilijkt kan worden.
• Theofylline, bijna een vergelijkbaar effect met de B2-sympathicomimetica. Op cellulair niveau
is onder ander het cyclische AMP verantwoordelijk voor bronchodilatatie. B2-
sympthicomimetica stimuleren de vorming van cyclisch AMP, terwijl theofylline de afbraak
daarvan remt. Dit middel kan vooral in overdosering tachycardie en ritmestoornissen
veroorzaken.
➔ Mucolytica, maken het taaie bronchussecreet wat viskeuzer, veelal wordt er gebruikgemaakt
van NaCl, acetylcysteïne (fluimucil), mercaptoethaansulfonzuur.

Weerstand (in cmH2O/L/s) die de lucht ondervindt, wordt bepaald door:

• Beademingsslangen
• Endotracheale tube
• Luchtwegen
• Longen
➔ Een lage weerstand is gunstig, want ademen kost dan weinig energie. Weerstand kan
toenemen door bijvoorbeeld bronchoconstrictie, waardoor de ademarbeid niet op te
brengen is. Ook aan de beademing kan de weerstand hoog zijn door bijv. sputumstase, hoge
beademingsflows of een tube met een kleine diameter.

Compliantie: de verhouding tussen de volumeverandering die door druk wordt veroorzaakt in
ml/cmH2O.

➔ Hoe lager de compliantie hoe stugger de long (er is meer druk nodig om een bepaald volume
in de long te krijgen).
➔ Elasticiteit is het omgekeerde van de compliantie dus 1/compliantie.
➔ Dus een hoge compliantie heeft een lage elasticiteit → bijvoorbeeld bij longemfyseem. (de
‘rek’ is uit de longen) (de long is soepel en slap).
➔ En een lage compliantie geeft een hoge elasticiteit → bijvoorbeeld bij longfibrose (de long is
stug, maar er staat wel veel ‘spanning op het elastiek’).
➔ Normaalwaarde van de statische compliantie bij een beademde patiënt is 60-100 ml/cmH2O.
➔ De compliantie van de long wordt door twee fysieke eigenschappen bepaald:
o De samenstelling van het interstitiële collageen en elastine
o De oppervlaktespanning
➔ Vrijwel alle aandoeningen leiden tot daling van de compliantie: pneumonie, DC,
pneumothorax, ARDS, atelectase, pleuravocht. Alleen emfyseem/COPD leidt tot een hoge
compliantie.
➔ Beademing kan een tijdelijke oplossing zijn voor een verlaagde compliantie, of om de
ademspieren te laten uitrusten, als deze bij een normale compliantie, oververmoeid zijn
gerakt en de benodigde kracht niet meer kunnen opbrengen. Wanneer het onderliggende
$12.07
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
rosaliefix Hogeschool Windesheim
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
144
Miembro desde
5 año
Número de seguidores
111
Documentos
33
Última venta
2 meses hace

3.5

14 reseñas

5
4
4
5
3
1
2
2
1
2

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes