Inleiding
Dwangmiddelen zijn opsporingsbevoegdheden die tegen de wil van de verdachte
kunnen worden aangewend.
Vrijheidsbenemende dwangmiddelen
Onder strikte voorwaarden mogen de dwangmiddelen worden toegepast.
Het algemene systeem van gronden, gevallen, subject en bevoegde instantie
We moeten het dwangmiddel op 4 dingen toetsen om te bepalen of deze rechtmatig i
gebruikt:
1. Wie mag het dwangmiddel toepassen
2. Tegen welke personen richt het dwangmiddel zich
3. In welke gevallen of omstandigheden mag het dwangmiddel worden toegepast
4. Met welk doel mag het dwangmiddel worden toegepast.
Bevoegde instantie
We zullen zien dat naarmate de inbreuk op de grondrechten groter wordt, de persoon of
instantie die de bevoegdheid mag toepassen in rang of autoriteit stijgt.
Subject
Het is van belang te weten tegen welke personen het dwangmiddel kan worden
toegepast. Net als hiervoor geldt dat naarmate de inbreuk groter wordt, de vereisten
voor de toepassing ervan worden aangescherpt.
Gevallen
Een dwangmiddel mag alleen in voorkomende gevallen worden toegepast.
Gronden
Met het oog om een bepaald strafvorderlijk doel, mag een dwangmiddel worden
toegepast.
Steundwangmiddelen
Om sommige dwangmiddelen mogelijk te maken zijn er soms aanvullende
bevoegdheden nodig. Dit noemen we steundwangmiddel.
Staande houden
Is het aanspreken, het kort vasthouden, van de verdachte om zijn identiteit vast te
leggen.
- Voornaam achternaam
- Geboortedatum
- Het adres volgens de basisregistratie personen
- De woonplaats
, Bovendien omvat het vaststellen van de identiteit
- Een onderzoek naar het identiteitsbewijs
- Het nemen van foto's en vingerafdrukken bij een persoon. Ook bij twijfel over zijn
identiteit. Ook voor de persoon die niet is aangehouden maar wel gehoord wordt
voor een feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten.
Een verdachte mag in het kader van een staand houding niet naar de betrokkenheid bij
een strafbaar feit worden gevraagd.
Bevoegde instantie Opsporingsambtenaren
Subject Verdachte (art. 27 Sv)
Gevallen Ter zake van alle strafbare feiten (alle gevallen)
Gronden Het vaststellen van de identiteit op de wijze bedoeld in artikel
27a Sv
Aanhouding (op heterdaad): algemeen
Wanneer een verdachte wordt beroofd van zijn vrijheid om hem naar een plaats van
verhoor te begeleiden of op te houden voor onderzoek.
- Wanneer een verdachte op heterdaad wordt betrapt, mag iedereen hem
aanhouden.
- Ook buiten heterdaad betrapt kan OvJ, hulp OvJ aanhouden.
De aanhouding kan met geweldtoepassing gepaard gaan.
Artikel 53 Sv
Burger is gevoegd iemand aan te houden als het gaat om een aanhouding op heterdaad.
Wanneer is er sprake van heterdaad:
- Wanneer het strafbare feit ontdekt wordt
- Terwijl het begaan wordt
- Of terstond nadat het begaan is
- Kort na de ontdekking van het feit.
- Heterdaad omdat betrapping. De persoon die schiet, steekt etc.
- Heterdaad is ook wanneer de verdachte bijv. niet aanwezig is.
- Ook wanneer een delict onlangs heeft plaatsgevonden
- Omvat ook waarin een delict kort na de ontdekking van het feit wordt gedaan.
Onverwijld overleveren aan een opsporingsambtenaar
Een burger mag een verdachte vasthouden totdat de politie arriveert. Het is niet de
bedoeling dat een burger de verdachte eerst een paar dagen vasthoudt.