Statistiek voor de
gezondheidszorg:
data-analyse
Academiejaar 2019–2020
, Les 1: Beschrijvende statistiek
Deel 1: Oefeningen ufora
1. Tik de data in in SPSS, geef de variabelen een naam, een label en geef values.
2. De variabelen score1, score2 en score3 zijn punten op 10, maar score3 is
tegengesteld gescoord (dus nul is het hoogste en 10 het laagste). Hercodeer score3
zodat het ook positief gescoord wordt.
3.Tel score 1, score 2 en score 3 op tot een somscore op 30, doe dit op 2 manieren, met
en zonder de missing values.
,4. Zet de totale score waarbij je de missing values hebt meegenomen (de score
hierboven MET missing values) terug op 10, en doe dit op 2 manieren.
5. De variabele test is het resultaat van een test op 20, mensen die niet meegedaan
hebben kregen 9999.
6. Laat voor alle variabelen frequenties lopen.
7. Laat frequenties lopen voor test, alleen voor de mannen en alleen voor de
vrouwen.
, 8. Geef voor onderstaande variabele ‘Test’ de mediaan, het minimum, maximum en ook
het gemiddelde en de standaard deviatie.
9.Bereken voor elke proefpersoon de Body Mass Index. Geef x en s. BMI = gewicht (in
kg)/lengte² (in meter).
10. Dit zijn scores, gaande van 1 tot 10, op 5 tests. Test 2 en test 4 zijn OMGEKEERD
gescoord, keer de scoring om, tel alles op en geef het gemiddelde en de
standaarddeviatie voor de som.
gezondheidszorg:
data-analyse
Academiejaar 2019–2020
, Les 1: Beschrijvende statistiek
Deel 1: Oefeningen ufora
1. Tik de data in in SPSS, geef de variabelen een naam, een label en geef values.
2. De variabelen score1, score2 en score3 zijn punten op 10, maar score3 is
tegengesteld gescoord (dus nul is het hoogste en 10 het laagste). Hercodeer score3
zodat het ook positief gescoord wordt.
3.Tel score 1, score 2 en score 3 op tot een somscore op 30, doe dit op 2 manieren, met
en zonder de missing values.
,4. Zet de totale score waarbij je de missing values hebt meegenomen (de score
hierboven MET missing values) terug op 10, en doe dit op 2 manieren.
5. De variabele test is het resultaat van een test op 20, mensen die niet meegedaan
hebben kregen 9999.
6. Laat voor alle variabelen frequenties lopen.
7. Laat frequenties lopen voor test, alleen voor de mannen en alleen voor de
vrouwen.
, 8. Geef voor onderstaande variabele ‘Test’ de mediaan, het minimum, maximum en ook
het gemiddelde en de standaard deviatie.
9.Bereken voor elke proefpersoon de Body Mass Index. Geef x en s. BMI = gewicht (in
kg)/lengte² (in meter).
10. Dit zijn scores, gaande van 1 tot 10, op 5 tests. Test 2 en test 4 zijn OMGEKEERD
gescoord, keer de scoring om, tel alles op en geef het gemiddelde en de
standaarddeviatie voor de som.