Arbeidsrecht
̶ Deel I. Ontstaan & Bronnen
̶ Deel II. Collectief Arbeidsrecht
̶ Deel III. Arbeidsmarktrecht
̶ Deel IV. Arbeidsovereenkomstenrecht
̶ Deel V. Arbeidstijd
̶ Deel VI. Welzijn en gelijke behandeling
̶ Deel VII. Loon
̶ Deel VIII. Opleiding
̶ Deel IX. Sociale Handhaving
Beste professor,
Ik had u aan het begin van het semester de vraag gesteld wat te kennen is
van het handboek voor het examen. U gaf aan dat er nog een overzicht
online zou komen op het einde van het semester, komt deze nog online of
is het boek integraal te kennen?
Alvast bedankt.
Met vriendelijke groet,
Simon De Maegd
Soort examenvragen
• Casus: fictief geval
• Open vraag (vaak verband met actualiteit)
– Vaak een krantenartikel die niet juist is
• Keuzevragen
– Gemotiveerde keuzevragen die peilen
§ Niet naar geheugen
§ Maar naar leesvaardigheid, inzicht, verbanden,
toepassingen enz.
– Korte motivering (max. vijf regels) is vereist
, – Geen giscorrectie
Arbeidsrecht: Verhouding tussen WG en WN en de arbeid die daar wordt
verricht
- SZH-recht: mensen die niet (kunnen) werken toch een uitkering
bezorgen
- Sociaalhandhavingsrecht: controleert de twee
à Vallen onder het sociaal recht
à Zaterdag is een werkdag
à Ploegenarbeid: 3 blokken van 8 uur: van 6 – 14u van 14 -22 u en van 22
– 6u
à Geen bedragen kennen!!!!
Inhoud
• Arbeid en recht
̶ = het verrichten van werk en hoe we dat regelen
• 19de eeuw: geen beschermingssysteem voor werk
• Arbeidsrecht als instrument: 20e eeuw
̶ Ontwikkeld obv 20ste eeuwse ideeen: je hebt 1 job voor de rest
van je leven à veel meer fabrieken à gevolg: het werk wat
mensen deden was veel meer gelijkaardig à veel meer nood
aan groepen omdat de mensen inwisselbaar waren (meer dan
nu)
̶ Collectieve onderhandelingen staan centraal (tussen vakbond
en WG)
• Arbeid in de 21ste eeuw
̶ Wie?
, • Veel grotere individualisering van de arbeidsrelatie: het
is meestal niet meer nodig om naar de werkvloer te
gaan à gevolg: individuelere arbeidsrelatie à drm
hebben de vakbonden veel minder steun
• Grens tussen WN en zelfstandig wordt heel klein door
deze evolutie
• Bv journalisten: vroeger in loondienst bij kranten,
nu schrijven ze voor meerdere kranten, ze zijn dus
zelfstandig geworden (freelancers) à probleem:
door dat ander statuut zijn zij minder beschermd à
hogere vraagprijs, maar gaat niet door
concurrentie
̶ Waar?
• Vroeger: werkplaats
• Nu: plaatsonafhankelijk werken
à die collectieviteit ligt onder druk
̶ Wanneer en hoelang?
• Nu: tijdsonafhankelijk werken: werk wnr je wilt, als het
maar klaar is (juridisch moeilijk, zie later)
• Zo kan je ook veel te lang werken
̶ Hoe?
• Door telewerk: veel meer zelf moeten betalen, bv
printer, …
̶ Voor wie?
• Één of meerdere WG
̶ Wat is mijn job?
à al deze elementen maken arbeidsrecht heel complex, we
hebben geen sluitende antwoorden op deze vragen!
, HOOFDSTUK I. ALGEMEEN: ONTSTAAN EN
BRONNEN
AFDELING 1: ONTSTAAN EN FINALITEIT
ONDERAFDELING 1: HISTORISCHE INLEIDING
- Arbeidsrecht is een jonge rechtstak
o Lang geen arbeidsrecht, ondermeer door slavernij
• Franse Revolutie: introductie van vrijheid van nijverheid
• Decreet d’Allarde van 2 maart 1791
• Absolute vrijheid: vrijheid om arbeidsvoorwaarden en –
omstandigheden te bepalen
• Vrijheid en gelijkheid: basisprincipes van de FR zorgen ervoor
dat WG alles zelf mogen beslissen, de vrijheid zal tot gelijkheid
leiden à gevolg:
• Negentiende eeuw: misbruik van de vrijheid van nijverheid
• Zorgt ervoor dat de gelijkheid verdwijnt
• Gentse katoenindustrie: werkdagen van 12 tot 14 uur
• Kinderarbeid
à gevolg: volk had niks meer te verliezen dus kwamen ze in opstand à
dit hadden ze juist op tijd vehinderd:
Juridische patstelling Feitelijke elementen
Artikel 415 Sw tot 1866 1860: eerste vakorganisaties
(coalitieverbod)
- Coalitieverbod wordt
afgeschaft: De WN mochten
zich nu wel organiseren
Artikel 310 Sw 1885: BWP
(stakingspostenverbod opgeheven
–vanaf 1866 tot 1921)
- Je mocht posten zetten om
op te roepen tot staken maar
̶ Deel I. Ontstaan & Bronnen
̶ Deel II. Collectief Arbeidsrecht
̶ Deel III. Arbeidsmarktrecht
̶ Deel IV. Arbeidsovereenkomstenrecht
̶ Deel V. Arbeidstijd
̶ Deel VI. Welzijn en gelijke behandeling
̶ Deel VII. Loon
̶ Deel VIII. Opleiding
̶ Deel IX. Sociale Handhaving
Beste professor,
Ik had u aan het begin van het semester de vraag gesteld wat te kennen is
van het handboek voor het examen. U gaf aan dat er nog een overzicht
online zou komen op het einde van het semester, komt deze nog online of
is het boek integraal te kennen?
Alvast bedankt.
Met vriendelijke groet,
Simon De Maegd
Soort examenvragen
• Casus: fictief geval
• Open vraag (vaak verband met actualiteit)
– Vaak een krantenartikel die niet juist is
• Keuzevragen
– Gemotiveerde keuzevragen die peilen
§ Niet naar geheugen
§ Maar naar leesvaardigheid, inzicht, verbanden,
toepassingen enz.
– Korte motivering (max. vijf regels) is vereist
, – Geen giscorrectie
Arbeidsrecht: Verhouding tussen WG en WN en de arbeid die daar wordt
verricht
- SZH-recht: mensen die niet (kunnen) werken toch een uitkering
bezorgen
- Sociaalhandhavingsrecht: controleert de twee
à Vallen onder het sociaal recht
à Zaterdag is een werkdag
à Ploegenarbeid: 3 blokken van 8 uur: van 6 – 14u van 14 -22 u en van 22
– 6u
à Geen bedragen kennen!!!!
Inhoud
• Arbeid en recht
̶ = het verrichten van werk en hoe we dat regelen
• 19de eeuw: geen beschermingssysteem voor werk
• Arbeidsrecht als instrument: 20e eeuw
̶ Ontwikkeld obv 20ste eeuwse ideeen: je hebt 1 job voor de rest
van je leven à veel meer fabrieken à gevolg: het werk wat
mensen deden was veel meer gelijkaardig à veel meer nood
aan groepen omdat de mensen inwisselbaar waren (meer dan
nu)
̶ Collectieve onderhandelingen staan centraal (tussen vakbond
en WG)
• Arbeid in de 21ste eeuw
̶ Wie?
, • Veel grotere individualisering van de arbeidsrelatie: het
is meestal niet meer nodig om naar de werkvloer te
gaan à gevolg: individuelere arbeidsrelatie à drm
hebben de vakbonden veel minder steun
• Grens tussen WN en zelfstandig wordt heel klein door
deze evolutie
• Bv journalisten: vroeger in loondienst bij kranten,
nu schrijven ze voor meerdere kranten, ze zijn dus
zelfstandig geworden (freelancers) à probleem:
door dat ander statuut zijn zij minder beschermd à
hogere vraagprijs, maar gaat niet door
concurrentie
̶ Waar?
• Vroeger: werkplaats
• Nu: plaatsonafhankelijk werken
à die collectieviteit ligt onder druk
̶ Wanneer en hoelang?
• Nu: tijdsonafhankelijk werken: werk wnr je wilt, als het
maar klaar is (juridisch moeilijk, zie later)
• Zo kan je ook veel te lang werken
̶ Hoe?
• Door telewerk: veel meer zelf moeten betalen, bv
printer, …
̶ Voor wie?
• Één of meerdere WG
̶ Wat is mijn job?
à al deze elementen maken arbeidsrecht heel complex, we
hebben geen sluitende antwoorden op deze vragen!
, HOOFDSTUK I. ALGEMEEN: ONTSTAAN EN
BRONNEN
AFDELING 1: ONTSTAAN EN FINALITEIT
ONDERAFDELING 1: HISTORISCHE INLEIDING
- Arbeidsrecht is een jonge rechtstak
o Lang geen arbeidsrecht, ondermeer door slavernij
• Franse Revolutie: introductie van vrijheid van nijverheid
• Decreet d’Allarde van 2 maart 1791
• Absolute vrijheid: vrijheid om arbeidsvoorwaarden en –
omstandigheden te bepalen
• Vrijheid en gelijkheid: basisprincipes van de FR zorgen ervoor
dat WG alles zelf mogen beslissen, de vrijheid zal tot gelijkheid
leiden à gevolg:
• Negentiende eeuw: misbruik van de vrijheid van nijverheid
• Zorgt ervoor dat de gelijkheid verdwijnt
• Gentse katoenindustrie: werkdagen van 12 tot 14 uur
• Kinderarbeid
à gevolg: volk had niks meer te verliezen dus kwamen ze in opstand à
dit hadden ze juist op tijd vehinderd:
Juridische patstelling Feitelijke elementen
Artikel 415 Sw tot 1866 1860: eerste vakorganisaties
(coalitieverbod)
- Coalitieverbod wordt
afgeschaft: De WN mochten
zich nu wel organiseren
Artikel 310 Sw 1885: BWP
(stakingspostenverbod opgeheven
–vanaf 1866 tot 1921)
- Je mocht posten zetten om
op te roepen tot staken maar