HC EU-recht: Institutioneel recht
Thema I
Kennisclip 1
EU in het nieuws:
Voorbeeld: steunpakket KLM moet worden goedgekeurd door de EU.
Wat is de EU?
Het zit tussen een nationale staten en een internationale organisatie in. Het heeft kenmerken van
beide.
De EU is een Federatie van Staten
- Overdracht van bevoegdheden (soevereiniteit) voorbeeld: na WOII gingen lidstaten
samenvoegen (Kolen en Staal). Gemeenschappelijke bevoegdheid om wapens te maken.
Zelfstandig wetten maken.
- Doelstelling: Integratie van een steeds hechter worden verbond.
- Rechtspersoonlijkheid: internationale organisatie heeft dat niet!
- Eigen instellingen: VN heeft secretariaat. Staten die bevoegdheden hebben en geen
instellingen. EU heeft EP, commissie, rechter. Elk van die instellingen kan iets met die
bevoegdheden.
- Eigen besluitvormingsprocedure: gewone wetgevingsprocedure wordt in beslist met
meerderheid van stemmen. Lidstaten die het niet eens zijn met een wet, kunnen worden
gedwongen om mee te doen. Internationaal is dat niet zo.
- Eigen rechtsbronnen: richtlijnen, verordeningen, besluiten
- Verplichte rechtsmacht Hof van Justitie: loyaliteitsbeginsel: lidstaten moeten zich houden
aan uitspraken.
- Eigen interpretatiemethoden: HvJ interpreteert EU recht via teleologische methoden.
Internationaal is eerder grammaticaal.
- Rechten voor individu: vrijheden, grondrechten.
EU is een autonome rechtsorde geworden. Eigen terrein die dynamisch is.
Doelstelling van de EU
Art. 3 VEU: de Unie heeft als doel vrede, haar waarden en het welzijn van haar volkeren te
bevorderen.
Bijvoorbeeld ook vluchtelingen, coronacrisis.
Niet alleen maar economisch! (interne markt).
Historisch overzicht
Van EGKS/EEG naar EU:
Verbreding van integratie:
- Van 6 naar 27 lidstaten (sinds Brexit)
- Steeds meer beleidsterreinen
Verdieping van integratie:
- Besluitvormingsprocedures meer efficiënt en democratisch
- Uitbouw van het EU-recht (financiële crisis, OM, pandemie)
- Vergroting onderlinge samenwerking en solidariteit? Belangrijke vraag, altijd in ontwikkeling.
1
,Verbreding en verdieping: hoe?
- Verdragswijzigingen
o Europese Eenheidsakte, Maastricht, A’dam, Nice, Lissabon. (art. 1 VEU)
- Wetgeving
o Bijvoorbeeld: verordening 1612/68 Vrij verkeer
- Rechtspraak Hof van Justitie
o Van Gend en Loos: directe werking, Costa tegen ENEL
- Praktijk EU instellingen en lidstaten
Verdragswijzigingen
- Europese eenheidsakte (1986)
o Gekwalificeerde meerderheid t.b.v. interne markt, 1992, nieuwe beleidsterreinen
(milieu, consumenten), politieke samenwerking
- Verdrag van Maastricht (1992)
o EEGL euro, codecisie-procedure, nieuwe beleidsterreinen
o EU: buitenlands veiligheidsbeleid (2de pijler) en samenwerking politie en justitie (3de
pijler)
- Verdrag van Amsterdam (1996)
o Herschikking JBZ: deels naar eerste pijler
o Hernummering
- Verdrag van Nice (2001)
o Herschikking stemmenweging gekwalificeerde meerderheid
- Verdrag van Lissabon (2007)
o Afschaffing pijlerstructuur
o Institutionele en procedurele wijzigingen
o Handvest grondrechten EU
o Hernummering
- Toekomstige verdragswijzigingen n.a.v. Euro crisis
o Het verdrag tot wijziging van art. 136 van het Werkingsverdrag
o Permanente noodfondsverdrag ESM
o Begrotingsverdrag
Verdragsstuctuur voor Lissabon
EG: Supranationaal: bepaalde besluitvormingsprocedures en bevoegdheden en had het HvJ
jurisdictie. Deel van EU had eigen karakter en kon je naar de rechter. Deel was ingeleverd.
GBVB: iets wordt besloten d.m.v. meerderheid van de stemmen.
2
,Politie en justitie heeft nu meer bevoegdheden. Valt onder rechtsmacht van HvJ.
1 terrein blijft bij lidstaten: gemeenschappelijk buitenlands beleid en veiligheid. Bestaat nog een
vetorecht.
3
, HC 1 – Legitimatie, geschiedenis, organisatie en kernbegrippen van de EU-rechtsorde
Kern van het vak:
Wat is de verhouding tussen NL en EU recht (Nederlandse rechtspraktijk)
Wat voor impact heeft de EU op:
- De nationale rechter? Europese rechter gaat voor op nationaal recht. Hoe kan het worden
toegepast en hoe wordt het ingeroepen.
- De nationale overheid?
- Bedrijf?
- Burger van de EU? Wanneer kunnen wij ons beroepen op EU-recht en wanneer niet?
Kennisvideo:
Wat is de EU? Federatie van staten speciale vorm organisatie laat zich niet vangen door het nationale
recht en internationale recht -> mengvorm.
Verdragsstructuur, steeds meer verbreding en verdieping.
College:
- Europese instellingen, bevoegdheden en rechtsinstrumenten
- Verhouding EU en de lidstaten
De Europese instellingen
4
Thema I
Kennisclip 1
EU in het nieuws:
Voorbeeld: steunpakket KLM moet worden goedgekeurd door de EU.
Wat is de EU?
Het zit tussen een nationale staten en een internationale organisatie in. Het heeft kenmerken van
beide.
De EU is een Federatie van Staten
- Overdracht van bevoegdheden (soevereiniteit) voorbeeld: na WOII gingen lidstaten
samenvoegen (Kolen en Staal). Gemeenschappelijke bevoegdheid om wapens te maken.
Zelfstandig wetten maken.
- Doelstelling: Integratie van een steeds hechter worden verbond.
- Rechtspersoonlijkheid: internationale organisatie heeft dat niet!
- Eigen instellingen: VN heeft secretariaat. Staten die bevoegdheden hebben en geen
instellingen. EU heeft EP, commissie, rechter. Elk van die instellingen kan iets met die
bevoegdheden.
- Eigen besluitvormingsprocedure: gewone wetgevingsprocedure wordt in beslist met
meerderheid van stemmen. Lidstaten die het niet eens zijn met een wet, kunnen worden
gedwongen om mee te doen. Internationaal is dat niet zo.
- Eigen rechtsbronnen: richtlijnen, verordeningen, besluiten
- Verplichte rechtsmacht Hof van Justitie: loyaliteitsbeginsel: lidstaten moeten zich houden
aan uitspraken.
- Eigen interpretatiemethoden: HvJ interpreteert EU recht via teleologische methoden.
Internationaal is eerder grammaticaal.
- Rechten voor individu: vrijheden, grondrechten.
EU is een autonome rechtsorde geworden. Eigen terrein die dynamisch is.
Doelstelling van de EU
Art. 3 VEU: de Unie heeft als doel vrede, haar waarden en het welzijn van haar volkeren te
bevorderen.
Bijvoorbeeld ook vluchtelingen, coronacrisis.
Niet alleen maar economisch! (interne markt).
Historisch overzicht
Van EGKS/EEG naar EU:
Verbreding van integratie:
- Van 6 naar 27 lidstaten (sinds Brexit)
- Steeds meer beleidsterreinen
Verdieping van integratie:
- Besluitvormingsprocedures meer efficiënt en democratisch
- Uitbouw van het EU-recht (financiële crisis, OM, pandemie)
- Vergroting onderlinge samenwerking en solidariteit? Belangrijke vraag, altijd in ontwikkeling.
1
,Verbreding en verdieping: hoe?
- Verdragswijzigingen
o Europese Eenheidsakte, Maastricht, A’dam, Nice, Lissabon. (art. 1 VEU)
- Wetgeving
o Bijvoorbeeld: verordening 1612/68 Vrij verkeer
- Rechtspraak Hof van Justitie
o Van Gend en Loos: directe werking, Costa tegen ENEL
- Praktijk EU instellingen en lidstaten
Verdragswijzigingen
- Europese eenheidsakte (1986)
o Gekwalificeerde meerderheid t.b.v. interne markt, 1992, nieuwe beleidsterreinen
(milieu, consumenten), politieke samenwerking
- Verdrag van Maastricht (1992)
o EEGL euro, codecisie-procedure, nieuwe beleidsterreinen
o EU: buitenlands veiligheidsbeleid (2de pijler) en samenwerking politie en justitie (3de
pijler)
- Verdrag van Amsterdam (1996)
o Herschikking JBZ: deels naar eerste pijler
o Hernummering
- Verdrag van Nice (2001)
o Herschikking stemmenweging gekwalificeerde meerderheid
- Verdrag van Lissabon (2007)
o Afschaffing pijlerstructuur
o Institutionele en procedurele wijzigingen
o Handvest grondrechten EU
o Hernummering
- Toekomstige verdragswijzigingen n.a.v. Euro crisis
o Het verdrag tot wijziging van art. 136 van het Werkingsverdrag
o Permanente noodfondsverdrag ESM
o Begrotingsverdrag
Verdragsstuctuur voor Lissabon
EG: Supranationaal: bepaalde besluitvormingsprocedures en bevoegdheden en had het HvJ
jurisdictie. Deel van EU had eigen karakter en kon je naar de rechter. Deel was ingeleverd.
GBVB: iets wordt besloten d.m.v. meerderheid van de stemmen.
2
,Politie en justitie heeft nu meer bevoegdheden. Valt onder rechtsmacht van HvJ.
1 terrein blijft bij lidstaten: gemeenschappelijk buitenlands beleid en veiligheid. Bestaat nog een
vetorecht.
3
, HC 1 – Legitimatie, geschiedenis, organisatie en kernbegrippen van de EU-rechtsorde
Kern van het vak:
Wat is de verhouding tussen NL en EU recht (Nederlandse rechtspraktijk)
Wat voor impact heeft de EU op:
- De nationale rechter? Europese rechter gaat voor op nationaal recht. Hoe kan het worden
toegepast en hoe wordt het ingeroepen.
- De nationale overheid?
- Bedrijf?
- Burger van de EU? Wanneer kunnen wij ons beroepen op EU-recht en wanneer niet?
Kennisvideo:
Wat is de EU? Federatie van staten speciale vorm organisatie laat zich niet vangen door het nationale
recht en internationale recht -> mengvorm.
Verdragsstructuur, steeds meer verbreding en verdieping.
College:
- Europese instellingen, bevoegdheden en rechtsinstrumenten
- Verhouding EU en de lidstaten
De Europese instellingen
4