Samenvatting/Collegeaantekeningen Belastingrecht (Tax Law)

Belastingrecht aantekeningen
Hoorcollege 1 Loonbelasting
Terminologie Loonheffingen, verschillende soorten loonheffing:
- Loonbelasting
- Premies volksverzekeringen
o AOW, AnW, Wlz (omslagstelsel)
o Geen premies AKW (uit algemene middelen)
- Premies werknemersverzekeringen: iedereen die werkt betaald dit
o WW en WIA
o Geen premies ZW (uit WIA-premie)
- Bijdrage zorgverzekeringswet
o Combinatie van particuliere verzekering en volksverzekering
- Loonbelasting en premieheffingen door Belastingdienst
Opbouw wet op de loonbelasting 1964
- Subject (hoofdstuk 1) Wie?
o Werknemer
o Inhoudingsplichtige
- Object (hoofdstuk 2) Waarover?
o Loon
- Tarief (hoofdstuk 3) Hoeveel?
o Tabellen
o Anonieme werknemers
- Wijze van heffing (hoofdstuk 4 en 5) Hoe?
o Inhouding op het loon of eindheffing
o Afdracht op aangifte

Wat is er nodig om tot loonheffing te komen?
- Werknemer (art. 2 t/m 5 wet LB)
o Natuurlijk persoon
o Werknemer woont in Nederland
 Altijd loonbelasting inhouden of hij nu binnen of buiten NL
werkt
o Werknemer woont in buitenland) (art. 2, lid 3,4,5 wet LB)
 Alleen loonbelasting inhouden voor zover hij in NL werkt (lid
5)
- Inhoudingsplichtige (art. 6 t/m 8 wet LB)
- Loon (art. 10 wet LB e.v.)


2.2 Dienstbetrekkingen
- Eigen tegenwoordige dienstbetrekking: waar je op dit moment werkt
- Eigen vroegere dienstbetrekking: waarover je pensioen krijgt
- Tegenwoordige dienstbetrekking van een ander: bijv. studiebeurs via het
werk van je vader of moeder
- Vroegere dienstbetrekking van een ander: bijv. weduwe/wezen-pensioen
- Wanneer is er sprake van een dienstbetrekking? (komt altijd op tentamen)


1

, o De werknemer moet zelf de arbeid verrichten
o De werknemer moet hiervoor een vergoeding, loon, voor krijgen
o Er moet sprake zijn van gezag
 Privaatrechtelijk (7:610 BW)
 Publiekrechtelijk (ambtenarenrecht)

Casus
Rob is vrachtwagenchauffeur bij Logistiek BV en ontvangt van deze
inhoudingsplichtige loon.
Rob stelt zijn eigen rijschema op en maakt zelf afspraken met klanten wanneer hij
komt. De directeur van Logistiek BV bemoeit zich hier niet mee, aangezien hij
nooit klachten krijgt.
 Is Rob in dienstbetrekking? Rob is een natuurlijk persoon, die persoonlijke
arbeid verricht, hij krijgt hiervoor loon, er is sprake van een
gezagsverhouding want de directeur heeft wel gezag over Rob.

Dienstbetrekking – andere vormen
- 2.2.4 Werknemer in ‘fictieve’ dienstbetrekking (aandeelhouder bijv.
>5% van de aandelen, en ook zelf werkzaam in de BV)
o Art. 3 en 4 wet LB
- 2.2.5 Oneigenlijke dienstbetrekking (bijv. uitkeringen)
o Art. 34 wet LB jo. art. 11 Uitvoeringsbesluit loonbelasting (UBLB)
- Pseudo-werknemer (opting in)
o Gezamenlijk verzoek van ‘pseudo-werkgever’ en
‘pseudowerknemer’
o Art. 4, onderdeel f Wet LB art. 2g Uitvoeringsbesluit Loonbelasting
(UBLB)
 Artikel 4 onderdeel f komt altijd in het tentamen.

Van VAR naar Wet DBA naar …
- Verklaring arbeidsrelatie (VAR) t/m 1 mei 2016
o VAR-loon, VAR-row, VAR-wuo en VAR-dga
- Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA)
o Modelovereenkomsten
- Voortgangsbrieven ‘werken als zelfstandige’
o Stand van zaken en vervolgstappen;
- Handhaving uitgesteld tot maximaal 1 januari 2025
o Vanaf 2020 zou de fiscus optreden tegen schijnzelfstandigheid; niet
alleen beboet bij kwaadwillendheid, maar ook bij het te laat of
onvoldoende opvolgen van aanwijzingen.

Wet deregulering arbeidsrelaties
Gevolgen van niet naleving:
- Naheffingsaanslag loonheffingen bij opdrachtgever (brutering, ex art. 31
wet LB)
- Premies werknemersverzekering navorderen bij opdrachtgever
- Wel premies, maar geen uitkering voor opdrachtnemer
- Inkomensafhankelijke premies Zvw
- Arbeidsrechtelijk gebied?
o Loondoorbetaling bij ziekte
o Collectieve arbeidsovereenkomst
o Pensioenregeling
o Overwerkvergoeding, etc.

2

,Vormen van loon (art. 10 wet LB)
- Loon in geld
o Maandloon, vakantiegeld etc.
- Loon in natura
o Het verkrijgen van goederen en/of diensten
- Aanspraken
o Recht op toekomstige uitkeringen en/of verstrekkingen

Loon in natura (art 13 wet LB)
Hoofdregel: maatgevend het factuurbedrag dat een derde in rekening heeft
gebracht (art. 13, lid 1 wet LB)
Afwijkend van hoofdregel
- Producten uit het eigen bedrijf (art. 13 lid 2 wet LB)
o Waarde in het economische verkeer (WEV)
 WEV is niet het bedrag dat de werkgever heeft betaald, het
gaat om de winkelwaarde ofwel de laagste prijs in de markt
 Specifieke regeling voor producten uit het eigen bedrijf onder
de werkkostenregeling (WKR), art. 31a lid 2, letter i Wet LB
- Forfaitaire waarderingsregels
o Voorbeeld: maaltijd kantine (3,95)
o Voorbeeld: privégebruik auto (art. 13bis Wet LB)

Loon in natura, eigen bijdrage (art. 13, lid 6 LB jo. 3.8 onderdeel a
Uitvoeringsregeling loonbelasting (URLB).
- Eigen bijdrage in mindering op de waarde v/h loon in natura
o Dit kan echter nooit leiden tot een negatieve bijtelling
- Voorbeelden:
o Maaltijd in de eigen kantine kost 2,-
 Bijtelling = 3,95 – 2,00 = 1,95
o Maaltijd in de eigen kantine kost 4,-
 Bijtelling = 3,95 – 4,00 = nihil/geen bijtelling

Werkkostenregeling (art. 31, lid 1, onderdeel f Wet LB)
- Verplicht met ingang van 1 januari 2015
- Vervanging van regime van vrije vergoedingen en verstrekkingen
- Doel: Beperking van administratieve lasten
- Heffing d.m.v. eindheffing

 2400 eind van elk jaar aan jezelf uitkeren.

Werkkostenregeling – algemeen
- Alle vergoedingen en verstrekkingen zijn in theorie belast
- Aanwijzen als eindheffingsbestanddeel of belast als werknemersloon
- Vrije ruimte van 2% over € 400.000 van de fiscale loonsom, daarboven
1,18% (2025).
- Eindheffing over het meerdere (80%)
- Gebruikelijkheidstoets

Voorbeeld:
Een inhoudingsplichtige heeft 100 werknemers. De fiscale loonsom bedraagt €
3.000.000
- Totaal bedrag vergoedingen en verstrekkingen is € 75.000.

3

, Berekening:
Vrije ruimte:
Over 400.000 *2% = 8.000,- vrijgesteld
Over 2.600.000 *1,18% = 30.680 vrijgesteld
In totaal is 38.680 (8.000+30.680) vrijgesteld
Eindheffing:
Over 38.680 (75.000 Vergoedingen en verstrekkingen) -/-
38.680 (vrije ruimte) moet de werkgever 80% eindheffing afdragen.
75.000-38.680 = 36.320 * 80% = 29.056,-

Werkkostenregeling – nihilwaarderingen (art. 3.7 URLB 2011)
- Voorzieningen op de werkplek (o.m. vaste computer, vaste telefoon,
bedrijfsfitness, gereedschappen, het kopieerapparaat)
- Ov-jaarkaart en voordeelurenkaart, mits de werknemer deze kaart ook
voor het werk gebruikt
- Consumpties op de werkplek die geen deel uitmaken van een maaltijd
- Ter beschikking gestelde werkkleding
- Huisvesting waaraan de werknemer zich niet kan onttrekken
o Boorplatform, schip e.d.

Werkkostenregeling – gerichte vrijstellingen (art. 31a, lid 2 Wet LB) o.a.
- Abonnementen en losse kaartjes voor reizen met het ov, eigen vervoer
maximaal € 0,23 per km (sinds 2023), losse kaartjes voor zakelijke
reizen met het ov
- Kosten van tijdelijk verblijf in het kader van de dienstbetrekking
(maaltijden, overnachtingene.d.)
- Cursussen, congressen, seminars, vakliteratuur e.d. inschrijving in een
beroepsregister en outplacement
- Maaltijden als gevolg van overwerk, koopavonden of dienstreizen (niet
zakelijke maaltijden: € 3,95, art. 3.8 URLB 2011)
Bijzondere aandacht voor twee gerichte vrijstellingen:
- Noodzakelijkheidscriterium (art. 31a, lid 2, onderdeel g Wet LB)
o voor gereedschappen en ICT-middelen
- Producten uit eigen bedrijf (art. 31a, lid 2 onderdeel i Wet LB)
o De producten mogen niet branchevreemd zijn;
o De korting of vergoeding is per product maximaal 20% van de
waarde van dat product in het economische verkeer;
o De kortingen bedragen per jaar samen niet meer dan € 500.

Werkkostenregeling - geen loon
Intermediaire kosten
- Wat wordt onder intermediaire kosten verstaan?
o Kosten auto van de zaak (parkeren, autowassen, etc.)
o Externe representatiekosten
- Vaste vergoeding voor intermediaire kosten mogelijk, bijv.:
o Autokosten
o Externe representatie

Werkkostenregeling - vaste vergoeding (art. 31a, lid 3 Wet LB)
- Vaste vergoedingen zijn mogelijk voor:
o gerichte vrijstellingen
o intermediaire kosten (o.b.v. het besluit)
- Niet voor nihilwaarderingen!
- Voorwaarde: een onderzoek naar de werkelijk gemaakte kosten

4