Operationeel beheer en logistiek
Chapter 1: Introduction to operations management
Boek: Operations management, Reid, Dan R;, Sanders, Nada R.
We gaan eerst kijken naar de
strategische vragen en pas op
het einde naar de tactische
beslissingen.
Definitie operationeel beheer:
- De bedrijfsfunctie die verantwoordelijk is voor het plannen, coördineren, en controleren van de
middelen nodig om de producten en diensten van het bedrijf te produceren.
→ Te kijken dus welke inputs ze nodig hebben arbeid, materiaal, … om een output te genereren.
Er is een soort van transformatieproces om van die input een
output te maken. Dit moet wel op een productieve manier
gebeuren.
Er moet dus rekening gehouden met klantenkritiek, maar je
moet ook de juiste materialen op de juiste plaats op het juiste
moment aanwezig is. Dit noemen we logistiek.
De supply chain is de toeleveringsketen, dit is de
aaneenschakeling van actoren die je nodig hebt om het goed of
dienst te produceren. Eenmaal als het geproduceerd is heb je een
eindproduct om daarna via een distributiekanaal tot de
eindverbruiker te geraken. → Supply chain
Operations Management Karakteristieken:
- Het is een managementfunctie
- Het is een organisaties kernfunctie
- Het is aanwezig in elke organisatie. Klein vs Groot; Service vs Productie; Profit vs Non-profit
Een operations management managers moet er dus voorzorgen dat alles in orde voor de productie
van goederen en diensten. Hiervoor moet hij steeds in contact staat met andere managers zoals de
Marketing, Operations, Finance, … managers om zo een goed beeld te krijgen van wat is er nodig,
hoeveel is het budget, …
1.1 Value added defined:
Dus gaan gebruik maken van materialen om deze
te gaan transformeren om deze dan voor een
meerwaarde te gaan verkopen. Dit is dus de waarde die er wordt toegevoegd
1
,Hoe goed je dan bezig bent kan worden aangetoond aan de hand van Productiviteit.
De productiviteit wordt berekend op basis van hoeveel outputs je krijgt voor het aantal inputs.
𝑂𝑢𝑡𝑝𝑢𝑡𝑠
P = 𝐼𝑛𝑝𝑢𝑡𝑠
Maar om dit ook effectief te gaan meten kan dit op verschillende manieren:
• Partial Measures: De ratio van outputs tegen maar 1 input
• Multifactor Measures: ratio van de outputs tegen meerdere, maar
niet alle inputs
• Totale Productivity Measures: De ratio van inputs tegen alle inputs
Bv. 2 werknemers die 24 tafels in 8 uren schilderen. Dus output: 24 tafels,
input: 16 uur
24/16= productiviteit= 1.5 tafels per uur
OF
→ Is 1,41 goed of slecht? Dit kan je niet echt
weten, je moet dit gaan vergelijken met
concurrenten of vorige jaren.
Productiviteit Groei Ratio:
We kunnen gaan kijken hoeveel de productiviteit veranderd ten opzichte van vroeger.
𝑃2−𝑃1
Groei ratio: 𝑃1 met P2: Productiviteit van nu en P1: Productiviteit vroeger
Service VS Manufacturing:
Service: Manufacturing:
- Arbeidsintensief - Kapitaalintensief
- Veel consumenten contact - Weinig consumenten contact
- Geen voorraad - Kan in voorraad
- Korte respons tijd - Lange respons tijd
- Intangible of ongrijpbaar product - Tangible of tastbaar product
→ Meeste bedrijven zitten ertussen.
2
,1.2 Operation Management beslissingen:
We hebben 2 soorten OM beslissingen:
• Strategische beslissingen:
o Breed in de scope
o Lange termijn in de natuur
o Totale omvatting
o Deze beslissing eerst oplossen voordat we naar de volgende soort beslissingen
kunnen gaan. Dit is de Tactische beslissing
• Tactische beslissingen:
o Nauw in de scope
o Korte termijn in de natuur
o Concentreert zich op een kleine groep van fouten
1.3 Trends:
1. Globalisatie:
Globalisatie is dat mensen hun culturen en dergelijke dichter bij elkaar zullen gaan liggen.
Globalisatie wordt veroorzaakt door verschillende drijvers.
Deze drijvers zijn:
• Integratie van onder andere wetten en dergelijke
• Productie
• Transportatie van de goederen en diensten
• Transacties
Vooral transportatie speelt een grote rol. We zien dat het gebruik van containers hier voor veel
vorderingen heeft gezorgd. Deze containers werden steeds groter en ook goedkoper. Dus men kreeg
meer schaalvoordelen want goedkoper etc., maar je kreeg ook schaalnadelen zoals je kan niet overal
meer aanmeren. Door het groter worden van de containers en dergelijke spreken we ook wel over
het fenomeen van massificatie
Ook luchtvervoer stijgt fel.
We krijgen ook een reshoring dit is dus dat bedrijven de activiteiten weer terugbrengen naar het
thuisland of een land dat dichter ligt. Dit komt omdat er een lage productiekwaliteit was, snelheid
van levering was te traag, goedkopere landen werden ook duurder, …
2. Fragmentatie: een verandering in de vraag
Bv. Eerste Ford kon je enkel in het zwart krijgen, deze werden via massaproductie gemaakt → Maar
nu is er verandering in de vraag en wilt men deze in verschillende kleuren krijgen want mensen
willen hun eigen smaak toepassen.
Deze massaproductie van Fords was heel simpel, maar nu moet zich afvragen hoe moeten we dit
doen efficiënt gaan maken en toch verschillende kleuren aanbieden.
→ Er wordt dus een freeze-point delay gedaan. Men gaat proberen zolang mogelijk als massaproduct
te produceren tot dit punt en dan de individuele smaak gaan toepassen (bv kleur bij auto)
3
, We hebben hiervoor verschillende strategieën
De make-to-stock: gaat men gewoon goederen produceren om deze
dan op te slaan als voorraad. Deze goederen worden dan zo verkocht
aan de consument
Assemble-to-order: hier gaat men wachten en heb je halfafgewerkte
goederen die je zal afwerken als er vraag is naar het goed
Make-to-order: Hier gaan men het product produceren als er vraag is naar het product
Purchase-to-order: Hier heeft men nog geen voorraad, pas wanneer er een aankoop gebeurd zal men
de grondstoffen gaan aankopen.
Virtual factory: Deze hebben geen infrastructuur, maar werken met onderaannemers en gaan deze
gebruiken. Dus gaan hun productie zogezegd uit besteden.
Conclusie: Hoe meer je naar onder gaat, hoe flexibeler MAAR de leveringstermijn is wel langer
Er is dus naast de verandering in productie, maar ook in manier waarop goederen worden geleverd
wordt geindividualiseerd.
→ We zien dit bij E-Commerce. Dit zorgt dat goederen en diensten tot jouw thuis worden geleverd.
Maar het probleem is dat het vaak gratis wordt geleverd waardoor men vaak te veel gaan bestellen
om dan terug te sturen. Dit maakt het duurder voor de producenten
→ Dus de vraag die volgt is: Is e-commerce slecht voor de duurzaamheid?
Er zijn verschillende factoren die een rol spelen: Levering binnen 1 a 2 dagen, Gratis terugsturen,
gemiste leveringen, …
→ Men denkt dat de consument op deze manier werkt en dat de
online en offline gedeelte gescheiden blijft, maar in de werkelijkheid
is er een “omnichannel” dus gaat men de channels door elkaar gaan
gebruiken.
We gaan dus online zoeken naar kleren, deze dan gaan passen in de
winkel. Daarna deze online bestellen en ontvangen om ze dan
misschien terug te sturen.
Dus we hebben aan de ene kant massificatie, we gaan dus groter
gaan, maar ook atomisatie, we gaan aanpassen aan de voorkeur van
de klant en ook thuisleveren.
3. Technologie
Technologie heeft een invloed op operations dat bepaald producten niet meer
relevant worden. Terwijl het doel voor operations is het voorzien dat de producten
kunnen worden geproduceerd.
Bv. CD-spelers, Blackberry, … worden steeds onbelangrijker door de ontwikkeling van de technologie.
(Behoeftepiramide van Maslow)
4
Chapter 1: Introduction to operations management
Boek: Operations management, Reid, Dan R;, Sanders, Nada R.
We gaan eerst kijken naar de
strategische vragen en pas op
het einde naar de tactische
beslissingen.
Definitie operationeel beheer:
- De bedrijfsfunctie die verantwoordelijk is voor het plannen, coördineren, en controleren van de
middelen nodig om de producten en diensten van het bedrijf te produceren.
→ Te kijken dus welke inputs ze nodig hebben arbeid, materiaal, … om een output te genereren.
Er is een soort van transformatieproces om van die input een
output te maken. Dit moet wel op een productieve manier
gebeuren.
Er moet dus rekening gehouden met klantenkritiek, maar je
moet ook de juiste materialen op de juiste plaats op het juiste
moment aanwezig is. Dit noemen we logistiek.
De supply chain is de toeleveringsketen, dit is de
aaneenschakeling van actoren die je nodig hebt om het goed of
dienst te produceren. Eenmaal als het geproduceerd is heb je een
eindproduct om daarna via een distributiekanaal tot de
eindverbruiker te geraken. → Supply chain
Operations Management Karakteristieken:
- Het is een managementfunctie
- Het is een organisaties kernfunctie
- Het is aanwezig in elke organisatie. Klein vs Groot; Service vs Productie; Profit vs Non-profit
Een operations management managers moet er dus voorzorgen dat alles in orde voor de productie
van goederen en diensten. Hiervoor moet hij steeds in contact staat met andere managers zoals de
Marketing, Operations, Finance, … managers om zo een goed beeld te krijgen van wat is er nodig,
hoeveel is het budget, …
1.1 Value added defined:
Dus gaan gebruik maken van materialen om deze
te gaan transformeren om deze dan voor een
meerwaarde te gaan verkopen. Dit is dus de waarde die er wordt toegevoegd
1
,Hoe goed je dan bezig bent kan worden aangetoond aan de hand van Productiviteit.
De productiviteit wordt berekend op basis van hoeveel outputs je krijgt voor het aantal inputs.
𝑂𝑢𝑡𝑝𝑢𝑡𝑠
P = 𝐼𝑛𝑝𝑢𝑡𝑠
Maar om dit ook effectief te gaan meten kan dit op verschillende manieren:
• Partial Measures: De ratio van outputs tegen maar 1 input
• Multifactor Measures: ratio van de outputs tegen meerdere, maar
niet alle inputs
• Totale Productivity Measures: De ratio van inputs tegen alle inputs
Bv. 2 werknemers die 24 tafels in 8 uren schilderen. Dus output: 24 tafels,
input: 16 uur
24/16= productiviteit= 1.5 tafels per uur
OF
→ Is 1,41 goed of slecht? Dit kan je niet echt
weten, je moet dit gaan vergelijken met
concurrenten of vorige jaren.
Productiviteit Groei Ratio:
We kunnen gaan kijken hoeveel de productiviteit veranderd ten opzichte van vroeger.
𝑃2−𝑃1
Groei ratio: 𝑃1 met P2: Productiviteit van nu en P1: Productiviteit vroeger
Service VS Manufacturing:
Service: Manufacturing:
- Arbeidsintensief - Kapitaalintensief
- Veel consumenten contact - Weinig consumenten contact
- Geen voorraad - Kan in voorraad
- Korte respons tijd - Lange respons tijd
- Intangible of ongrijpbaar product - Tangible of tastbaar product
→ Meeste bedrijven zitten ertussen.
2
,1.2 Operation Management beslissingen:
We hebben 2 soorten OM beslissingen:
• Strategische beslissingen:
o Breed in de scope
o Lange termijn in de natuur
o Totale omvatting
o Deze beslissing eerst oplossen voordat we naar de volgende soort beslissingen
kunnen gaan. Dit is de Tactische beslissing
• Tactische beslissingen:
o Nauw in de scope
o Korte termijn in de natuur
o Concentreert zich op een kleine groep van fouten
1.3 Trends:
1. Globalisatie:
Globalisatie is dat mensen hun culturen en dergelijke dichter bij elkaar zullen gaan liggen.
Globalisatie wordt veroorzaakt door verschillende drijvers.
Deze drijvers zijn:
• Integratie van onder andere wetten en dergelijke
• Productie
• Transportatie van de goederen en diensten
• Transacties
Vooral transportatie speelt een grote rol. We zien dat het gebruik van containers hier voor veel
vorderingen heeft gezorgd. Deze containers werden steeds groter en ook goedkoper. Dus men kreeg
meer schaalvoordelen want goedkoper etc., maar je kreeg ook schaalnadelen zoals je kan niet overal
meer aanmeren. Door het groter worden van de containers en dergelijke spreken we ook wel over
het fenomeen van massificatie
Ook luchtvervoer stijgt fel.
We krijgen ook een reshoring dit is dus dat bedrijven de activiteiten weer terugbrengen naar het
thuisland of een land dat dichter ligt. Dit komt omdat er een lage productiekwaliteit was, snelheid
van levering was te traag, goedkopere landen werden ook duurder, …
2. Fragmentatie: een verandering in de vraag
Bv. Eerste Ford kon je enkel in het zwart krijgen, deze werden via massaproductie gemaakt → Maar
nu is er verandering in de vraag en wilt men deze in verschillende kleuren krijgen want mensen
willen hun eigen smaak toepassen.
Deze massaproductie van Fords was heel simpel, maar nu moet zich afvragen hoe moeten we dit
doen efficiënt gaan maken en toch verschillende kleuren aanbieden.
→ Er wordt dus een freeze-point delay gedaan. Men gaat proberen zolang mogelijk als massaproduct
te produceren tot dit punt en dan de individuele smaak gaan toepassen (bv kleur bij auto)
3
, We hebben hiervoor verschillende strategieën
De make-to-stock: gaat men gewoon goederen produceren om deze
dan op te slaan als voorraad. Deze goederen worden dan zo verkocht
aan de consument
Assemble-to-order: hier gaat men wachten en heb je halfafgewerkte
goederen die je zal afwerken als er vraag is naar het goed
Make-to-order: Hier gaan men het product produceren als er vraag is naar het product
Purchase-to-order: Hier heeft men nog geen voorraad, pas wanneer er een aankoop gebeurd zal men
de grondstoffen gaan aankopen.
Virtual factory: Deze hebben geen infrastructuur, maar werken met onderaannemers en gaan deze
gebruiken. Dus gaan hun productie zogezegd uit besteden.
Conclusie: Hoe meer je naar onder gaat, hoe flexibeler MAAR de leveringstermijn is wel langer
Er is dus naast de verandering in productie, maar ook in manier waarop goederen worden geleverd
wordt geindividualiseerd.
→ We zien dit bij E-Commerce. Dit zorgt dat goederen en diensten tot jouw thuis worden geleverd.
Maar het probleem is dat het vaak gratis wordt geleverd waardoor men vaak te veel gaan bestellen
om dan terug te sturen. Dit maakt het duurder voor de producenten
→ Dus de vraag die volgt is: Is e-commerce slecht voor de duurzaamheid?
Er zijn verschillende factoren die een rol spelen: Levering binnen 1 a 2 dagen, Gratis terugsturen,
gemiste leveringen, …
→ Men denkt dat de consument op deze manier werkt en dat de
online en offline gedeelte gescheiden blijft, maar in de werkelijkheid
is er een “omnichannel” dus gaat men de channels door elkaar gaan
gebruiken.
We gaan dus online zoeken naar kleren, deze dan gaan passen in de
winkel. Daarna deze online bestellen en ontvangen om ze dan
misschien terug te sturen.
Dus we hebben aan de ene kant massificatie, we gaan dus groter
gaan, maar ook atomisatie, we gaan aanpassen aan de voorkeur van
de klant en ook thuisleveren.
3. Technologie
Technologie heeft een invloed op operations dat bepaald producten niet meer
relevant worden. Terwijl het doel voor operations is het voorzien dat de producten
kunnen worden geproduceerd.
Bv. CD-spelers, Blackberry, … worden steeds onbelangrijker door de ontwikkeling van de technologie.
(Behoeftepiramide van Maslow)
4
