Statistiek van Jan De Neve op basis van alle filmpjes en het boek
Samenvatting statistiek 1 .....................................................................................................................1
Statistiek les 1 .....................................................................................................................................1
statistiek HS 2 ................................................................................................................................... 11
Hoorcollege 1 .................................................................................................................................... 37
statistiek HS 3 ................................................................................................................................... 40
Hoorcollege 2 .................................................................................................................................... 66
Statistiek HS 4 ................................................................................................................................... 70
Hoorcollege 3 .................................................................................................................................... 95
Statistiek HS 5 – betrouwbaarheidsintervallen ................................................................................... 101
Hoorcollege 5 .................................................................................................................................. 115
Statistiek HS 6 – samenhang tussen twee variabelen ......................................................................... 119
oefeningen hoorcollege 6 ................................................................................................................. 143
oefening hoorcollege 7 ..................................................................................................................... 148
Monitoraat statistiek ........................................................................................................................ 149
Monitoraat 3 .................................................................................................................................... 155
Statistiek Monitoraat 4 ..................................................................................................................... 161
STATISTIEK LES 1
HOOFDSTUK 1
DE EMPIRISCHE CYCLUS
• Statistiek is belangrijk voor wetenschappelijk onderzoek.
• Hoe werkt wetenschappelijk onderzoek?
• Wij vertrekken vanuit de empirische cyclus: (courante manier om kennis te verwerven)
o 1. Observatie: waarnemen/verzamelen van empirisch feitenmateriaal
o 2. Inductie: hypotheses formuleren op basis van de observatie uit stap 1
o 3. Deductie: opstellen van voorspellingen op basis van de hypotheses van stap 2
o 4. Toetsing: aftoetsen van de voorspelling uit deductie op basis van nieuw empirisch
feitenmateriaal (nieuwe data)
o 5. Evaluatie: resultaat van de toetsing kritisch beoordelen
o → 5 stappen om te doorlopen, want als we dit blijven doen, zullen we meer en meer
kennis gaan vergaren
▪ Binnen deze stappen speelt statistiek een belangrijke rol
▪ We herhalen en herhalen, onze kennisopbouw wordt telkens groter
,EMPIRISCHE CYCLUS TOEGEPAST
• 1. Observatie: ik zie mijn fiets niet staan tegen de boom.
• 2. Inductie (hypothese): mijn fiets staat niet meer op haar plaats, ze is waarschijnlijk gestolen.
• 3. Deductie (voorspelling): als mijn fiets gestolen is, zal ze niet meer aan het stationsplein staan.
De fiets is weg
• 4. Toetsing (nieuwe data, nieuw feitenmateriaal): na wat zoeken vind ik mijn fiets terug in een
fietsrek.
• 5. Evaluatie (evaluatie van de voorspelling): mijn fiets is niet gestolen, maar iemand heeft ze
verplaatst.
EMPIRISCHE CYCLUS VOORBEELD
• Starten met onderzoek, waar andere onderzoekers gestopt zijn (cyclus!)
Onderzoek naar de relatie tussen digitaal schermgebruik en mentaal welzijn bij jongeren.
• 1. Observatie
o Schermgebruik: positieve of negatieve invloed? Geen consensus tussen digitaal
schermgebruik en mentaal welzijn
o Ene zegt dat het goed is om lang op je scherm te zitten, terwijl anderen zeggen van niet
▪ Bv. Te lang scherm → hoofdpijn
▪ Bv. Instagram → erbij horen, sociale media, verbonden voelen…
• 2. Inductie (nieuwe hypothese naar voor schuiven)
o Goudlokje-principe: een beetje is goed, teveel is niet goed
▪ Beperkt schermgebruik: OK (goed, positief)
▪ Overmatig schermgebruik: niet OK (negatief)
• 3. Deductie (voorspelling van de hypothese)
o Mentaal welzijn zal niet dalen bij een beperkt schermgebruik
o Mentaal welzijn zal wel dalen bij een overmatig schermgebruik
o
• 4. Toetsen
o Gegevens van 120 115 Engelse scholieren → veel nieuwe data verzameld
o Gemiddeld genomen in lijn met de deductie, dus de voorspelling komt overeen met de
nieuwe data die werd verzameld
• 5. Evaluatie
o Voorspelling zien we terug in de data, maar we kunnen dit daarom niet bewijzen
, ▪ Ofwel geen bewijs gevonden ofwel ontkrachten
o Goudlokje-principe kunnen we niet verwerpen (maar ook niet bewijzen)
o Wijziging in mentaal welzijn eerder beperkt, niet zo “stijl” zoals hierboven gesteld
o Geen causaal besluit: het kan veroorzaakt zijn daardoor, maar dat is niet zeker
▪ Wijziging in mentaal welzijn is niet 100% zeker veroorzaakt door schermgebruik
o Vervolgonderzoek is nodig (de cyclus dus)
▪ Hoe komt het dat de wijzigingen beperkt zijn?
▪ De cyclus opnieuw doorlopen om meer kennis te verzamelen
STATISTIEK BINNEN DE CYCLUS
Statistiek is de wetenschap van het leren uit data en van het meten, controleren en
communiceren van onzekerheden.
• Statistiek speelt een ondersteunende rol binnen de empirische cyclus
• Komt aan bod in Toetsen maar ook bij Inductie, Deductie en Evaluatie
• Voorbeeld: mentaal welzijn van scholieren die
o Geen smartphone gebruiken (180 scholieren van 120.000 studenten)
o Dagelijks ongeveer 5 uur op de smartphone zitten (634 scholieren)
o → Hoe zit dat dan met het mentaal welzijn?
• Voor wie het mentaal welzijn het hoogst?
• De drie getallen – 180 getallen in de eerste kolom stelt het mentaal welzijn voor van die persoon
(hoe hoger, hoe beter)
• Hoe zit het met mentaal welzijn tussen beide groepen?
• Bv. Mentaal welzijn groep 1 = 42, bij de andere scholier is het mentaal welzijn = 38
• We zien in de data variabiliteit, mentaal welzijn is niet voor iedereen hetzelfde (zowel in beide
groepen)
• Een bepaald besluit zal dus niet voor iedereen opgaan, het varieert van persoon tot persoon
• Oplossing: statistische analyse doen bv. gemiddelde berekenen per groep
o Groep 1: 48,6 groep 2: 45,9
o Dus gemiddeld is het mentaal welzijn hoger bij de groep die 0 uur op de gsm zit, MAAR dit
is een gemiddelde en zal dus niet voor iedereen zijn
• Standaardafwijking = standaarddeviatie: hoe sterk variëren de data die we verkregen hebben?
o Hoe groter het getal, hoe meer het verschilt van elkaar
o Hoe kleiner het getal, hoe minder het verschilt
o Binnen een groep varieert het mentaal welzijn, want er zijn heel wat aspecten die dit
beïnvloeden
o Deze variatie is ongeveer in beide groepen gelijk, want standaardafwijking bij groep 1 is
9,6 en bij de andere 9,5
• Analyse is dus niet altijd complex
, Statistische geletterdheid is het vermogen om te redeneren door middel
van statistiek en data.
• Belangrijk voor:
o De gedragswetenschapper
o Maar ook daarbuiten: sleutelvaardigheid in een wereld waar kennis wordt aangedreven
door data
• Statistische kennis is relevant voor:
o Het formuleren van de onderzoeksvraag die kan beantwoord worden door middel van
data.
o Het ontwerpen van de studie en het verzamelen van de data.
o Het verkennen van de verzamelde data via beschrijvende analyses.
o Het formuleren van conclusies die verder reiken dan de geobserveerde data via
inductieve analyses.
HOOFDSTUK 2
ONDERZOEK NAAR SMARTPHONEGEBRUIK EN MENTAAL WELZIJN
• Opdeling van een WS artikel is grotendeels hetzelfde als een empirische cyclus
WAAROM DIT ONDERZOEK? – VOORBEELD
• In een artikel zeggen ze: “Adolescenten spenderen steeds meer tijd online”
o Observatie
• Stemmen om het gebruik te beperken?
o Bv. Gsmgebruik is niet goed, je bent tijd aan het verdoen
• Wat is de wetenschappelijke evidentie voor de vervangingshypothese (=displacement
hypothesis)?
o Vervangingshypothese in dit artikel: “Meer digitaal schermgebruik is slecht voor je
mentaal welzijn”
o Hypothese en dus inductie
• Onderzoekers stellen die hypothese in vraag – kritische kijk
o Er lijkt ook evidentie te zijn van een Goudlokje-principe
o Beperkte hoeveelheid schermgebruik kan wel goed en verbindend en ontspannend zijn…