Fonemen Een foneem is de kleinste klankeenheid in een taal die betekenis kan veranderen.
Het is dus een klank die een woord een andere betekenis kan geven, zoals het
verschil tussen de /r/ en de /n/ in "beer" en "been". Een foneem kan uit één letter
bestaan of uit meerdere letters die samen één klank vormen.
Grafeme Een letter of een lettercombinatie die een foneem weergeeft.
n
Nederlands begrippen 3.1
Verschillende niveaus van informatieverwerking
Visuele niveau Hierbij gaat het om de kenmerken van letters en
woorden.
In de beginfase van het leren lezen maken kinderen
vooral gebruik van de visuele informatie uit losse
letters.
Morfologische Dit heeft betrekking op de manier waarop een
niveau woord is opgebouwd.
Semantische Dat draait om de betekenis van woorden.
niveau
Syntactische Waar het gaat om de relaties tussen woorden,
niveau woordgroepen en zinnen. Een belangrijk
verschijnsel op dit niveau is bijvoorbeeld het
gebruik van verwijswoorden
Verschillende modellen voor het leesproces
Bottom-up Waarin het lezen start bij het visuele niveau. De lezer
model bouwt het begrip van een tekst stap voor stap op,
beginnend bij de letters en woorden. Dit model verklaart
echt niet goed waarom we zinnen vaak sneller lezen dan
losse woorden. De context van een zin helpt ons
namelijk om de betekenis sneller te begrijpen.
Top-down Waarin leesprocessen juist beginnen op de hogere
model informatieniveaus. Volgens dit model spelen
verwachtingen van de lezer, gebaseerd op kennis van
taal en de werkelijkheid, een grotere rol. Toch blijkt uit
onderzoek dat lezers zelden heel precies kunnen
voorspellen hoe een zin verder gaat, waardoor dit model
ook geen volledige verklaring biedt.
Interactiemod Lezen verloopt hierbij door een voortdurende afwisseling
el tussen voorspellend lezen en woord voor woord lezen.
Wanneer een tekst gaat over een bekend onderwerp, zal
de lezer meer voorspellend lezen. Maar zodra een
voorspelling niet klopt of de tekst lastig wordt, schakelt
, de lezer over op nauwkeurig lezen.
Fonologische Dat beschrijft hoe het geheugen werkt bij het leren
coherentiemo lezen. In ons brein ligt kennis opgeslagen in zenuwcellen
del die samen een netwerk vormen. In dit netwerk zijn er
foneemknopen(spraakklanken), letterknopen (letters) en
semantische knopen(betekenis). Hoe sterker de
verbinding is tussen foneemknopen en letterknopen hoe
gemakkelijker het leesproces verloopt.
Verschil tussen spellende en radende lezers
Spellende lezers Kinderen die te lang blijven vasthouden aan de
elementaire leeshandeling of aan het lezen met
clusters en spellingpatronen. Ze maken weinig
fouten maar lezen heel erg langzaam. Oorzaak
kan verschillen per kind.
Radende lezers Maken veel fouten en slaan woorden over. Ze
maken vooral gebruik van de leesstrategie ‘lezen
met behulp van context’. Een mogelijke oorzaak is
een chaotische werkhouding of
concentratieproblemen.
Onder problemen Spellende lezers, randend lezen, langzaam lezen
met technische (vertraagde lezers) of eentonig lezen (met weinig
lezen verstaan we: expressie).
Verschillende lees strategieën
De elementaire Dit wordt de basistechniek genoemd, omdat het
leeshandeling de basis vormt van het lezen: letter voor letter
wordt woord opgebouwd. Met behulp van deze
strategie kan in principe elk woord gelezen
worden.
De elementaire leeshandeling bestaat uit 3
stappen:
- De visuele analyse: het kind koppelt fonemen
aan grafemen, werkt van links naar rechts
volgens de leesrichting en onthoudt de
fonemen in de juiste volgorde.
- Auditieve synthese: waarbij de losse klanken
aan elkaar worden geplakt.
- Tot slot krijgt het woord betekenis
De elementaire spellingshandeling lijkt erop is
alleen het spiegelbeeld ervan.
Het is dus een klank die een woord een andere betekenis kan geven, zoals het
verschil tussen de /r/ en de /n/ in "beer" en "been". Een foneem kan uit één letter
bestaan of uit meerdere letters die samen één klank vormen.
Grafeme Een letter of een lettercombinatie die een foneem weergeeft.
n
Nederlands begrippen 3.1
Verschillende niveaus van informatieverwerking
Visuele niveau Hierbij gaat het om de kenmerken van letters en
woorden.
In de beginfase van het leren lezen maken kinderen
vooral gebruik van de visuele informatie uit losse
letters.
Morfologische Dit heeft betrekking op de manier waarop een
niveau woord is opgebouwd.
Semantische Dat draait om de betekenis van woorden.
niveau
Syntactische Waar het gaat om de relaties tussen woorden,
niveau woordgroepen en zinnen. Een belangrijk
verschijnsel op dit niveau is bijvoorbeeld het
gebruik van verwijswoorden
Verschillende modellen voor het leesproces
Bottom-up Waarin het lezen start bij het visuele niveau. De lezer
model bouwt het begrip van een tekst stap voor stap op,
beginnend bij de letters en woorden. Dit model verklaart
echt niet goed waarom we zinnen vaak sneller lezen dan
losse woorden. De context van een zin helpt ons
namelijk om de betekenis sneller te begrijpen.
Top-down Waarin leesprocessen juist beginnen op de hogere
model informatieniveaus. Volgens dit model spelen
verwachtingen van de lezer, gebaseerd op kennis van
taal en de werkelijkheid, een grotere rol. Toch blijkt uit
onderzoek dat lezers zelden heel precies kunnen
voorspellen hoe een zin verder gaat, waardoor dit model
ook geen volledige verklaring biedt.
Interactiemod Lezen verloopt hierbij door een voortdurende afwisseling
el tussen voorspellend lezen en woord voor woord lezen.
Wanneer een tekst gaat over een bekend onderwerp, zal
de lezer meer voorspellend lezen. Maar zodra een
voorspelling niet klopt of de tekst lastig wordt, schakelt
, de lezer over op nauwkeurig lezen.
Fonologische Dat beschrijft hoe het geheugen werkt bij het leren
coherentiemo lezen. In ons brein ligt kennis opgeslagen in zenuwcellen
del die samen een netwerk vormen. In dit netwerk zijn er
foneemknopen(spraakklanken), letterknopen (letters) en
semantische knopen(betekenis). Hoe sterker de
verbinding is tussen foneemknopen en letterknopen hoe
gemakkelijker het leesproces verloopt.
Verschil tussen spellende en radende lezers
Spellende lezers Kinderen die te lang blijven vasthouden aan de
elementaire leeshandeling of aan het lezen met
clusters en spellingpatronen. Ze maken weinig
fouten maar lezen heel erg langzaam. Oorzaak
kan verschillen per kind.
Radende lezers Maken veel fouten en slaan woorden over. Ze
maken vooral gebruik van de leesstrategie ‘lezen
met behulp van context’. Een mogelijke oorzaak is
een chaotische werkhouding of
concentratieproblemen.
Onder problemen Spellende lezers, randend lezen, langzaam lezen
met technische (vertraagde lezers) of eentonig lezen (met weinig
lezen verstaan we: expressie).
Verschillende lees strategieën
De elementaire Dit wordt de basistechniek genoemd, omdat het
leeshandeling de basis vormt van het lezen: letter voor letter
wordt woord opgebouwd. Met behulp van deze
strategie kan in principe elk woord gelezen
worden.
De elementaire leeshandeling bestaat uit 3
stappen:
- De visuele analyse: het kind koppelt fonemen
aan grafemen, werkt van links naar rechts
volgens de leesrichting en onthoudt de
fonemen in de juiste volgorde.
- Auditieve synthese: waarbij de losse klanken
aan elkaar worden geplakt.
- Tot slot krijgt het woord betekenis
De elementaire spellingshandeling lijkt erop is
alleen het spiegelbeeld ervan.