Hoofdstuk 1 – Zwangere, kinderen en jeugdigen in het ziekenhuis
Kraamzorg in Nederland -Manier waarop kraamzorg in Nederland is georganiseerd is vrij
uniek in de wereld;
-Aantal medische ingrepen is minimaal en de geboorte vindt zo veel
mogelijk op natuurlijke wijze plaats;
-‘Normale’ bevalling gebeurt onder verantwoordelijkheid van de
verloskundige;
-Bij een normale bevalling kan een vrouw kiezen voor;
*Thuisbevalling;
*Kraamkliniek;
*Kraamhotel;
*Ziekenhuis (pathologische bevalling vind hier altijd plaats);
-Nederland is het enige land waar men thuiskraamzorg kan
ontvangen;
Positie van Nederland -Nederland stond ooit bekend om hoog percentage thuisbevallingen
rondom kraamzorg *Lang vond 35% van de bevallingen thuis plaats, nu op 20%;
*Als het percentage onder de 10% komt verliezen verloskundigen
hun deskundigheid > zonder deskundig verloskundige is de
thuisbevalling niet mogelijk;
Verloskundige of -Bevalling met verloskundige is even veilig als een bevalling in het
gynaecoloog ziekenhuis onder begeleiding van een gynaecoloog;
Sterfte rondom de -Jaarlijkse cijfers sterfte rondom bevalling en zwangerschap worden
geboorte bijgehouden > PERINATALE STERFTE;
-Ook wordt steeds onderzocht hoe de zorg beter kan;
-Cijfers van de afgelopen eeuw;
*Begin 20e eeuw stierven 250 van de 100.000 vrouwen bij de
bevalling;
*1993-2005 stierven 12.1 moeders per 100.000 levend geboren
kinderen;
*Laatste cijfers 2014 > vrouwen die tijdens de zwangerschap of
bevalling overlijden is nu 10;
Doodsoorzaken -Oudere vrouwen hebben een hoger kans op overlijden;
-Zwangerschaptoxicose;
-Complicaties rondom de geboorte;
-Complicaties van reeds bestaande ziekten;
*Met goede medische begeleiding krijgen vrouwen nu een kind
terwijl dit in dezelfde situatie vroeger afgeraden zou zijn;
Medische indicatie -Als zich complicaties voordoen bij een zwangere-, barende of een
kraamvrouw komt zij onder behandeling van de gynaecoloog;
*Men spreekt dan van een PATHOLOGISCHE ZWANGERSCHAP;
-Op grond van een medische indicatie wordt de vrouw meteen
doorgestuurd naar het ziekenhuis of opgenomen zodra de bevalling
begint;
-Ziekenhuis is altijd een reguliere instelling;
Sociale indicatie -Wanneer de thuissituatie ongeschikt is om te bevallen en de
kraamtijd door te brengen;
*Dan spreken we over een sociale indicatie;
-Baring wordt hierbij geleid door een verloskundige;
Poliklinische bevalling -Wanneer er geen medische indicatie is maar de zwangere toch in
, het ziekenhuis wilt bevallen;
-Bevalt in het ziekenhuis onder begeleiding van de verloskundige en
blijft daar 24 uur;
-Vervolgens wordt de kraamvrouw overgedragen aan een
kraamcentrum;
*Redenen poliklinische bevalling > Barende voelt zich veiliger en
zekerder omdat er een gynaecoloog en kinderarts op de
achtergrond aanwezig zijn;
Transmurale zorg -In sommige delen van Nederland heeft een thuiszorginstelling een
verloskamer gehuurd van het ziekenhuis;
*Omdat de verloskundige afstanden in de regio niet meer kan
overbruggen;
-Kraamverpleegkundige van het kraamcentrum gaat mee om de
partusassistentie te verrichten;
*Ook wel een verplaatste thuisbevalling;
-Hier is sprake van TRANSMURALE ZORG;
Afdelingen in het -Tegenwoordig zijn in ziekenhuizen alle afdelingen die te maken
ziekenhuis rondom moeder hebben met moeder en kind verenigd in een ‘moeder en
en kind kindcentrum’;
*Gynaecologie, verloskunde en neonatologie werken intensief
samen;
-Verloskamer is vaak getransformeerd in een kraamsuite;
*Ruime kamer waarin alle voorzieningen te vinden zijn;
Beroep verloskundige -Kern van het beroep bestaat volgens wet BIG uit;
volgens de wet BIG *Begeleiding van een fysiologisch verlopende zwangerschap, baring
en kraamperiode;
*Begeleiding van anticonceptie;
*Verrichten van risicoselecties tijdens die periodes;
Huisarts die de bevalling -Sinds 1999 mogen zwangere er voor kiezen de huisarts de baring te
begeleidt laten begeleiden;
-Als een huisarts de bevalling doet moet hij ;
*Ervaren zijn;
*Een minimumaantal bevallingen per jaar doen (bevoegd/bekwaam)
*Er moet altijd vervanging geregeld zijn;
Gynaecoloog -Wordt ingeschakeld bij een pathologische zwangerschap, bevalling
of kraamperiode;
-Gynaecoloog begeleidt dan verder de zwangere tot na de bevalling;
-In de kraamperiode is het afhankelijk van observaties of zij in het
ziekenhuis blijven of de kraamperiode thuis verder mogen
doorbrengen;
-Sprake van complicatie tijdens of na de bevalling > Gynaecoloog;
Kraamverpleegkundige in -De meeste werken in het ziekenhuis;
het ziekenhuis -Zijn met name niveau 4 en 5 verpleegkundige;
Kraamverpleegkundige in -Fungeren tussen zorgvragers en kraamorganisaties;
een kraamcentra *Niveau 5 verpleegkundige;
*Verpleegkundigen van het eerste functieniveau met aanvullende
opleiding MGZ of HBO-V;
-Zij geven leiding aan de kraamverzorgenden en werken op het
eerste deskundigheidsniveau
Hoofdtaken van -Intake en voorlichting over de kraamzorg geboden door het
bovenstaande kraamcentrum en het afstemmen van het kraamarrangement;
,kraamverpleegkundige -Afleggen van prenatale huisbezoeken of telefonisch contact met de
zorgvragers/cliënten;
-Begeleiding geven aan kraamverzorgenden;
-Deskundigheidsbevordering bij kraamverzorgenden in de vorm van
werkoverleg en bijscholing;
-Als aanspreekpunt fungeren;
-Voorlichting geven op aanstaande-ouderbijeenkomsten;
-Stagiaires begeleiden;
Lactatiedeskundige -Ook wel borstvoedingdeskundigen;
-Gespecialiseerd in het proces en de praktijk van menselijke
borstvoeding;
-Volgen een parttime opleiding van 1,5 jaar en leggen Internationale
Examen voor Lactatiedeskundige af;
-Met name grotere kraaminstellingen hebben lactatiedeskundigen in
dienst;
-Kunnen ook werkzaam zijn bij patiëntenorganisaties;
Taken lactatiedeskunde -Op methodische en systematische wijze moeder en pasgeborene
begeleiden bij alle aspecten van de borstvoeding;
-Steun bieden bij het zorg dragen voor een sociale omgeving voor
een borstvoedende moeder;
-Voorlichting, instructie en bijscholing geven aan individuen;
-Meewerken aan het ontwikkelen van beleid op het gebied van
borstvoeding;
-Beoordelen wanneer samenwerken met andere disciplines
noodzakelijk is;
Geboorteplan -Document waarin de zwangere en haar partner hun wensen voor
de bevalling op schrift hebben gezet;
-Weergave van hun verwachtingen, behoeften en angsten;
-Vooral bedoeld als communicatiemiddel;
Overlijden van het kindje -Ontzettend ingrijpend en vaak onverwacht;
-Overlijd het kindje tijdens de zwangerschap dan bevalt de vrouw
meestal in het ziekenhuis;
*Vanuit het ziekenhuis wordt er onderzoek aangeboden naar de
doodsoorzaak;
Zorg bieden aan ouders die -Moeder is ondanks alles toch kraamvrouw met alle lichamelijke
hun kindje zijn verloren gevolgen;
*Borstvoeding kan op gang komen (confronterend);
-Ouders hebben vaak behoefte aan emotionele steun en aandacht;
-Ziekenhuis zorgt vaak, afhankelijk van het termijn van de
zwangerschap voor tastbare aandenkens;
*Foto’s;
*Handafdrukjes;
*Plukje van het haar van de baby;
-Vaak wordt in het ziekenhuis de begrafenisondernemer al
ingeschakeld;
-Eenmaal thuis moet er vaak nog veel geregeld worden;
Overlijden bij een -Ouders zijn hierbij gebonden aan de volgende wet;
zwangerschap na 24 weken *Wet op de lijkbezorging;
*Dat wil zeggen dat het kindje begraven of gecremeerd moet
worden;
*Bij uitzondering kan er uitstel worden gevraagd, bijvoorbeeld als de
, kraamvrouw lichamelijk nog niet in staat is dit bij te wonen;
Overlijden van het kindje -Hoeft niet begraven/gecremeerd te worden;
voor 24 weken -Is wel mogelijk als de ouders dit wensen;
-Ouders mogen het kindje bijschrijven in hun trouwboekje;
Obductie -Bij obductie wordt onderzoek gedaan naar de doodsoorzaak;
-Meeste ouders willen dit weten in verband met een eventuele
volgende zwangerschap;
Allochtone zorgvragers -Hebben vaak hun eigen gewoontes en tradities rond de bevalling en
kraamtijd;
-Meeste Nederlandse vrouwen krijgen veel professionele
begeleiding tijdens hun zwangerschap;
-Bij allochtone vrouwen zijn die dingen niet altijd vanzelfsprekend;
-Als VP kun je met de volgende aspecten in aanraking komen;
*In een laat stadium melden van de zwangerschap;
*Taalproblemen;
*Gebruiken en tradities tijdens de zwangerschap;
Allochtone vrouwen die te -Dit kan verschillende problemen geven zoals;
laat een arts/specialist in *De zwangerschapsduur is niet te achterhalen;
schakelen *Vrouw begint te laat met prenatale controles;
*De vrouw meld zich te laat aan voor kraamzorg;
Taalproblemen bij -Sommige vrouwen spreken niet goed Nederlands;
allochtonen *Hier moet jij je als VP op aanpassen;
*Gebruik geen moeilijke woorden of uitdrukkingen;
*Gebruik voorlichtingsmateriaal met afbeeldingen;
*Kijk of je met een naaste kan communiceren;
*Gebruik een vertaalprogramma;
Gebruiken en tradities -Het boze oog;
tijdens de zwangerschap bij *Vrouwen verbergen hun zwangerschap soms omdat ze bang zijn
allochtonen dat iemand anders het boze oog op hun werpt;
*Hierdoor kun je een miskraam krijgen;
-Ramadan;
*Vrouwen kunnen ervoor kiezen of ze gaan vasten;
*Foetus komt over het algemeen aan de nodige voedingsstoffen, de
zwangere alleen niet;
-Praten over problemen die het kind aan gaan;
*Je mag in sommige culturen niet praten over nare dingen die
kunnen gebeuren omdat dit dan daadwerkelijk gaat gebeuren;
Baring is overgeslagen Baring bij buitenlandse culturen is overgeslagen;
Verpleegplan maken voor -Zwangere vrouwen worden om verschillende redenen opgenomen;
een zwangere -Doorloop de volgende stappen bij het opstellen;
*Verzamel informatie/ anamnese;
*Bepaal verpleegdoelen;
*Kies de verpleegkundige interventies;
*Rapporteer en evalueer je zorg;
Speciale aandacht bij het *De medische voorgeschiedenis;
opstellen van het *De verloskundige voorgeschiedenis;
verpleegplan *Verloop van de zwangerschap tot nu toe;
*Emotionele toestand van de zwangere;
Verloskundige -Stel de volgende vragen omdat complicaties van vorige
voorgeschiedenis zwangerschappen invloed kunnen hebben op de huidige
zwangerschap;
, *Is de vrouw eerder zwanger geweest?
*Hoeveel kinderen heeft de vrouw?
*Waren er problemen bij de vorige zwangerschap/bevalling?
*Heeft de vrouw ooit een spontane abortus of abortus
PROVOCATUS (opzettelijk afbreken) gehad?
*Is de vrouw ooit bevallen van een te vroeg of te laat geboren kind?
*Is de vrouw ooit bevallen van een kind met aangeboren afwijking?
*Is de vrouw ooit bevallen van een dood geboren kind?
Vragen huidige *Door wie de vrouw begeleid?
zwangerschap *Heeft de vrouw een zwangerschapscursus gevolgd?
*Zijn er complicaties opgetreden tijdens de zwangerschap?
*Heeft de vrouw een geboorteplan opgesteld?
Verpleegplan voor een -Hierbij volg je dezelfde stappen om te bepalen welke zorg nodig als
barende als bij een zwangere;
*Informatie verzamelen;
*Verpleegkundige anamnese;
-Stel hierbij dezelfde vragen als bij de zwangere;
*Medische voorgeschiedenis;
*Verloskundige voorgeschiedenis;
*Verloop van de bevalling;
Vragen bij het verloop van *Wanneer zijn de weeën begonnen?
de bevalling *Hoe vaak komen de weeën?
*Hoe vangt de kraamvrouw de weeën op?
*Zijn haar vliezen al gebroken?
*Wat is de kleur van het vruchtwater?
*Heeft ze getekend (slijmprop verloren)?
*Wil je partner bij de bevalling aanwezig zijn?
-Vraag naar het geboorteplan;
Voorbeeld verpleegdoelen *De barende en haar partner voelen zich op hun gemak;
barende *De barende en haar partner zijn geïnformeerd;
*De barende kan haar weeën goed opvangen;
Voorbeeld verpleegkundige *Informatie geven over het verloop van de bevalling;
interventies *De verloskundige of gynaecoloog assisteren;
*De barende aansporen om te persen;
*De barende en haar partner geruststellen;
Verpleegplan voor de -Meestal heb je tijdens de bevalling al veel informatie gekregen uit
kraamvrouw en de anamnese en door je observaties;
pasgeborene -Je kunt een partusverslag van een collega lezen als je zelf niet bij de
bevalling was;
*Bij een thuisbevalling krijg je het partusverslag van de
verloskundige of huisarts die de bevalling heeft begeleid;
-Wees alert op;
*Mantelzorg > Wilt de partner dit oppakken?
*Wensen van de ouders > Denk hierbij aan fles- of borstvoeding;
Voorbeeld verpleegdoelen *De vrouw kan de zelfzorg volledig uitvoeren;
kraamvrouw *De ouders kunnen voor hun kind zorgen;
*De vrouw is geïnformeerd over haar eigen gezondheid en
verzorging;
Voorbeeld verpleegdoelen *Baby is schoon en aangekleed;
pasgeborene *Baby is gevoed;
*Baby toont zich geborgen en veilig;
, Afbouwen van zorg -Eerste dagen na de bevalling geef je de meeste zorg;
-Je bouwt dit als dat mogelijk is steeds een beetje af;
-Uiteindelijk zijn de ouders zelf in staat voor het kindje te zorgen;
Bespreking en consulten op -Communiceren vormt een essentieel onderdeel;
de kraamafdeling -Twee manieren van communiceren met je collega’s;
*Bespreking en via een consult;
Besprekingen -Werkoverleg;
*Belangrijk omdat het over zaken gaat die direct met werk hebben
te maken;
-Teambesprekingen;
*Bespreken van de belangrijkste zaken van de afdeling;
*Knelpunten komen aan de orde;
-Besprekingen met andere disciplines;
*Zij hebben een specifieke deskundigheid en kunnen je vaak goed
advies geven bij speciale omstandigheden;
Consult -Consult over de geplande en verleende zorg;
*Gesignaleerde problemen pak je op en maak je bespreekbaar met
je collega’s;
-Andere disciplines consulteren;
*Wanneer je met collega’s er niet uit komt kun je het advies vragen
van een meer gespecialiseerde deskundige;
Ontslag van de -Exitgesprek organiseren waarin je de ouders kunt vragen hoe ze het
kraamvrouw verblijf en de zorg hebben ervaren;
*Zo kun je de zorg nog meer verbeteren;
-Ipv exitgesprek kun je ook een evaluatieformulier laten invullen;
-Bij het ontslag kun je nog wat adviezen meegeven;
-Bij het ontslag vul je een overdrachtsformulier in voor de
kraamverzorgende;
-Het vertrek van de zorgvrager moet bij de administratie worden
verwerkt;
Overdracht naar een -Wanneer de normale medische zorg op de kraamafdeling niet
andere ZH afdeling voldoende is wordt het kindje overgeplaatst;
-Kinderarts regelt meestal de opname op de kinderafdeling;
-Zorg dat de ouders hiervan op de hoogte zijn en wat er gaat
gebeuren;
Overdracht naar een -Gebeurt in bijzondere gevallen;
andere instelling *Bijvoorbeeld als een pasgeborene een operatie moet ondergaan;
-Is voor de ouders flink schrikken, zorg dat jij de overdracht goed
heb geregeld;
Werkplanning maken -Maak je altijd van te voren;
-Vooruit denken en inschatten hoeveel tijd je nodig hebt;
-Goede planning helpt bij efficiënter werken;
Omgaan met een vaste -In de meeste ziekenhuizen werken ze met een vaste dagindeling;
dagindeling *Vaste eettijden, was momenten en het delen van medicatie;
Verbetering van de *Dit kun je doen doormiddel van;
kwaliteit -Gebruiken van protocollen;
*Die zijn afgeleid van landelijke richtlijnen;
-Kwaliteitsmeetinstrumenten;
*Evalueren van verpleegplannen;
*Bespreken van protocollen;