Samenvatting Onderzoeksmethodiek methoden en toepassingen // Onderzoeksmethoden II (universiteit Gent)

Samenvatting

Onderzoeksmethodiek

Methodes
en
Toepassingen





,Opbouw  Examen:  Uit  deze  hoofdstukken  zeker  een  vraag!
1)   Steekproeftrekking:  soort  steekproef  of  steekproefgroottep  berekenen  (H6)
2)   Genre  neckerman  zonder  data  à  statistisch  verwerken  (H12)
3)   Experiment  gegeven  à  Welk  experiment,  validiteit:  hoe  beter  (H11)
4)   Anova,  interactie  (H15)
5)   Validiteit  en  betrouwbaarheid

Zie  voorbeeldexamen  op  Minerva!

Te  kennen  hoofdstukken:

Hf  2:  Goed  onderzoek  en  EXTRA:  validiteit  en  betrouwbaarheid
Hf  3:  Onderzoeksplan
Hf  4:  De  probleemstelling
Hf  5:  Secundaire  gegevens
Hf  6:  Steekproeftrekking
Hf  7:  Ondervragen  van  bevoorrechte  getuigen  -­‐  Kwalitatief  onderzoek
Hf  8:  Basisvormen  van  gegevensverzameling:  observatie  en  ondervraging
Hf  9:  Opstellen  van  vragenlijsten
Hf  10:  Schaalmeting
Hf  11:  Causaal  onderzoek  –  Experimentele  opzetten
Hf  12:  Univariate  analysemethoden  -­‐  Statistische  toetsen
Hf  14:  Analyse  van  kruistabellen
Hf  15:  Variantie-­‐analyse  en  EXTRA:  Experimenteel  onderzoek
Hf  16:  Correlatie-­‐  en  regressie-­‐analyse
Hf  20:  Rapporteren  en  presenteren



















Hoofdstuk  2:  Goed  Marktonderzoek
__________________________________________________________________________



2


,
2.1  Wat  is  goed  onderzoek?

Minimumkenmerken  waaraan  goed  onderzoek  moet  voldoen:

•   Toegepast  onderzoek:  beslissingsgericht  en  probleemoplossend
o   Bedoeling  marktonderzoek:  beslissing  vergemakkelijken  en  een  probleem  te
helpen  oplossen
o   Marktonderzoek  moet  actionable  zijn:  moet  leiden  tot  informatie  en  inzichten
waarmee  beslissingen  over  marketingactiviteiten  kunnen  worden  genomen  op
cruciale  en  ‘dure’  momenten  in  het  beslissingproces
o   Twee  belangerijke  vragen  moeten  voor  ogen  genomen  worden
1.   Zullen  de  resultaten  van  het  onderzoek  de  zekerheid  over  een  te
nemen  beslissing  verhogen
2.   Verhoogt  de  kans  dat  de  beslissingnemer  actie  zal  ondernemen  op
basis  van  de  resultaten  van  het  onderzoek?

•   Empirisch:  informatieverzameling
•   Systematisch:  Systematische  procedure  die  in  elke  stap  objectief  is,  getest  op
validiteit  en  betrouwbaarheid
•   Kritisch:  onderzoeker  moet  zich  bewust  zijn  van  mogelijke  procedurefouten  en
openstaan  voor  alternatieve  verklaringen  van  de  onderzochte  fenomenen
•   Gecontroleerd  en  te  controleren

GOED  ONDERZOEK
Goed  onderzoek  is  een  systematische,  kritische  en  gecontroleerde  procedure,  aan  de
hand  waarvan  informatie  wordt  verzameld,  die  ertoe  leidt  de  onzekerheid  m.b.t.
beleidsbeslissingen  te  reduceren

Voorwaarden  voor  goed  onderzoek!!  (EXAMEN)
-   Het  doel  is  goed  afgebakend  (probleemstelling):  geen  dubbelzinnigheid  mogelijk
-   Onderzoeksprocedures  moeten  in  voldoende  detail  worden  beschreven
à  Om  kwaliteit  onderzoek  te  kunnen  beoordelen  en  herhaling  mogelijk  te  maken
-   Juiste  onderzoeksopzet:  procedures  die  meest  objectieve  resultaten  leveren
-   Beperkingen  en  fouten:  rapporteren  en  het  effect  ervan  op  de  resultaten  inschatten
à  In  eerlijk  onderzoek  zeg  je  ook  wat  je  beperkingen  zijn
-   Gegevensanalyse:  geschikte  analysemethoden
-   Conculsie:  beperkt  tot  degene  die  kunnen  woren  afgeleid  uit  de  gegevens  en
analyses,  gelimiteerd  tot  de  populatie  waarvoor  de  steekproef  representatief  is

ð   Goede  informatie  is  relevant  en  accuraat
Relevant:  draagt  bij  tot  het  oplossen  van  een  probleem
Accuraat:  is  een  spiegel  van  de  realiteit

Voorbeeld  goed  onderzoek  bij  de  VRT:  Zie  tekst  op  Minerva
2.2  Wetenschappelijk  karakter  van  onderzoek



3


, Markt  onderzoek  is  bij  voorkeur  wetenschappelijk

Wetenschappelijk  onderzoek  heeft  3  kenmerken:    echt  goed  onderzoek,  wat  is
belangerijk?

THEORIEVORMING  EN  MODELBOUW(1)

Theorie:   Het  kadert  in  een  bepaalde  theorie  over  het  bestudeerde  deel  van  de
realiteit  in  elkaar  zit
Theorie Relatie klantentevredenheid en
Voorbeeld  van  een  theorie:   klantentrouw
3
Hogere klantentevredenheid leidt tot hogere klantentrouw,
2
enkel en alleen in extreme situaties, m.a.w.




klantentrouw
1
- een extreem lage tevredenheid leidt tot lage trouw
0
- een extreem hoge tevredenheid leidt tot hoge trouw
-1

ð   Geldt  alleen  in  extreme  situaties   -2
Hoe
ð   meer ‘plezier’ en ‘activatie’ men ondervindt in de winkel,
Als  je  een  klant  hebt  die  een  7  scoort  op   -3
hoe langer en liever een consument in de winkel blijft. -4 -3 -2 -1 0 1 2
tevredenheid  moet  je  niet  denken  dat  hij   klantentevredenheid
supertrouw  is  (tussengeval)
Theorie Onderzoeksmethodiek
Onderzoeksmethodiek
3de bachelor TEW/HIR


3de bachelor TEW/HIR
PAD  –  theorie:  pleasure-­‐  Arrousal  –  Dominance  Theorie
Hogere klantentevredenheid leidt tot hogere klantentrouw,
Elke  omgeving,  elke  ruimte  heeft  2  omstandighen:  een  plezier  en  een  arrousal
enkel en alleen in extreme situaties, m.a.w.
activatiegraad
- een extreem lage tevredenheid leidt tot lage trouw
Activatie
- een extreem hoge tevredenheid leidt tot hogeA
=
Arrousal

trouw hoog

Hoe meer ‘plezier’ en ‘activatie’ men ondervindt in de winkel,
angstig opwindend
/agressief

hoe langer en liever een consument in de winkel blijft.
laag hoog Plezier

somber ontspannend

Onderzoeksmethodiek
3de bachelor TEW/HIR P
=
Pleasure

laag

Model:     Vereenvoudigde  voorstelling  van  een  relevant  gedeelte  van  de  realiteit   Onderzoeksmethodiek
3de bachelor TEW/HIR


Bijvoorbeeld  hoe
Model
in-store
lang  iemand  in  de
approach/avoidance
elementen gedrag winkel  blijft


emotionele klanten-
gevoelens tevredenheid Hoe  meer  activate  and
pleasure,  hoe  meer
Activatie
klanten- approach  gedrag
Plezier trouw

Voorbeelden  van  geobserveerde  variabelen  voor  plezier,  activitatie  en  toenadering
Onderzoeksmethodiek
3de bachelor TEW/HIR





4