Samenvatting hoofdstuk 3 paragraaf:
(3).1, (3).2, (3).4, (3).5 en (3).6 -
Werkplaats vwo 1 tekstboek - ISBN:
9789001820275 - Schrijver: T. van der
Geugten
, Samenvatting §3.1
Wat is een polis
1. Een polis is een stadstaat Bestaat uit een stad met een gebied eromheen. Ze hadden
een eigen regering een leger en een Akropolis.
2. De Akropolis is een heuvel waar mensen naartoe konden vluchtten als er gevaar
dreigden . En je zag vanaf daar al de vijand zien aankomen ,later werden er tempels
opgebouwd.
3. Athene is vernoemd naar raar hun godin Athena.
Athena schonk hun een olijvenboom.
4. In het 8e eeuw v chr ontstond een tekort aan landbouwgrond er ontstonden Griekse
kolonies. Voorbeeld Marseille ,Istanbul ,Napols .
5. Ze hadden wel contact met hun moeder stad. Hoe heette dat? De Metropolis
6. Grieken noemden zichzelf Hellenen. Het gebied heet hellas .
7. Hoe heet een plek om te communiceren? De Agora. Grieken communiceerde en
handelde daar en het had ook een bestuurlijke functie. En er waren ook nog
gebouwen omheen zoals tempels,overheidsgebouwen en stoa’s. Een stoa was een
lange zuilen hal waar vrienden elkaar ontmoetten,handelaren zaken deden en
geleerden discussieerden of voorlazen uit eigen werk.
8. Ambachtslieden (nijverheid) waren pottenbakkers, smeden en bakkers etc.
9. Polis handel met andere polis en buitenland. Door koloniën een groter afzetgebied
internationale handel : Egypte is papyrus en graan, Italië: timmerhout en
bond,Libanon glaswerk en specerijen ook uit India, uit Cyrene dat is een Griekse
kolonie haalde ze een geheimzinnig kruid tegen keelpijn , hoofdpijn etc. Het kruid
stierf uit. Door handel veel culturen contact. Ze wisselde kennis uit. Grieken namen
letterschrift van Feniciërs over ze ontwikkelen Grieks alfabet wat de Romeinen weer
over namen, en Romeinen ontwikkelen het Latijnse schrift die nu nog gebruikt wordt.
10. Geld. Lydië(west
Turkije) heerste koning Groesus. De rijkste man ter wereld van 600 v chr. Vandaar
dat we nu nog de uitdrukking : (zo rijk als Groesus.) Hij liet als eerste munten slaan in
goud en zilver. De Atheners hadden eerst Obolus (staafjes) en lieten toen munten
slaan die later nog gebruikt werden in heel Hellas.
11. Samenleving van Athene
Groep 1: Vrije volwassen mannen geboren, in Polis. Grootgrondbezitters hoog
aanzien, mannen in loondienst laag aanzien. Groep 2:
Mannen die niet in de Polis geboren zijn, werkte vooral in handel en nijverheid.
Groep 3: Vrouwen, weinig rechten geen huis of grond.
Groep 4: Slaven waren in bezit van eigenaar en hadden geen rechten. ⅓ van
bevolking.
12. Sparta samenleving
Geen Akropolis Sparta op schiereiland = sterk leger.
Groep1: mannen militair _________Vrouwen waren geschoold .
(3).1, (3).2, (3).4, (3).5 en (3).6 -
Werkplaats vwo 1 tekstboek - ISBN:
9789001820275 - Schrijver: T. van der
Geugten
, Samenvatting §3.1
Wat is een polis
1. Een polis is een stadstaat Bestaat uit een stad met een gebied eromheen. Ze hadden
een eigen regering een leger en een Akropolis.
2. De Akropolis is een heuvel waar mensen naartoe konden vluchtten als er gevaar
dreigden . En je zag vanaf daar al de vijand zien aankomen ,later werden er tempels
opgebouwd.
3. Athene is vernoemd naar raar hun godin Athena.
Athena schonk hun een olijvenboom.
4. In het 8e eeuw v chr ontstond een tekort aan landbouwgrond er ontstonden Griekse
kolonies. Voorbeeld Marseille ,Istanbul ,Napols .
5. Ze hadden wel contact met hun moeder stad. Hoe heette dat? De Metropolis
6. Grieken noemden zichzelf Hellenen. Het gebied heet hellas .
7. Hoe heet een plek om te communiceren? De Agora. Grieken communiceerde en
handelde daar en het had ook een bestuurlijke functie. En er waren ook nog
gebouwen omheen zoals tempels,overheidsgebouwen en stoa’s. Een stoa was een
lange zuilen hal waar vrienden elkaar ontmoetten,handelaren zaken deden en
geleerden discussieerden of voorlazen uit eigen werk.
8. Ambachtslieden (nijverheid) waren pottenbakkers, smeden en bakkers etc.
9. Polis handel met andere polis en buitenland. Door koloniën een groter afzetgebied
internationale handel : Egypte is papyrus en graan, Italië: timmerhout en
bond,Libanon glaswerk en specerijen ook uit India, uit Cyrene dat is een Griekse
kolonie haalde ze een geheimzinnig kruid tegen keelpijn , hoofdpijn etc. Het kruid
stierf uit. Door handel veel culturen contact. Ze wisselde kennis uit. Grieken namen
letterschrift van Feniciërs over ze ontwikkelen Grieks alfabet wat de Romeinen weer
over namen, en Romeinen ontwikkelen het Latijnse schrift die nu nog gebruikt wordt.
10. Geld. Lydië(west
Turkije) heerste koning Groesus. De rijkste man ter wereld van 600 v chr. Vandaar
dat we nu nog de uitdrukking : (zo rijk als Groesus.) Hij liet als eerste munten slaan in
goud en zilver. De Atheners hadden eerst Obolus (staafjes) en lieten toen munten
slaan die later nog gebruikt werden in heel Hellas.
11. Samenleving van Athene
Groep 1: Vrije volwassen mannen geboren, in Polis. Grootgrondbezitters hoog
aanzien, mannen in loondienst laag aanzien. Groep 2:
Mannen die niet in de Polis geboren zijn, werkte vooral in handel en nijverheid.
Groep 3: Vrouwen, weinig rechten geen huis of grond.
Groep 4: Slaven waren in bezit van eigenaar en hadden geen rechten. ⅓ van
bevolking.
12. Sparta samenleving
Geen Akropolis Sparta op schiereiland = sterk leger.
Groep1: mannen militair _________Vrouwen waren geschoold .
