100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting - ethiek (HZG07A)

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
19
Subido en
23-10-2025
Escrito en
2024/2025

Deze uitgebreide en overzichtelijke samenvatting behandelt alle leerinhouden van het opleidingsonderdeel ‘Ethiek’ binnen de bachelor Gezinswetenschappen. Ze biedt een helder overzicht van zowel historische als hedendaagse ethische theorieën en past deze concreet toe op actuele vraagstukken binnen gezin en samenleving. Perfect als voorbereiding op het examen of als houvast bij reflectieopdrachten.

Mostrar más Leer menos
Institución
Grado










Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

Subido en
23 de octubre de 2025
Número de páginas
19
Escrito en
2024/2025
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

ETHIEK - NOTITIES
HOOFDSTUK 1: Wat is moraal en ethiek?
1.1 Moraal en ethiek
Moraal en ethiek gaan over hoe we bepalen wat goed of slecht, juist of onjuist is in het
menselijk handelen.
 Moraal verwijst naar de concrete normen en waarden die binnen een gemeenschap
gelden. Wat als goed of fout wordt beschouwd, is afhankelijk van culturele en sociale
contexten.
 Waarden zijn algemene principes zoals vrijheid, eerlijkheid en respect, terwijl normen
specifieke gedragsregels zijn die uit waarden voortkomen.
Morele overtuigingen verschillen wereldwijd, bijvoorbeeld tussen individualistische en
collectivistische culturen, of in de manier waarop thema’s als abortus en euthanasie worden
beoordeeld.
Moraal ontstaat door socialisatie: we leren morele regels via opvoeding, opleiding en cultuur.
Dit proces leidt tot internalisatie, waarbij we morele principes als vanzelfsprekend
beschouwen en ze ons diep raken als ze geschonden worden.
1.2 Ethiek als reflectie op moraal
Ethiek is de filosofische studie van moraal. Ze onderzoekt kritisch en methodisch hoe mensen
morele keuzes maken.
 Descriptieve methode beschrijft morele opvattingen zonder oordeel  Men gaat wel
onderzoek doen, maar gaan geen oordeel maken of standpunt innemen. (bv. hoe
vroeger seks voor het huwelijk werd afgekeurd  Men gaat dit afkeuren aan de hand
van de wet).
 Normatieve methode: Men gaat een standpunt innemen en gaat daarbij richtlijnen
stellen voor hoe we zouden moeten handelen en waarom. (bv. waarom we eerlijk
zouden moeten zijn).
 Moraalfilosofie ziet morele oordelen als gebaseerd op redelijke en rationele
argumentatie van mensen.
 Moraaltheologie stelt dat morele oordelen voortkomen uit geopenbaarde
waarheid(=die waarheid, die God ons heeft geopenbaard in Zijn heilig Woord.)
Ethische reflectie helpt ons om te begrijpen hoe en waarom we morele keuzes maken en hoe
we ze kunnen rechtvaardigen.
Wanneer de ethiek een normatieve richtlijn formuleert (m.a.w. een standpunt inneemt, wordt
zij praktisch en wenst zij bij de dragen aan een humanisering. (m.a.w. Kan het standpunt in de
praktijk gebruikt worden om de wereld te verbeteren)
1.3 Morele oordelen
Een moreel oordeel gaat niet over smaak ("lekkere koffie, slechte film"), maar over
handelingen die ethisch verantwoord of verwerpelijk zijn.
 Het moet gaan over een handeling van personen, moreel ter verantwoording geroepen
worden. = een object dat je kan aanspreken.
 Morele oordelen zijn categorisch, wat betekent dat ze universeel en onvoorwaardelijk
gelden.
 Ze baseren zich op redelijke principes die binnen een gemeenschap als geldig worden
beschouwd, maar die ook kritisch ter discussie kunnen worden gesteld. M.a.w. er moet
een consensus over bestaan binnen de gemeenschap.  = Meer dan subjectieve
meningen, emotionele reacties of smaak. Bijv. non-directieve hulpverlening waarbij je je
eigen referentiekader aan de kant moet kunnen schuiven.
Soms botsen morele overtuigingen met niet-morele factoren, zoals culturele gewoonten of
religieuze tradities.

,1.4 Universalisme en particularisme in ethiek
Ethische systemen kunnen universeel of context gebonden zijn:
 Universalisme stelt dat morele principes voor iedereen gelden, overal en altijd (bv.
mensenrechten).
 Particularisme beweert dat ethische principes afhankelijk zijn van de context en
gemeenschap (bv. deugdenethiek van Aristoteles).
HOOFDSTUK 2: Het ontstaan van ethiek in Griekenland
2.1 Ethiek in de Oudheid
 Mensen leren in zichzelf en in hun kunnen te geloven.
Ethische denkers in de Oudheid legden de basis voor onze moderne morele filosofie.
Natuurfilosofen:
De wetten van de natuur bepalen niet alleen de natuurkundige wetmatigheden maar ook de
morele richtlijnen van ons handelen, m.a.w. zij leiden morele opvattingen af uit de orde van
de natuur.
Voorbeeld Anaximander (natuurfilosoof)  Stelt dat er een verband is tussen rechtvaardigheid
en het ontstaan en vergaan van de dingen : "Waaraan echter de dingen hun ontstaan te
danken hebben, daarin vinden zij ook hun ondergang, overeenkomstig hun
verschuldigd-zijn. Want zij geven elkaar verzoening en boete voor hun
ongerechtigheid, overeenkomstig de orde van de tijd" M.A.W. De dingen in de natuur
ontstaan en weer verdwijnen volgens een soort kosmische balans. Als de ene zaak ten koste
van de andere ontstaat, zal er uiteindelijk een moment komen waarop dit wordt gecorrigeerd,
alsof ze boeten voor een soort van ongerechtigheid.
 We zijn met andere woorden gedetermineerd door de natuurlijke wetmatigheden.
Sofisten: Ethisch relativisme
De sofisten waren rondreizende leraren die tegen betaling leerden hoe je met slimme
argumenten je gelijk kon halen. Ze geloofden niet in absolute morele waarheden: moraal
hangt af van tijd en plaats.
 Volgens hen zijn de wetten niet afkomstig vanuit de natuur, maar van de mensen zelf
“Noch de goden, noch de natuur, maar wel de mens is immers de maat van alle
dingen” volgens Protagoras (485-411 v.C.)
“De mens is de maat van alle dingen, van de zijnden, dat zij zijn, van de niet-
zijnden, dat zij niet zijn” (Plato, Theaetetus 152a)
Waarom hadden de sofisten zoveel succes in die periode?
 De democratie werd belangrijker in die periode, m.a.w. In een democratisch systeem
zijn verschillende meningen en opvattingen mogelijk, waardoor de traditionele,
unanieme basis voor moraal verzwakt kan raken.
GEVOLG: Het ontstaan van ethisch relativisme. Dit houdt in dat morele oordelen niet langer
worden gezien als universeel waar, maar als afhankelijk van de context.
 In de directe democratie moeten de verschillende fracties de kiezers voor zich winnen
DUS was leren argumenteren belangrijk.
 De natuurfilosofen gaven tegenstrijdige antwoorden DUS waren zij wel te vertrouwen?
Wat is de waarde van hun kennis?
Volgens de sofisten was redeneren een spel, een kunst, winnen met alle mogelijke
redeneermiddelen, kunstgrepen en redeneertrucs.
"woordverdraaier, retorisch spiegelvechter, die het niet te doen is om waarheid en
recht, maar die enkel uit is op het overtuigen en overtroeven van de tegenstander

, met alle middelen en kunstgrepen van de dialectiek en de retoriek" (E.Metzke,
Handbuch der Philosophie, Heidelberg 1949:275)
 M.a.w. niet de wil tot waarheid maar de wil tot macht is de drijfveer van het
argumenteren
"Degenen die hun wijsheid verkopen voor geld aan elke belangstellende, noemen
we Sofisten, zoals we anderen mannelijke prostituees (pórnoi) noemen; maar al
wie degene waarvan hij weet dat hij de geschikte natuur heeft, tot zijn vriend
maakt door hem al het goede te leren dat hij bezit, daarvan menen we dat hij doet
wat een gentleman-burger behoort te doen” (Xenophoon, Memorabilia sc. aan
Sokrates, I.6.13)
Socrates: Kennis en dialoog (5de eeuw v.ch)  Vader van de ethiek
Socrates verzette zich tegen de natuurfilosofen en het relativisme van de sofisten. Hij
geloofde dat ware kennis van goed en kwaad mogelijk is.
 De sokratische methode bestond uit dialoog en zelfonderzoek: door vragen te stellen
en in discussie te gaan, ontdekken we morele waarheid.
 Hij leerde dat wie inziet dat hij onwetend is, al wijzer is dan iemand die denkt alles te
weten.
 Zoals een vroedvrouw een baby laat geboren worden, deed hij kennis geboren worden.
 Cognitivistisch standpunt = wanneer je weet wat goed is, ga je dat ook doen. Bijv.
Als je niet weet wat rechtvaardig is , ga je je ook niet rechtvaardig gedragen.
 Het goede leven = de waarheden van de deugden(= waarden en vragen over het
goede) ontdekken.
Socrates vond dat morele kennis leidt tot juist handelen. Hij stelde dat niemand vrijwillig
kwaad doet, maar dat moreel falen voortkomt uit onwetendheid. (= intellectualistische visie
op moraal)
“De wijze zal bijgevolg de enige zijn die zichzelf kent, en die in staat zal zijn uit te
vorsen wat hij weet of niet weet; ook bij de anderen zal hij evenzeer bij machte zijn
na te gaan wat zij weten en wat zij, inderdaad wetend, menen te weten, doch ook
wat zij menen te weten ofschoon ze het feitelijk niet weten” (Plato, Charmides
167a)
 Citaat over de sokratische methode geschreven door zijn leerling Plato aangezien
Socrates zelf niks schreef.
Plato: Het Idee van het Goede
Plato, leerling van Socrates, geloofde dat ware moraal niet in de tastbare wereld ligt, maar in
de wereld van de ideeën.  Mens dient de zedelijke Ideeën zoveel mogelijk te realiseren in de
fenomenale wereld
 Het hoogste idee is het Goede, waar alles aan moet worden afgemeten. = het
onafhankelijk zijn van het lichaam (= metafoor van de grot) en lijken op het goddelijke.
 In zijn ideale staat worden mensen ingedeeld in klassen (bestuurders= filosofen,
wachters, ambachtslieden), waarbij de filosofen regeren omdat zij het Goede kennen.
Zijn belangrijkste waarde is rechtvaardigheid.
 Hoe kom je in de klassen terecht: Men ziet wie tot welke klasse behoort tijdens het
opvoedingsproces = selecties maken om te bepalen in welke klasse men behoort.
 Plato’s ethiek is sterk hiërarchisch: persoonlijke belangen zijn ondergeschikt aan het
algemeen welzijn.
 Eugenetica = de meest getalenteerde mannen en vrouwen worden aangezet tot het
samen krijgen van kinderen.
Aristoteles: Deugdenethiek
“Niet zonder reden schijnen de mensen zich van het goede en het geluk een idee te
vormen vanuit hun eigen levenswijze. De grote menigte en het ruwere volk stellen
het in het zinnelijk genot. Er zijn voornamelijk drie levensvormen die overheersen:
de zo juist genoemde, de staatsburgerlijke en als derde de beschouwende
$5.99
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor
Seller avatar
jinteremmery
3.0
(1)

Documento también disponible en un lote

Conoce al vendedor

Seller avatar
jinteremmery Odisee Hogeschool
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
5
Miembro desde
6 meses
Número de seguidores
0
Documentos
11
Última venta
2 semanas hace

3.0

1 reseñas

5
0
4
0
3
1
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes