SOCIALE PSYCHOLOGIE
INLEIDING
Negativiteitsdenkfout: we hebben meer aandacht voor het negatieve dan voor
het positieve
grote impact door media – media deelt informatie die niet overeenkomt met de
realiteit
Aangeleerde hulpeloosheid: alles geprobeerd, geen effect
Vb. baby olifant (weerstand) – volwassen (stilstaan) olifant vast aan paaltje
Synesthesie: associaties maken van het ene zintuig naar het andere
Vb. Bubba: afgerond
Kiki: scherp
= vooroordelen
Brug in Seoul
veel mensen plegen er zelfmoord = brug in de aandacht brengen door
publicatie
quotes/foto’s aanbrengen
= jaar nadien meer zelfmoorden gepleegd
= we hebben nood aan sociaal contact, niet aan quotes/foto’s
Sociale deprivatie = tekortkoming waardoor je niet gezond kan leven
Sociale paradox: er zit een tegenstelling in de mens
we hebben nood aan sociaal contact
we nemen afstand van sociaal contact
Vb. in wachtzaal niet naast elkaar gaan zitten
Vb. sociaal experiment: gesprek aangaan op de trein
achteraf gelukkig van gedrag
= mensen kunnen niet altijd alle situaties inschatten
Invloed van anderen grote rol voor gedrag
Vier ruimtes rond ons om ons veilig te voelen
= culturele verschillen
= neurologisch: amygdala – orgaan dat instaat voor het reguleren van emoties
(vb. angst)
reguleert hoeveel afstand behouden moet worden
1. Intieme ruimte
2. Persoonlijke ruimte
3. Sociale ruimte
4. Publieke ruimte
Sociale psychologie
= wetenschappelijke studie van de manier waarop gedachten, gevoelens
en handelingen van mensen beïnvloed worden door feitelijke, voorgestelde
of geïmpliceerde aanwezigheid va andere mensen
- Sociale invloeden op individueel gedrag
- Gedrag van individuen met, voor of tegen elkaar
, - Overt gedrag: gedrag dat duidelijk voor de ander zichtbaar is (vb. aula
binnen gaan)
- Covert gedrag: gedrag dat niet onmiddellijk voor de ander waarneembaar
is
(vb. gevoelens, fantasieën)
Fundamentele sociale psychologie
= algemene principes van sociaal gedrag of van sociale invloeden op individueel
gedrag zoeken
fundamenteel/theoriegericht onderzoek
Toegepaste sociale psychologie
= inzichten uit fundamentele psychologie gebruiken om maatschappelijke
problemen of persoonlijke problemen van individuen te begrijpen en op te lossen
oplossingen – ongewenste neveneffecten?
toegepast/praktijkgericht onderzoek
Opdeling onnodig?
Ze zijn met elkaar verbonden
- Fundamenteel onderzoek nodig voor toepassing
- Toepassing nodig om fundamenteel onderzoek te bevestigen
‘Geen actie zonder theorie, geen theorie zonder actie’ - Lewin
1. Gedachten, gevoelens, handelingen
overt (handelingen) en covert (gedachten, gevoelens) gedrag
impact/invloed van anderen
- Hoe we ons gedragen
- Hoe we (ons) voelen
- Hoe we (over onszelf) denken
2. Drie soorten invloed/aanwezigheid van anderen
- Fysiek/feitelijk (vb. rugzaktoerist in Zaventem na aanslag)
- Voorgesteld (vb. twijfelen over kleding in kleedhokje – mama?)
- Impliciet/onrechtstreeks (vb. supermarkt – kauwgom bij kassa)
= verkooptruc
Uitgangspunten van sociale psychologie – gedrag verklaren adhv…
Situationele gedragsdeterminanten: sociale omgeving bekijken
- Differentiële psychologie – dispositionisme
= wetenschap van psychologische verschillen tussen mensen en hoe die
vast te stellen
= karaktereigenschappen die ervoor zorgen dat we een bepaald gedrag
gaan stellen
- Sociale psychologie – situationisme
= situaties die ervoor zorgen dat we een bepaald gedrag gaan stellen
Vb. persoon in nood – helpen/negeren
- Interactionisme: gedrag stellen afhankelijk van persoonlijkheid en situatie
persoonlijke verschillen
Experimenteel onderzoek (vb. observaties, enquêtes…)
causale relaties tussen vermeende oorzaken en gevolgen te toetsen
- veldexperiment: natuurlijke, echte omgeving
- laboratoriumexperiment: laboratorium
,Dieronderzoek: gedrag tussen dier en mens komt overeen – interessant voor
sociaal psycholoog
menselijk gedrag begrijpen
Kennisopbouw: experimenten herdoen/repliceren, experimenten dragen bij tot
meer kennis
altijd hypothesen
methodologische krititek op ander ondezoek weerleggen of onderbouwen
belangwekkend vervolgonderzoek – ontwikkeling van nieuwe onderzoekslijn
Beschrijven, uitleggen, begrijpen: zouden we gedrag kunnen voorspellen?
opbouw van kennis over sociaal gedrag – rol van onderzoeken
Relatie tussen sociale psychologie en onze intuïtieve mensenkennis
= tegengestelden trekken elkaar aan
Hindsight bias: ‘ik heb het altijd al geweten
wetenschap en mensenkennis komen overeen
Onderzoeksfraude: onderzoekers passen conclusie aan zodat het beter bij hun
hypothese past
morele verantwoordelijkheid?
hun taak om vertrouwen tegenover de gedragswetenschappen te beschermen
3. Wetenschappelijke studie vs intuïtieve/alledaagse mensenkennis
- Systematisch eenzijdige selectie (situatie langs één kant
bekijken)
- Objectief subjectief
- Gecontroleerd onderhevig
niet ‘het ene waar en het andere onwaar’
verschil van manier van kennisverwerving en kritische reflectie op de
methodes
Rol van waarden in sociale psychologie
= waarden speelen een belangrijke rol in ons gedrag met, tegen en voor onze
medemens
= vinden of beweren marnsen dat ze een belangrijke rol MOETEN spelen
Expliciet maken van waarden: rol van waarden in rekening kunnen brengen
bij oordeel vormen over betekenis en waarde van een onderzoek
Vaak: niet-expliciet maken van waarden
- Niet bewust van invloed van waarden op onderzoek
- Uit vrees voor bekendmaking
= indruk wekken dat ze bevooroordeeld zijn
= belangrijk voor sociaalpsychologisch onderzoek om zich bewust te zijn van
manieren waarop
waarden een rol kunnen spelen in wetenschapsbeoefening
Individuele waarden bepalen voor onderzoeker
1. Welke thema’s hij/zij aansnijdt
, (vb. Asch – sociale beïnvloeding door overtuiging van menselijke vrijheid
en autonomie)
2. Bestudeerde thema’s beïnvloeden op niveau van dat individuele
onderzoeker overstijgt
tijdsgeest en veranderingen
(vb. jaren 90: veel belang aan verschillen tussen mannen en vrouwen)
3. Welke termen ze gebruiken om gedrag te beschrijven
- Bepalen keuze van andere verschijnselen waar onderzoekers
verbanden leggen
- Bepalen conclusies die ze trekken
= hetzelfde gedrag kan verschillende etiketten krijgen – gevolgen voor
onderzoek
4. Welke adviezen ze uit hun conclusies afleiden
conclusies en aanbevelingen van elkaar onderscheiden!
Sociaalpsychologen brengen verschijnselen aan het licht
meteen ethische of praktische implicaties aan verbonden
Sociale psychologie
- Welke gevolgen bepaalde al dan niet zelfgekozen levensomstandigheden
hebben op specifiek omlijnde, meetbare dimensies van gedragingen
- Welke principes ons gedrag sturen
- Welke gevolgen sociale gedragingen hebben
= vrije keuze om zich te laten informeren bij maken van morele en praktische
keuzes
afhankelijk van waarden en normen
INLEIDING
Negativiteitsdenkfout: we hebben meer aandacht voor het negatieve dan voor
het positieve
grote impact door media – media deelt informatie die niet overeenkomt met de
realiteit
Aangeleerde hulpeloosheid: alles geprobeerd, geen effect
Vb. baby olifant (weerstand) – volwassen (stilstaan) olifant vast aan paaltje
Synesthesie: associaties maken van het ene zintuig naar het andere
Vb. Bubba: afgerond
Kiki: scherp
= vooroordelen
Brug in Seoul
veel mensen plegen er zelfmoord = brug in de aandacht brengen door
publicatie
quotes/foto’s aanbrengen
= jaar nadien meer zelfmoorden gepleegd
= we hebben nood aan sociaal contact, niet aan quotes/foto’s
Sociale deprivatie = tekortkoming waardoor je niet gezond kan leven
Sociale paradox: er zit een tegenstelling in de mens
we hebben nood aan sociaal contact
we nemen afstand van sociaal contact
Vb. in wachtzaal niet naast elkaar gaan zitten
Vb. sociaal experiment: gesprek aangaan op de trein
achteraf gelukkig van gedrag
= mensen kunnen niet altijd alle situaties inschatten
Invloed van anderen grote rol voor gedrag
Vier ruimtes rond ons om ons veilig te voelen
= culturele verschillen
= neurologisch: amygdala – orgaan dat instaat voor het reguleren van emoties
(vb. angst)
reguleert hoeveel afstand behouden moet worden
1. Intieme ruimte
2. Persoonlijke ruimte
3. Sociale ruimte
4. Publieke ruimte
Sociale psychologie
= wetenschappelijke studie van de manier waarop gedachten, gevoelens
en handelingen van mensen beïnvloed worden door feitelijke, voorgestelde
of geïmpliceerde aanwezigheid va andere mensen
- Sociale invloeden op individueel gedrag
- Gedrag van individuen met, voor of tegen elkaar
, - Overt gedrag: gedrag dat duidelijk voor de ander zichtbaar is (vb. aula
binnen gaan)
- Covert gedrag: gedrag dat niet onmiddellijk voor de ander waarneembaar
is
(vb. gevoelens, fantasieën)
Fundamentele sociale psychologie
= algemene principes van sociaal gedrag of van sociale invloeden op individueel
gedrag zoeken
fundamenteel/theoriegericht onderzoek
Toegepaste sociale psychologie
= inzichten uit fundamentele psychologie gebruiken om maatschappelijke
problemen of persoonlijke problemen van individuen te begrijpen en op te lossen
oplossingen – ongewenste neveneffecten?
toegepast/praktijkgericht onderzoek
Opdeling onnodig?
Ze zijn met elkaar verbonden
- Fundamenteel onderzoek nodig voor toepassing
- Toepassing nodig om fundamenteel onderzoek te bevestigen
‘Geen actie zonder theorie, geen theorie zonder actie’ - Lewin
1. Gedachten, gevoelens, handelingen
overt (handelingen) en covert (gedachten, gevoelens) gedrag
impact/invloed van anderen
- Hoe we ons gedragen
- Hoe we (ons) voelen
- Hoe we (over onszelf) denken
2. Drie soorten invloed/aanwezigheid van anderen
- Fysiek/feitelijk (vb. rugzaktoerist in Zaventem na aanslag)
- Voorgesteld (vb. twijfelen over kleding in kleedhokje – mama?)
- Impliciet/onrechtstreeks (vb. supermarkt – kauwgom bij kassa)
= verkooptruc
Uitgangspunten van sociale psychologie – gedrag verklaren adhv…
Situationele gedragsdeterminanten: sociale omgeving bekijken
- Differentiële psychologie – dispositionisme
= wetenschap van psychologische verschillen tussen mensen en hoe die
vast te stellen
= karaktereigenschappen die ervoor zorgen dat we een bepaald gedrag
gaan stellen
- Sociale psychologie – situationisme
= situaties die ervoor zorgen dat we een bepaald gedrag gaan stellen
Vb. persoon in nood – helpen/negeren
- Interactionisme: gedrag stellen afhankelijk van persoonlijkheid en situatie
persoonlijke verschillen
Experimenteel onderzoek (vb. observaties, enquêtes…)
causale relaties tussen vermeende oorzaken en gevolgen te toetsen
- veldexperiment: natuurlijke, echte omgeving
- laboratoriumexperiment: laboratorium
,Dieronderzoek: gedrag tussen dier en mens komt overeen – interessant voor
sociaal psycholoog
menselijk gedrag begrijpen
Kennisopbouw: experimenten herdoen/repliceren, experimenten dragen bij tot
meer kennis
altijd hypothesen
methodologische krititek op ander ondezoek weerleggen of onderbouwen
belangwekkend vervolgonderzoek – ontwikkeling van nieuwe onderzoekslijn
Beschrijven, uitleggen, begrijpen: zouden we gedrag kunnen voorspellen?
opbouw van kennis over sociaal gedrag – rol van onderzoeken
Relatie tussen sociale psychologie en onze intuïtieve mensenkennis
= tegengestelden trekken elkaar aan
Hindsight bias: ‘ik heb het altijd al geweten
wetenschap en mensenkennis komen overeen
Onderzoeksfraude: onderzoekers passen conclusie aan zodat het beter bij hun
hypothese past
morele verantwoordelijkheid?
hun taak om vertrouwen tegenover de gedragswetenschappen te beschermen
3. Wetenschappelijke studie vs intuïtieve/alledaagse mensenkennis
- Systematisch eenzijdige selectie (situatie langs één kant
bekijken)
- Objectief subjectief
- Gecontroleerd onderhevig
niet ‘het ene waar en het andere onwaar’
verschil van manier van kennisverwerving en kritische reflectie op de
methodes
Rol van waarden in sociale psychologie
= waarden speelen een belangrijke rol in ons gedrag met, tegen en voor onze
medemens
= vinden of beweren marnsen dat ze een belangrijke rol MOETEN spelen
Expliciet maken van waarden: rol van waarden in rekening kunnen brengen
bij oordeel vormen over betekenis en waarde van een onderzoek
Vaak: niet-expliciet maken van waarden
- Niet bewust van invloed van waarden op onderzoek
- Uit vrees voor bekendmaking
= indruk wekken dat ze bevooroordeeld zijn
= belangrijk voor sociaalpsychologisch onderzoek om zich bewust te zijn van
manieren waarop
waarden een rol kunnen spelen in wetenschapsbeoefening
Individuele waarden bepalen voor onderzoeker
1. Welke thema’s hij/zij aansnijdt
, (vb. Asch – sociale beïnvloeding door overtuiging van menselijke vrijheid
en autonomie)
2. Bestudeerde thema’s beïnvloeden op niveau van dat individuele
onderzoeker overstijgt
tijdsgeest en veranderingen
(vb. jaren 90: veel belang aan verschillen tussen mannen en vrouwen)
3. Welke termen ze gebruiken om gedrag te beschrijven
- Bepalen keuze van andere verschijnselen waar onderzoekers
verbanden leggen
- Bepalen conclusies die ze trekken
= hetzelfde gedrag kan verschillende etiketten krijgen – gevolgen voor
onderzoek
4. Welke adviezen ze uit hun conclusies afleiden
conclusies en aanbevelingen van elkaar onderscheiden!
Sociaalpsychologen brengen verschijnselen aan het licht
meteen ethische of praktische implicaties aan verbonden
Sociale psychologie
- Welke gevolgen bepaalde al dan niet zelfgekozen levensomstandigheden
hebben op specifiek omlijnde, meetbare dimensies van gedragingen
- Welke principes ons gedrag sturen
- Welke gevolgen sociale gedragingen hebben
= vrije keuze om zich te laten informeren bij maken van morele en praktische
keuzes
afhankelijk van waarden en normen