Inhoudsopgave
1. Begrippen.................................................................................................................................................. 2
2. Controleplan.............................................................................................................................................. 3
3. Toetsingskader........................................................................................................................................... 9
4. Controleverklaringen............................................................................................................................... 11
1
, 1. Begrippen
= Significante risico’s
Een geïdentificeerde en ingeschat risico op een afwijking van materieel belang waaraan, op grond
van de oordeelsvorming van de accountant, tijdens de controle bijzondere aandacht aan moet
worden besteed.
Bij het toepassen van oordeelsvorming over de vraag welke risico’s significante risico’s zijn, dient de
accountant ten minste rekening te houden met:
A) De vraag of het risico een frauderisico betreft;
B) De vraag of het risico verband houdt met recente significante ontwikkelingen op economisch,
boekhoudkundig of ander gebied en daarom specifieke aandacht voor vereist;
C) De complexiteit van transacties;
D) De vraag of het risico verband houdt met significante transacties met verbonden partijen;
E) De mate van subjectiviteit bij het waarderen van financiële informatie met betrekking tot het
risico, vooral als de waardering veel onzekerheid inhoudt;
F) De vraag of het risico verband houdt met significante transacties die buiten het kader van de
normale bedrijfsvoering van de entiteit vallen of die anderszins ongebruikelijk lijken.
Voorbeelden significante risico’s:
o Nieuwe activa worden niet juist gewaardeerd (Bestaan/eigendom, rechten en verplichtingen,
waardering);
o Continuïteitsrisico nu de financiële cijfers onder druk staan, kan alle posten van de
jaarrekening raken;
o Het niet voldoen aan subsidievoorwaarden. Raakt de post juistheid van de Ontvangen
Subsidies in eerste aanleg en kan vervolgens doorwerken naar de continuïteitrisico.
o Het werken met verschillende tarieven wat kan leiden tot verschuivingsgevaar van het te
verantwoorden omzet hoog naar omzet laag.
o Bonusrisico, risico van het niet volledig verantwoorden van posten. Risico dat de berekening
van de bonus niet juist heeft plaatsgevonden (juistheid, voorkomen en volledigheid).
o Het risico op claims vanwege casusspecifieke oorzaken (volledigheid claims en niet uit de
balans blijkende verplichtingen).
o Het werken met contant geld (frauderisico, diefstal; onvolledigheid van de opbrengsten).
Voorbeelden van relevante interne beheersingsmaatregelen:
o Periodieke interne inventarisatie, bijhouden activaregister, interne controle op
afschrijvingspercentages en juiste berekening van de afschrijvingslasten, periodieke
opname/keuring om na te gaan of bijzondere waardevermindering aan de orde is;
o Periodieke interne leegstandcontrole, monitoren dat verhuur/omzet en facturatie in
functiescheiding plaatsvindt;
2
1. Begrippen.................................................................................................................................................. 2
2. Controleplan.............................................................................................................................................. 3
3. Toetsingskader........................................................................................................................................... 9
4. Controleverklaringen............................................................................................................................... 11
1
, 1. Begrippen
= Significante risico’s
Een geïdentificeerde en ingeschat risico op een afwijking van materieel belang waaraan, op grond
van de oordeelsvorming van de accountant, tijdens de controle bijzondere aandacht aan moet
worden besteed.
Bij het toepassen van oordeelsvorming over de vraag welke risico’s significante risico’s zijn, dient de
accountant ten minste rekening te houden met:
A) De vraag of het risico een frauderisico betreft;
B) De vraag of het risico verband houdt met recente significante ontwikkelingen op economisch,
boekhoudkundig of ander gebied en daarom specifieke aandacht voor vereist;
C) De complexiteit van transacties;
D) De vraag of het risico verband houdt met significante transacties met verbonden partijen;
E) De mate van subjectiviteit bij het waarderen van financiële informatie met betrekking tot het
risico, vooral als de waardering veel onzekerheid inhoudt;
F) De vraag of het risico verband houdt met significante transacties die buiten het kader van de
normale bedrijfsvoering van de entiteit vallen of die anderszins ongebruikelijk lijken.
Voorbeelden significante risico’s:
o Nieuwe activa worden niet juist gewaardeerd (Bestaan/eigendom, rechten en verplichtingen,
waardering);
o Continuïteitsrisico nu de financiële cijfers onder druk staan, kan alle posten van de
jaarrekening raken;
o Het niet voldoen aan subsidievoorwaarden. Raakt de post juistheid van de Ontvangen
Subsidies in eerste aanleg en kan vervolgens doorwerken naar de continuïteitrisico.
o Het werken met verschillende tarieven wat kan leiden tot verschuivingsgevaar van het te
verantwoorden omzet hoog naar omzet laag.
o Bonusrisico, risico van het niet volledig verantwoorden van posten. Risico dat de berekening
van de bonus niet juist heeft plaatsgevonden (juistheid, voorkomen en volledigheid).
o Het risico op claims vanwege casusspecifieke oorzaken (volledigheid claims en niet uit de
balans blijkende verplichtingen).
o Het werken met contant geld (frauderisico, diefstal; onvolledigheid van de opbrengsten).
Voorbeelden van relevante interne beheersingsmaatregelen:
o Periodieke interne inventarisatie, bijhouden activaregister, interne controle op
afschrijvingspercentages en juiste berekening van de afschrijvingslasten, periodieke
opname/keuring om na te gaan of bijzondere waardevermindering aan de orde is;
o Periodieke interne leegstandcontrole, monitoren dat verhuur/omzet en facturatie in
functiescheiding plaatsvindt;
2