JEUGDRECHT
LES 1
1INLEIDING
Alles mag je meenemen naar het examen (geen digitaal)
• Wetgeving lezen! Alles staat in de wetgeving. De nadruk ligt op het
lezen van wetgeving – zelf wetgeving vastpakken en weten hoe het is
opgebouwd en waar je de dingen kan vinden.
• Casus: nadenken over casus en het recht hierop toepassen (tijdlijn
maken) “wat is er relevant om te vragen in een casus”
• Wie, wat, waar, wanneer, waarom, op welke wijze, met welke middelen,
…
= Op het examen krijgen we een casus met daarin informatie. Cruciaal
is dat je die bovenstaande vragen stelt. Aan elk woord hangen
juridische rechtsgevolgen vast.
Belangrijk om te vragen: welke leeftijd de jongen heeft, want verschillende
rechtsgevolgen verbonden aan de leeftijd + afhankelijk van leeftijd welk recht
toepasbaar is. Ouder of jonger dan 12 + ouder of jonger dan 18.
• Je moet jezelf dus deze vragen stellen om inzicht te krijgen in de verschillende
situaties zodat je weet hoe je wanneer moet handelen.
Iemand die 20 jaar is, maar mentaal 14 is en wordt verlengd
minderjarig. Hebben we dan een minderjarige? Burgerrechtelijk is die
op bepaalde vlakken minderjarig, maar in het jeugdrecht blijft deze
persoon een volwassene en is de jeugdrechter in principe niet bevoegd.
Als die persoon morgen een huis zou kopen, dan is het contractueel
een minderjarige is en zal die koop niet geldig zijn
- Vragen in de juiste volgorde stellen !!!
• 2 theoretische vragen (klein)
, • In stappen redeneren + situeren
- Bevoegdheid
- Is het een minderjarige
- Waar woont deze minderjarige
JEUGDRECHT
• Bevoegdheden
• Verschillende soorten jeugdrecht: verschillende
gemeenschappen -> Vlaamse jeugdrecht (helder
opgebouwd)
1.1WAT IS JEUGDRECHT?
• Niet meer zeggen mof en vos (de wetgeving is gewijzigd:
jeugddelinquentierecht)
• Pos jongeren = vos jongeren (vroeger problematische
opvoedingssituatie, nu verontrustende opvoedingssituatie)
• Recht = taal —> vertaling van een samenleving waarbij men
probeert orde en structuur te brengen binnen deze
realiteit
• Recht = een beperkte vertaling van de realiteit
Recht = onderdeel van de realiteit en (hulp)middel binnen deze
realiteit
Recht is er voor de mensen !!vergeet de mensen niet!!
1.2WAAROM KIEZEN VOOR JEUGDRECHT?
• Als je die vraag niet stelt kan je spijt krijgen van uw keuzen
, • Essentieel in het leven
• Het gaat over mensen (de rechtstak die het meest verbonden is met
de mens)
• Hoe redeneer je (situeren: van breed naar details gaan) wie, wat,
wanneer, waarom
1.3WAAR VIND JE INFORMATIE?
• Uw weg vinden in het Vlaamse jeugdrecht (wetboek = authentieke
bron, je mag ervan uitgaan dat wat daarin staat juist is) + Websites
van de Vlaamse overheid
- www.opgroeien.be/cijfers-en-publicaties
- www.jaarverslagjeugdhulp.be/kerncijfers/wie-krijgt-hulp
• Regels voor overheid, gedragsregels voor publiek, (zelfde structuur)
• Waar jeugdrecht vinden? Bij het onderdeel opgroeien
1.4HOE BEKIJKT LECTOR HET RECHT
• Het is een taal, een samenleving
• Verschillen tussen de samenleving
• Recht is gemaakt voor mensen: niet logisch in de praktijk
• Wij moeten zelfstandig en kritisch nadenken + Soms is niets nog wat
het lijkt
VOORBEELD: De regel was dat je met 4 mensen buiten mocht afspreken.
Er was een bijeenkomst in de tuin bij iemand, men had de muziek te luid
gezet = overlast. De politie komt ter plaatse en ze zien enkele jongens in
de tuin zitten. De jongens zijn gaan lopen, maar uiteindelijk hebben ze
allemaal kunnen pakken. Ze werden verhoord en ze zaten dus met 5 ipv 4
personen. Die worden alle 5 voorgeleid met de ouders die aanwezig zijn.
De politie had ze eerder verhoord en ze gaven aan dat ze maar met 4
mensen mochten zijn. De situatie: er waren 3 vrienden gekomen naar
iemand thuis en thuis zat er ook nog een 4 de vriend die al een paar
maanden woonden bij die persoon thuis = 5 in totaal. Die persoon die daar
al enkele maanden woonden, wordt die beschouwd als soort broer
inwonende in gezin of een externe die inwoont in dat gezin?
, 1 van de mensen van de politie zal contact opnemen met de officier van
wacht. De officier belt naar de procureur en de procureur geeft instructies.
De procureur des Koning bepaalt het beleid omtrent corona in een richtlijn
en er is altijd een procureur van wacht. De procureur zegt ‘allemaal
1.5HOE UNIVERSEEL IS HET JEUGDRECHT
meenemen voor verhoor.’ Die personen worden verhoord en de procureur
zegt voorleiden de dag erop voor de jeugdrechter, dus de jongens moeten
een nachtje overnachten in de cel. Uiteindelijk mochten ze naar huis zonder
voorwaarden. Als je de wet strikt leest is hij daar niet ingeschreven en is het
een overtreding, maar men heeft het bij een waarschuwing gelaten. Dit
geeft aan dat kleine details het hele verhaal kunnen veranderen.
Die jongens waren allemaal van een deftige buurt, gingen allemaal naar
school, hadden nog geen feiten gepleegd, ... is het dan een ander verhaal?
Als er geen link is tussen beiden dan wilt het niet zeggen dat je anders
behandeld moet worden, maar het kan er wel voor zorgen dat je in een
bepaalde richting een beslissing neemt
= hoe is de verhouding
• Internationaal recht is vertaald in de Vlaamse wetgeving (bv.
grondwet) het antwoord staat in een niveau hoger
• Jongeren = universeel
= Jongeren zijn universeel want die vinden we terug in elke cultuur
in elk land MAAR die rechten die we toekennen aan die jongeren
zijn helaas niet universeel.
Voorbeeld: kindhuwelijk, …
1.6HULPVERLENING
• Modellen die gebruikt worden en worden toegepast
- Familyfinding = kan het kind thuisblijven of niet? Link
pleeggezinnen en zware ziektes in Amerika
- Kinderen langer thuishouden
• Wat kunnen ze als antwoord bieden op de situatie
1.7 DOELSTELLINGEN
LES 1
1INLEIDING
Alles mag je meenemen naar het examen (geen digitaal)
• Wetgeving lezen! Alles staat in de wetgeving. De nadruk ligt op het
lezen van wetgeving – zelf wetgeving vastpakken en weten hoe het is
opgebouwd en waar je de dingen kan vinden.
• Casus: nadenken over casus en het recht hierop toepassen (tijdlijn
maken) “wat is er relevant om te vragen in een casus”
• Wie, wat, waar, wanneer, waarom, op welke wijze, met welke middelen,
…
= Op het examen krijgen we een casus met daarin informatie. Cruciaal
is dat je die bovenstaande vragen stelt. Aan elk woord hangen
juridische rechtsgevolgen vast.
Belangrijk om te vragen: welke leeftijd de jongen heeft, want verschillende
rechtsgevolgen verbonden aan de leeftijd + afhankelijk van leeftijd welk recht
toepasbaar is. Ouder of jonger dan 12 + ouder of jonger dan 18.
• Je moet jezelf dus deze vragen stellen om inzicht te krijgen in de verschillende
situaties zodat je weet hoe je wanneer moet handelen.
Iemand die 20 jaar is, maar mentaal 14 is en wordt verlengd
minderjarig. Hebben we dan een minderjarige? Burgerrechtelijk is die
op bepaalde vlakken minderjarig, maar in het jeugdrecht blijft deze
persoon een volwassene en is de jeugdrechter in principe niet bevoegd.
Als die persoon morgen een huis zou kopen, dan is het contractueel
een minderjarige is en zal die koop niet geldig zijn
- Vragen in de juiste volgorde stellen !!!
• 2 theoretische vragen (klein)
, • In stappen redeneren + situeren
- Bevoegdheid
- Is het een minderjarige
- Waar woont deze minderjarige
JEUGDRECHT
• Bevoegdheden
• Verschillende soorten jeugdrecht: verschillende
gemeenschappen -> Vlaamse jeugdrecht (helder
opgebouwd)
1.1WAT IS JEUGDRECHT?
• Niet meer zeggen mof en vos (de wetgeving is gewijzigd:
jeugddelinquentierecht)
• Pos jongeren = vos jongeren (vroeger problematische
opvoedingssituatie, nu verontrustende opvoedingssituatie)
• Recht = taal —> vertaling van een samenleving waarbij men
probeert orde en structuur te brengen binnen deze
realiteit
• Recht = een beperkte vertaling van de realiteit
Recht = onderdeel van de realiteit en (hulp)middel binnen deze
realiteit
Recht is er voor de mensen !!vergeet de mensen niet!!
1.2WAAROM KIEZEN VOOR JEUGDRECHT?
• Als je die vraag niet stelt kan je spijt krijgen van uw keuzen
, • Essentieel in het leven
• Het gaat over mensen (de rechtstak die het meest verbonden is met
de mens)
• Hoe redeneer je (situeren: van breed naar details gaan) wie, wat,
wanneer, waarom
1.3WAAR VIND JE INFORMATIE?
• Uw weg vinden in het Vlaamse jeugdrecht (wetboek = authentieke
bron, je mag ervan uitgaan dat wat daarin staat juist is) + Websites
van de Vlaamse overheid
- www.opgroeien.be/cijfers-en-publicaties
- www.jaarverslagjeugdhulp.be/kerncijfers/wie-krijgt-hulp
• Regels voor overheid, gedragsregels voor publiek, (zelfde structuur)
• Waar jeugdrecht vinden? Bij het onderdeel opgroeien
1.4HOE BEKIJKT LECTOR HET RECHT
• Het is een taal, een samenleving
• Verschillen tussen de samenleving
• Recht is gemaakt voor mensen: niet logisch in de praktijk
• Wij moeten zelfstandig en kritisch nadenken + Soms is niets nog wat
het lijkt
VOORBEELD: De regel was dat je met 4 mensen buiten mocht afspreken.
Er was een bijeenkomst in de tuin bij iemand, men had de muziek te luid
gezet = overlast. De politie komt ter plaatse en ze zien enkele jongens in
de tuin zitten. De jongens zijn gaan lopen, maar uiteindelijk hebben ze
allemaal kunnen pakken. Ze werden verhoord en ze zaten dus met 5 ipv 4
personen. Die worden alle 5 voorgeleid met de ouders die aanwezig zijn.
De politie had ze eerder verhoord en ze gaven aan dat ze maar met 4
mensen mochten zijn. De situatie: er waren 3 vrienden gekomen naar
iemand thuis en thuis zat er ook nog een 4 de vriend die al een paar
maanden woonden bij die persoon thuis = 5 in totaal. Die persoon die daar
al enkele maanden woonden, wordt die beschouwd als soort broer
inwonende in gezin of een externe die inwoont in dat gezin?
, 1 van de mensen van de politie zal contact opnemen met de officier van
wacht. De officier belt naar de procureur en de procureur geeft instructies.
De procureur des Koning bepaalt het beleid omtrent corona in een richtlijn
en er is altijd een procureur van wacht. De procureur zegt ‘allemaal
1.5HOE UNIVERSEEL IS HET JEUGDRECHT
meenemen voor verhoor.’ Die personen worden verhoord en de procureur
zegt voorleiden de dag erop voor de jeugdrechter, dus de jongens moeten
een nachtje overnachten in de cel. Uiteindelijk mochten ze naar huis zonder
voorwaarden. Als je de wet strikt leest is hij daar niet ingeschreven en is het
een overtreding, maar men heeft het bij een waarschuwing gelaten. Dit
geeft aan dat kleine details het hele verhaal kunnen veranderen.
Die jongens waren allemaal van een deftige buurt, gingen allemaal naar
school, hadden nog geen feiten gepleegd, ... is het dan een ander verhaal?
Als er geen link is tussen beiden dan wilt het niet zeggen dat je anders
behandeld moet worden, maar het kan er wel voor zorgen dat je in een
bepaalde richting een beslissing neemt
= hoe is de verhouding
• Internationaal recht is vertaald in de Vlaamse wetgeving (bv.
grondwet) het antwoord staat in een niveau hoger
• Jongeren = universeel
= Jongeren zijn universeel want die vinden we terug in elke cultuur
in elk land MAAR die rechten die we toekennen aan die jongeren
zijn helaas niet universeel.
Voorbeeld: kindhuwelijk, …
1.6HULPVERLENING
• Modellen die gebruikt worden en worden toegepast
- Familyfinding = kan het kind thuisblijven of niet? Link
pleeggezinnen en zware ziektes in Amerika
- Kinderen langer thuishouden
• Wat kunnen ze als antwoord bieden op de situatie
1.7 DOELSTELLINGEN