Risicoanalyse wordt onderverdeeld in
- Risicobeoordeling
- Risicomanagement
- Risicocommunicatie
Risicobeoordeling
Gevaar versus risico
- Gevaar (hazard) = een intrinsieke eigenschap van producten waardoor een ongewenst
effect in een organisme veroorzaakt kan worden
o Potentieel om schade te veroorzaken
o Onafhankelijk van de dosis/blootstelling
- Risico = de kans dat een ongewenst effect zich zal voordoen bij blootstelling aan een
gevaarlijk product
o Waarschijnlijkheid op schade
o Afhankelijk van de blootstelling
! risico = gevaar x blootstelling
Risicobeoordeling is een kansberekening
- Risico is afhankelijk van de perceptie. We hebben meer schrik om te sterven in een
vliegtuigcrash dan bij een motorongeluk, hoewel de kans op een motorongeluk groter is…
- We zorgen ervoor dat de beoordeling wetenschap-gebaseerd is
Situaties waarbij we een risicobeoordeling uitvoeren
1. Maken van keuzes
Bijvoorbeeld
- In de VS sterven jaarlijks 200 mensen aan elektrocutie – moet ik de elektriciteitskabels in
mijn huis vervangen?
1
, - Uit gegevens blijkt dat in Henegouwen de meeste mensen sterven – moet ik verhuizen?
o MAAR: belangrijk dat je ook rekening houdt met andere factoren, in Henegouwen
wonen bijvoorbeeld meer mensen
2. Verwachte blootstelling
- Wanneer je te maken hebt met een situatie waarvan je weet dat er blootstelling zal zijn.
Voor het product op de markt komt, moeten we weten wat het risico is. Moeten er
voorzorgen genomen worden?
- Doel: risico’s anticiperen
o Preventief
§ Op de markt brengen van nieuwe stoffen: nationale regelgeving mbt
pesticiden, geneesmiddelen, …
§ Vergunning van nieuwe installaties
o Normering (“deze norm mag niet overschreden worden”)
§ Compartimentsgewijs
§ Lucht, water, bodem en voeding
3. Onverwachte blootstelling
- Beoordeling situaties
o Integraal: evaluatie bestaande stoffen
o Compartimentsgewijs
- Incidenten
o Korte-termijn: ondernemen van actie
o Lange-termijn: evalueren van de impact
o Voorbeeld: treinramp met acrylonitrile
1. Identificatie van het gevaar
à eerste stap van de risicobeoordeling (enige stap bij etikettering van producten)
- Identificatie van het gevaar en karakterisering van mogelijke bronnen
- Kwalitatieve beschrijving van mogelijke gevaren
- Is het gevaar significant?
2
,Toxische agentia
Hebben allemaal een verschillende identificatie
1. Fysische agentia
a. Straling, geluid, trillingen
2. Chemische agentia (grootste groep)
a. Chemicaliën, pesticiden, cosmetica, geneesmiddelen, vulkaanuitstoot, chemische
wapens, voedseladditieven
3. Biologische agentia
a. Allergenen, vaccins, micro-organismen
! toxines zitten tussen de biologische en chemische
à worden aangemaakt door schimmels, maar de toxines zelf zijn chemisch
Hazards = ongewenste effecten
- Op veel producten staan hazardsymbolen, houden geen rekening met de blootstelling
- Kunnen in verschillende categorieën worden onderverdeeld
o Fysische gevaren
o Gevaren voor het milieu
o Gevaren voor de humane gezondheid
! corrosief kan zowel voor de huid als voor materiaal
3
, Types ongewenste effecten
1. Acute toxiciteit
2. Lokale toxiciteit
a. Oogirritatie
b. Huidirritatie, huidsensibilisatie
c. Fototoxiciteit (toxiciteit die beïnvloed wordt door blootstelling aan het licht)
3. Systemische toxiciteit
a. Toxiciteit bij herhaalde dosis
b. Mutageniciteit/genotoxiciteit
c. Reproductieve toxiciteit
d. Kanker
OECD/UZO
- Om de effecten te evalueren kunnen verschillende OECD testen gebruikt worden
Flow-chart gevaar identificatie
! in het begin spreken we over effecten in het algemeen, niet noodzakelijk over ongewenste effecten
2. Karakterisatie van het gevaar
- Kwalitatieve en indien mogelijk kwanitatieve beschrijving van de eigenschap om nadelige
effecten te kunnen veroorzaken
- Bepaling van de dosis-responsrelatie en bijhorende onzekerheden
4