Inleiding in de Farmacologie
Farmacokinetiek
= Wat doet het lichaam met het geneesmiddel?
- Absorbtie
o Verwijst naar het proces waarbij een geneesmiddel in het lichaam wordt
opgenomen nadat het is toegediend
o Kan plaatsvinden via verschillende routes:
Orale inname (mond)
Intraveneuze injectie
Intramusculaire injectie
Transdermale absorptie (via huid) …
o De snelheid en mate van absorptie kunnen variëren afhankelijk van
geneesmiddel en toedieningsroute
- Distributie
o Na absorptie verspreidt het geneesmiddel zich door het lichaam via de
bloedbaan naar verschillende weefsels en organen
o Wordt beïnvloed door verschillende factoren:
Bloedstroom
Eigenschappen geneesmiddel
Doorlaatbaarheid van weefsels
Aanwezigheid van eiwitten in het bloed die het geneesmiddel
kunnen binden
Sommige geneesmiddelen hopen zich op in bepaalde
weefsels, terwijl andere gelijkmatig over het lichaam worden
verdeeld
- Metabolisme
o Het metabolisme van een geneesmiddel= de chemische verandering die
het ondergaat in het lichaam om het geneesmiddel te deactiveren of om
te zetten in inactieve metabolieten
o Proces vindt voornamelijk plaats in de lever, waar enzymen zijn betrokken
bij het afbreken van het geneesmiddel
o Het metabolisme van een geneesmiddel kan som resulteren in actievere
of toxischere metabolieten
o Metabolisme kan bij verschillende mensen anders lopen
- Excretie/ eliminatie
= het proces waarbij het lichaam het geneesmiddel verwijdert en uit het
lichaam verwijdert
o Gebeurt meestal via nieren in de vorm van urine, maar kan ook via lever
en gal
o Snelheid van eliminatie wordt uitgedrukt als halfwaardetijd van het
geneesmiddel
Halfwaardetijd= de tijd die nodig is voor de concentratie van het
geneesmiddel in het lichaam te halveren
- Farmacokinetiek: compartimenten
o Compartimenten zijn onderdelen van de weg die een medicijn aflegt in het
lichaam.
o De belangrijkste compartimenten zijn:
Organen die kunnen zorgen voor de absorptie
1
Farmacokinetiek
= Wat doet het lichaam met het geneesmiddel?
- Absorbtie
o Verwijst naar het proces waarbij een geneesmiddel in het lichaam wordt
opgenomen nadat het is toegediend
o Kan plaatsvinden via verschillende routes:
Orale inname (mond)
Intraveneuze injectie
Intramusculaire injectie
Transdermale absorptie (via huid) …
o De snelheid en mate van absorptie kunnen variëren afhankelijk van
geneesmiddel en toedieningsroute
- Distributie
o Na absorptie verspreidt het geneesmiddel zich door het lichaam via de
bloedbaan naar verschillende weefsels en organen
o Wordt beïnvloed door verschillende factoren:
Bloedstroom
Eigenschappen geneesmiddel
Doorlaatbaarheid van weefsels
Aanwezigheid van eiwitten in het bloed die het geneesmiddel
kunnen binden
Sommige geneesmiddelen hopen zich op in bepaalde
weefsels, terwijl andere gelijkmatig over het lichaam worden
verdeeld
- Metabolisme
o Het metabolisme van een geneesmiddel= de chemische verandering die
het ondergaat in het lichaam om het geneesmiddel te deactiveren of om
te zetten in inactieve metabolieten
o Proces vindt voornamelijk plaats in de lever, waar enzymen zijn betrokken
bij het afbreken van het geneesmiddel
o Het metabolisme van een geneesmiddel kan som resulteren in actievere
of toxischere metabolieten
o Metabolisme kan bij verschillende mensen anders lopen
- Excretie/ eliminatie
= het proces waarbij het lichaam het geneesmiddel verwijdert en uit het
lichaam verwijdert
o Gebeurt meestal via nieren in de vorm van urine, maar kan ook via lever
en gal
o Snelheid van eliminatie wordt uitgedrukt als halfwaardetijd van het
geneesmiddel
Halfwaardetijd= de tijd die nodig is voor de concentratie van het
geneesmiddel in het lichaam te halveren
- Farmacokinetiek: compartimenten
o Compartimenten zijn onderdelen van de weg die een medicijn aflegt in het
lichaam.
o De belangrijkste compartimenten zijn:
Organen die kunnen zorgen voor de absorptie
1