Ontwikkelingspsychologie:
cognitieve ontwikkeling van de
babytijd HFST 6
Piaget (1896-1980)
Kennis is het resultaat van direct motorisch gedrag
Actie = kennis
De ontwikkelingstheorie van Piaget
Kinderen doorlopen in een vaste volgorde vier universele stadia
(0-2 jaar) Sensomotorische stadium
(2-7 jaar) Preperationele stadium
(7-12 jaar) Concreet operationele stadium
(12 jaar tot volwassenheid) Formeel operationeel stadium
Voorwaarden voor overgang naar het volgende stadium
• Juiste niveau van fysieke rijpheid
• Blootstelling aan relevante ervaringen
Er ontstaan veranderingen in kwaliteit van de kennis en het begrip
Ontwikkeling is discontinu
Schema’s = Georganiseerde mentale structuur en patronen
Fundamentele bouwstenen van de manier waarop wij de wereld zien
Uitbreiden van kennis leidt tot het vormen en veranderen van schema’s
Evolueren tijdens de ontwikkeling
Adaptatie = De eigenschap van iemand om zich aan te passen aan zijn omgeving
De basis van de groei van schema’s
Bestaat uit twee processen
• Assimilatie: het proces waarmee mensen ervaringen interpreten aan de hand
van hun huidige cognitieve ontwikkelingsstadium en denkwijze
• Accommodatie: het proces waarmee mensen bestaande manieren van
denken of doen veranderen als reactie op ontmoetingen met nieuwe stimuli
of gebeurtenissen
cognitieve ontwikkeling van de
babytijd HFST 6
Piaget (1896-1980)
Kennis is het resultaat van direct motorisch gedrag
Actie = kennis
De ontwikkelingstheorie van Piaget
Kinderen doorlopen in een vaste volgorde vier universele stadia
(0-2 jaar) Sensomotorische stadium
(2-7 jaar) Preperationele stadium
(7-12 jaar) Concreet operationele stadium
(12 jaar tot volwassenheid) Formeel operationeel stadium
Voorwaarden voor overgang naar het volgende stadium
• Juiste niveau van fysieke rijpheid
• Blootstelling aan relevante ervaringen
Er ontstaan veranderingen in kwaliteit van de kennis en het begrip
Ontwikkeling is discontinu
Schema’s = Georganiseerde mentale structuur en patronen
Fundamentele bouwstenen van de manier waarop wij de wereld zien
Uitbreiden van kennis leidt tot het vormen en veranderen van schema’s
Evolueren tijdens de ontwikkeling
Adaptatie = De eigenschap van iemand om zich aan te passen aan zijn omgeving
De basis van de groei van schema’s
Bestaat uit twee processen
• Assimilatie: het proces waarmee mensen ervaringen interpreten aan de hand
van hun huidige cognitieve ontwikkelingsstadium en denkwijze
• Accommodatie: het proces waarmee mensen bestaande manieren van
denken of doen veranderen als reactie op ontmoetingen met nieuwe stimuli
of gebeurtenissen