MCOS hoorcollege 3, week 2

MCOS HOORCOLLEGE 3 8 september, week 2


Probleemstelling
Probleemstelling bestaat uit:
Doelstelling
Vraagstelling
Hypothesen / conceptueel model
doelstelling en vraagstelling sluiten altijd op elkaar aan

Wat en hoe:
- Wat wil je precies weten
relevantie: waarom wil je dat weten? Wat kunnen we met deze
info?
- Hoe denk je dat het werkt, jouw voorspelling

vraagstelling
- Is een heldere vraag
- Omvat het volledige onderzoek
- Beschrijft precies wat je wilt onderzoeken (zorg dat je specifiek bent)
- Is geen ja en nee vraag (begin met wat, in hoeverre, etc)
- Moet empirisch observeer baar zijn (god bestaat, is niet empirisch)
- Onderzoekt geen assumpties of meningen
- Is niet te lang of te kort

Doelstelling
- Doelstelling geeft precies aan wat je wil bereiken
o Niet vaag
o Omvat het hele onderzoek
- Moet te bereiken zijn middels een W- onderzoek
- Is niet te groot of te klein
- Past bij de vraagstelling

Drie soorten vragen
- Beschrijvende vragen
 WAT?
o Hoe is het nu?
- Verklarende vragen
 WAAROM?
o Wat zit ervoor?
- Voorspellende vraag
 TOT WELKE/ WAT LEIDT
o Wat komt erna