METHODEN VAN WETENSCHAPPELIJK
ONDERZOEK (DEEL 1)
WAAROM EEN VAK METHODE?
Wetenschap is een techniek die psychologen gebruiken om informatie te verzamelen en interessante vragen
te beantwoorden bv. interesse in menselijk gedrag, dan moet je ook geïnteresseerd zijn in de methoden die
gebruikt worden om het te bestuderen
- Meeste kennis die we hebben over menselijk gedrag komt tot stand op basis van wetenschappelijke
onderzoeksmethoden
- Dus: ondanks je geen onderzoek wilt uitvoeren, zul je wel gebruik maken van psychologische kennis
Kennis = dat wat geweten en toegepast wordt door de mens of door de maatschappij als geheel, veel van de
menselijke activiteit vereist specifieke kennis, ervaring en vaardigheden.
Gezond verstand en wetenschappelijke kennis verschillen in hoe de kennis tot stand kwam (maw. methode).
Kritische denkers
- Iedereen moet kennisclaims kritisch kunnen beoordelen
- Kunnen evalueren hoe kennis tot stand is gekomen
- Dit is cruciaal
Voor psychologen:
- Moeten interessante vragen kunnen beantwoorden
- Moeten de methode die gebruikt werd om interessante vragen te beantwoorden, om tot kennisclaims
te komen, kritisch kunnen evalueren
- Het vak methode is dus cruciaal voor de opleiding
- Hoe kun je interessante vragen beantwoorden?
• Op basis van niet-wetenschappelijke methoden
• Op basis van wetenschappelijke methoden
Hoe kun je interessante vragen beantwoorden?
- Op basis van niet-wetenschappelijke methoden
• Eigen ervaring
• Logisch denken
• Autoriteit
• Intuïtie
- Op basis van wetenschappelijke methoden
1
, HOOFDSTUK 1: INLEIDING
2 families van methode
- Niet-wetenschappelijke methoden
- Wetenschappelijke methoden
NIET-WETENSCHAPPELIJKE METHODEN OM KENNIS TE VERGAREN
niet-wetenschappelijke methode om kennis te verzamelen:
- Vasthoudendheid (tenacity)
- Intuïtie
- Autoriteit
- Rationalisme
- Empirie
VASTHOUDENDHEID (TENACITY)
= we accepteren informatie als waar, omdat het altijd al zo geweest is of omdat bijgeloof de informatie
ondersteunt
- Gebaseerd op gewoonte of bijgeloof bv. geen mosselen eten in de maanden zonder een ‘S’
- We geloven iets omdat we het altijd al geloofd hebben, clichés bv. tegengestelde trekken elkaar aan
- Of omdat bepaalde overtuigingen worden voorgesteld als feiten bv. een spiegelt breken levert 7 jaar
ongeluk op
- MAAR: informatie kan foutief zijn en het corrigeren is zeer moeilijk
INTUÏTIE
= we accepteren informatie als waar, omdat dit “juist aanvoelt”
- Gebaseerd op buikgevoel, voorgevoel of instinct bv. ik voel aan dat mijn vriend een slechte dag heeft
- Snelle manier om vragen te beantwoorden
- Vaak gebruikt als er geen enkele informatie beschikbaar is
- Ethische vraagstukken of morele dilemma’s worden vaak opgelost met de methode van intuïtie
- MAAR: geen enkele manier om accurate en foutieve informatie te onderscheiden
AUTORITEIT
= we accepteren informatie als waar, omdat de informatie afkomstig is van een expert rond dat onderwerp
- Gebaseerd op vertrouwen in een autoriteit, expert
- Kennis vergaren door een expert te consulteren bv. echte expert rond het onderwerp, werk lezen van
een expert, “Google it”, boeken, tv, internet…
- Vaak gebruikte methode
- Vaak een goed standpunt om kennis of informatie te vergaren
• Snel en makkelijk
• Onderhevig aan bias en fouten
- Omvat ook de methode van geloof: blind vertrouwen in een autoriteitsfiguur waardoor we diens
informatie accepteren zonder twijfel of toetsing
- MAAR: levert niet altijd accurate informatie op:
Methode van wetenschappelijk onderzoek (deel1): samenvatting 2
, • Experts kunnen gebaised zijn; we vertrekken altijd uit een subjectief kader en daaruit reflecteren
• Informatie kan subjectieve opinie reflecteren
• Expertise wordt gegeneraliseerd naar andere domeinen
• De expertise wordt niet in vraag gesteld: afhankelijk van het thema is een tweede opinie handig
• Expert is niet echt een expert
RATIONALISME
= antwoorden zoeken door logisch te redeneren
- We vertrekken van een set gekende feiten of assumpties (= premissen) en gebruiken logica om tot
een conclusie of antwoord te komen
Voorbeeld: argument
Premissen:
- Een angstaanjagende ervaring met een hond veroorzaakt angst voor honden in de toekomst
- Amy heeft angst voor honden
Logische conclusie: dus, Amy heeft een angstaanjagende ervaring met een hond gehad
- De premissen worden altijd als war gezien en vertrekken daaruit voor logisch redeneren
- Indien de premissen waar zijn en de gehanteerde logica correct is, dan is de conclusie sowieso
correct
- Let op: de rationale methode start pas NA de premissen (deze worden gegeven, we gaan niet
verzamelen of observaties doen)
- Er is geen informatieverzameling, geen observaties, geen evidentie…
- Vaak gebruikt om alternatieve logisch af te wegen, zonder alle mogelijkheden ook daadwerkelijk
uitproberen bv. Op de dag voor het examen is je auto stuk: wat zijn de mogelijke alternatieven om
tijdig op het examen te geraken
- MAAR:
• Alles valt of staat bij de juistheid van de premissen bv. veroorzaakt een angstaanjagende ervaring
met een hond vol angst voor honden in toekomst?
• Alles valt of staat bij de juistheid van het logisch redeneren, maar we zijn niet zo goed in logisch
redeneren. Als mens zijn we hier niet goed in
Hoe kan je nagaan of je foute logica gebruiken bent?
- Plak de redenering op een ander voorbeeld op dezelfde manier, met dezelfde structuur
Voorbeeld: argument
Premissen:
- Een angstaanjagende ervaring met een hond veroorzaakt angst voor honden in de toekomst
- Amy heeft angst voor honden
Logische conclusie: dus, Amy heeft een angstaanjagende ervaring met een hond gehad
ß
Premissen:
- Agressief contact tussen rugbyspelers veroorzaakt hersenschuddingen
- John heeft een hersenschudding
Logische conclusie: Dus, John heeft een agressief contact ervaren tijdens een rugby spel
Methode van wetenschappelijk onderzoek (deel1): samenvatting 3
, ð Niet valide
EMPIRIE
= antwoorden zoeken door directe observatie of directe sensorische ervaring
- “alle kennis wordt verworven door de zintuigen” bv. In de zomer is het warmer dan in de winter, dat
kunnen we voelen
- Veel antwoorden zijn beschikbaar door de wereld rond ons te
observeren
- MAAR: onze waarneming interpretatie van de wereld rond ons zijn
niet altijd correct
• Sensorische ervaring kan ons misleiden bv. Visuele illusies:
waar sensorische ervaringen ons kunnen misleiden.
• Invloed van voorkennis, verwachtingen, gevoelens, overtuigingen op perceptie (subjectieve
ervaringen) bv. ooggetuigen verslagen kunnen erg verschillen tussen verschillende mensen
• Misinterpretatie van sensorische ervaringen
• Kost tijd: met empirie ode ga je bij een probleem verschillende oplossingen uitproberen
(Ûrationele methode) = trial-and-error bv. andere methode om optijd op het examen geraken,
alles moeten uitproberen. Dus afhankelijk van de situatie
• Kan gevaarlijk zijn bv. Zijn deze paddenstoelen eetbaar of giftig?
METHODEN VERGELIJKEN
Vasthoudendheid, intuïtie, autoriteit
- Niet kritische technieken
- Nuttig voor het snel beantwoorden van vragen die geen belangrijke consequenties hebben indien een
fout antwoord geaccepteerd wordt
Rationalisme en empirie
- Stellen meer eisen en informatie en antwoorden deze produceren
- Cruciale componenten van de wetenschappelijke methode
Voorbeeld:
- Een student geloof dat zijn prestatie op een examen beter zal zijn als hij zijn gelukssokken draagt
= tenacity
- Vooraleer je op restaurant gaat, zoek je het adres van het restaurant op via Google
= autoriteit
- Vorig jaar waren Tim en zijn vriend Jack beide te klein om op de achtbaan te mogen. Jack ging dit
jaar terug en mocht nu wel op de achtbaan. Tim weet dat hij groter is dan Jack en hij weet dus dat
hij er nu ook op zal mogen.
= rationalisme
WETENSCHAPPELIJKE METHODE
Methode van wetenschappelijk onderzoek (deel1): samenvatting 4