Complete Samenvatting: Populatie- en
Community Ecologie
Formules: (links leren, rechts gegeven op tentamen)
, Deel A: Adaptatie en Milieu
Hoofdstuk 3 & 4: Het Milieu (Water en Bodem)
Watermilieu (H. 3)
Water is een polaire molecuul met een maximale dichtheid bij 4∘C, waardoor ijs
drijft.
Water heeft een hoge viscositeit (wrijvingsweerstand).
Licht wordt in water geattenueerd (zwakker) door absorptie en verstrooiing;
blauwe golflengten dringen het diepst door.
In meren ontstaat een verticale temperatuurgradiënt:
- Epilimnion (warme toplaag)
- Thermocline (snelle temp. verandering)
- Hypolimnion (koud diep water).
Turnover (verticale menging in herfst/lente) verplaatst voedingsstoffen naar de oppervlakte.
De oplosbaarheid van O2 is negatief gerelateerd aan temperatuur en zoutgehalte en
positief aan de atmosferische druk. (zie grafiekjes)
CO2 lost op in water en vormt het koolstof-bicarbonaat systeem, dat werkt als een buffer
tegen grote pH-veranderingen.
Terrestrisch Milieu (H. 4)
Bodemvorming wordt beïnvloed door vijf factoren:
- moedermateriaal
- biotische factoren
- klimaat
- topografie
- tijd
De Bodemtextuur (zand, slib, klei) beïnvloedt de poriënruimte.
De Beschikbare Watercapaciteit (BWC) is het verschil tussen de Veldcapaciteit en het
Verwelkingspunt.
Community Ecologie
Formules: (links leren, rechts gegeven op tentamen)
, Deel A: Adaptatie en Milieu
Hoofdstuk 3 & 4: Het Milieu (Water en Bodem)
Watermilieu (H. 3)
Water is een polaire molecuul met een maximale dichtheid bij 4∘C, waardoor ijs
drijft.
Water heeft een hoge viscositeit (wrijvingsweerstand).
Licht wordt in water geattenueerd (zwakker) door absorptie en verstrooiing;
blauwe golflengten dringen het diepst door.
In meren ontstaat een verticale temperatuurgradiënt:
- Epilimnion (warme toplaag)
- Thermocline (snelle temp. verandering)
- Hypolimnion (koud diep water).
Turnover (verticale menging in herfst/lente) verplaatst voedingsstoffen naar de oppervlakte.
De oplosbaarheid van O2 is negatief gerelateerd aan temperatuur en zoutgehalte en
positief aan de atmosferische druk. (zie grafiekjes)
CO2 lost op in water en vormt het koolstof-bicarbonaat systeem, dat werkt als een buffer
tegen grote pH-veranderingen.
Terrestrisch Milieu (H. 4)
Bodemvorming wordt beïnvloed door vijf factoren:
- moedermateriaal
- biotische factoren
- klimaat
- topografie
- tijd
De Bodemtextuur (zand, slib, klei) beïnvloedt de poriënruimte.
De Beschikbare Watercapaciteit (BWC) is het verschil tussen de Veldcapaciteit en het
Verwelkingspunt.