Week 1: Basiskennis en herhalen
Maandag & Woensdag: Hoofdrekenen
o Oefen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, en delen met
grotere getallen.
o Gebruik visuele hulpmiddelen en apps die rekenstrategieën
uitleggen (zoals een rekenmachine-app met uitleg).
Dinsdag & Donderdag: Niet-hoofdrekenen
o Werk met breuken, procenten, en verhoudingen.
o Oefen eenvoudige werkbladen om concepten te herhalen.
Vrijdag: Meten en meetkunde
o Focus op lengtemetingen, oppervlakten en volumes.
o Gebruik visuele materialen en eventueel een digitale meettool.
Zaterdag: Korte herhaling en rust
o Kijk door wat je geleerd hebt.
o Ontspan en reflecteer kort over wat goed ging en waar je nog
wat extra aandacht aan moet besteden.
Week 2: Verdiepen en oefenen
Maandag & Woensdag: Getallen en verbanden
o Werk met grafieken, tabellen, en vergelijkingen.
o Maak oefeningen over lineaire verbanden.
Dinsdag & Donderdag: Verhoudingen en complexere
meetkunde
o Focus op complexe breuken, verhoudingen, en
driehoeksmetingen.
Vrijdag: Proefexamens
o Maak een aantal oefenopdrachten van de toets. Simuleer de
toetsomgeving (met je extra tijd) om je zelfvertrouwen op te
bouwen.
Zaterdag: Reflectie en restvragen
o Herhaal de moeilijkste onderwerpen en maak aantekeningen
van je fouten.
Week 3: Nabijheid van het examen
, Maandag: Simulatie van de toets
o Maak een volledige proeftoets met je extra tijd.
o Analyseer je fouten grondig.
Dinsdag & Woensdag: Focus op zwakke punten
o Richt je op de onderdelen waar je het meeste moeite mee
hebt, zoals bijvoorbeeld breuken of meetkunde.
Donderdag: Korte herhaling van alles
o Beantwoord snel vragen van verschillende onderwerpen.
Vrijdag: Ontspanning en mentaal voorbereiden
o Zorg dat je rustig bent. Oefen ontspanningsoefeningen als je
merkt dat je gestrest raakt.
Werkblad 1: Hoofdrekenen
1. Optellen 537 + 289 =
2. Aftrekken 876 - 359 =
3. Vermenigvuldigen 46 × 23 =
4. Delen 560 ÷ 8 =
5. Oefening met gemengde bewerkingen 345 × 4 - 562 =
6. Schattingsvraag
Wat is de benadering van 97 × 21 tot de dichtstbijzijnde honderdtal?
Werkblad 2: Niet-hoofdrekenen (Breuken, procenten,
verhoudingen)
1. Breuken optellen 3/4 + 2/5 =
Maandag & Woensdag: Hoofdrekenen
o Oefen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, en delen met
grotere getallen.
o Gebruik visuele hulpmiddelen en apps die rekenstrategieën
uitleggen (zoals een rekenmachine-app met uitleg).
Dinsdag & Donderdag: Niet-hoofdrekenen
o Werk met breuken, procenten, en verhoudingen.
o Oefen eenvoudige werkbladen om concepten te herhalen.
Vrijdag: Meten en meetkunde
o Focus op lengtemetingen, oppervlakten en volumes.
o Gebruik visuele materialen en eventueel een digitale meettool.
Zaterdag: Korte herhaling en rust
o Kijk door wat je geleerd hebt.
o Ontspan en reflecteer kort over wat goed ging en waar je nog
wat extra aandacht aan moet besteden.
Week 2: Verdiepen en oefenen
Maandag & Woensdag: Getallen en verbanden
o Werk met grafieken, tabellen, en vergelijkingen.
o Maak oefeningen over lineaire verbanden.
Dinsdag & Donderdag: Verhoudingen en complexere
meetkunde
o Focus op complexe breuken, verhoudingen, en
driehoeksmetingen.
Vrijdag: Proefexamens
o Maak een aantal oefenopdrachten van de toets. Simuleer de
toetsomgeving (met je extra tijd) om je zelfvertrouwen op te
bouwen.
Zaterdag: Reflectie en restvragen
o Herhaal de moeilijkste onderwerpen en maak aantekeningen
van je fouten.
Week 3: Nabijheid van het examen
, Maandag: Simulatie van de toets
o Maak een volledige proeftoets met je extra tijd.
o Analyseer je fouten grondig.
Dinsdag & Woensdag: Focus op zwakke punten
o Richt je op de onderdelen waar je het meeste moeite mee
hebt, zoals bijvoorbeeld breuken of meetkunde.
Donderdag: Korte herhaling van alles
o Beantwoord snel vragen van verschillende onderwerpen.
Vrijdag: Ontspanning en mentaal voorbereiden
o Zorg dat je rustig bent. Oefen ontspanningsoefeningen als je
merkt dat je gestrest raakt.
Werkblad 1: Hoofdrekenen
1. Optellen 537 + 289 =
2. Aftrekken 876 - 359 =
3. Vermenigvuldigen 46 × 23 =
4. Delen 560 ÷ 8 =
5. Oefening met gemengde bewerkingen 345 × 4 - 562 =
6. Schattingsvraag
Wat is de benadering van 97 × 21 tot de dichtstbijzijnde honderdtal?
Werkblad 2: Niet-hoofdrekenen (Breuken, procenten,
verhoudingen)
1. Breuken optellen 3/4 + 2/5 =