Gedrag bestuderen
Bestuderen van gedrag
Wanneer je een bepaalde diersoort gaat observeren maak je als eerst een
ethogram, een lijst met objectief en nauwkeurig beschreven gedragselementen van
het dier. Vervolgens tel je gedurende een bepaalde tijd hoe vaak die
gedragselementen voorkomen. Dat leg je dan vast in een protocol. De tak van
wetenschap die onderzoek doet naar dierengedrag, is de ethologie. Uit tellingen en
metingen verzamelen gedragsonderzoekers gegevens om hun onderzoeksvraag te
kunnen beantwoorden.
Sleutelprikkels en supernormale prikkels
Wanneer een olifant een bij hoort zoemen, lopen ze onmiddellijk weg. Een streek
rondom het oog of in de slurf is namelijk erg onaangenaam. Het zoemen van de bij is
daarvoor een essentiële prikkel. Een dergelijk essentiële prikkel waarop telkens
hetzelfde gedrag volgt, heet een sleutelprikkel. Een versterkte sleutelprikkel noem
je een supernormale prikkel. Een supernormale prikkel veroorzaakt een sterkere
reactie dan een gewone prikkel.
Dieren leren snel
Een olifant wordt geboren in een kudde. Wie hun moeder is leren de meeste
zoogdieren in een korte, gevoelige periode vlak na de geboorte. Een dergelijke vorm
van leren in een gevoelige periode heet inprenting. Olifanten gebruiken bij
inprenting vooral hun ruikzintuigen. Je kunt ook dingen snel leren zonder gevoelige
periode. Neem de reactie van olifanten op bijen. Ze koppelen de pijn van een bijen
steek aan gezoem. Dit is associatief leren: een zintuigelijke prikkel (gezoem) aan
een andere prikkel (pijn) koppelen.
Bestuderen van gedrag
Wanneer je een bepaalde diersoort gaat observeren maak je als eerst een
ethogram, een lijst met objectief en nauwkeurig beschreven gedragselementen van
het dier. Vervolgens tel je gedurende een bepaalde tijd hoe vaak die
gedragselementen voorkomen. Dat leg je dan vast in een protocol. De tak van
wetenschap die onderzoek doet naar dierengedrag, is de ethologie. Uit tellingen en
metingen verzamelen gedragsonderzoekers gegevens om hun onderzoeksvraag te
kunnen beantwoorden.
Sleutelprikkels en supernormale prikkels
Wanneer een olifant een bij hoort zoemen, lopen ze onmiddellijk weg. Een streek
rondom het oog of in de slurf is namelijk erg onaangenaam. Het zoemen van de bij is
daarvoor een essentiële prikkel. Een dergelijk essentiële prikkel waarop telkens
hetzelfde gedrag volgt, heet een sleutelprikkel. Een versterkte sleutelprikkel noem
je een supernormale prikkel. Een supernormale prikkel veroorzaakt een sterkere
reactie dan een gewone prikkel.
Dieren leren snel
Een olifant wordt geboren in een kudde. Wie hun moeder is leren de meeste
zoogdieren in een korte, gevoelige periode vlak na de geboorte. Een dergelijke vorm
van leren in een gevoelige periode heet inprenting. Olifanten gebruiken bij
inprenting vooral hun ruikzintuigen. Je kunt ook dingen snel leren zonder gevoelige
periode. Neem de reactie van olifanten op bijen. Ze koppelen de pijn van een bijen
steek aan gezoem. Dit is associatief leren: een zintuigelijke prikkel (gezoem) aan
een andere prikkel (pijn) koppelen.