100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting van vak Burgerlijk Procesrecht

Puntuación
-
Vendido
1
Páginas
99
Subido en
15-08-2025
Escrito en
2024/2025

Het gehele boek is samengevat. De samenvatting is zo duidelijk mogelijk met voorbeelden, zodat onderwerpen goed blijven hangen. De voorbeelden zijn uit de praktijk, waardoor je jezelf erin kan vinden.

Institución
Grado











Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Libro relacionado

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

¿Un libro?
Subido en
15 de agosto de 2025
Número de páginas
99
Escrito en
2024/2025
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

BPR
LE 1
Aard en functie van het BPR
Het burgerlijk procesrecht is het geheel van rechtsregels, dat voor het burgerlijk
proces geldt. Het zijn de spelregels van het burgerlijk geding. Het burgerlijk proces in
juridische zin kan men omschrijven als een situatie (procedere) die onzeker of
onbetwiste was, zekere en onbetwistbare wordt door een aan regels onderworpen
rechtsstrijd of geding, gevoerd voor een orgaan dat tot beslissing in dit geding
bevoegd is. Het burgerlijk procesrecht heeft ten doel aan onzekerheid en strijd een
einde te maken door een vonnis van de rechter, dat partijen bindt. Het is een proces
van feitenvinding en rechtsvinding. Door het vonnis wordt nieuw recht gevormd, ook
al is de gelding van dat recht in beginsel beperkt tot partijen.

Dat de rechter nieuw recht vormt, blijkt vooral uit constitutieve uitspraken. Dit zijn
beslissingen die een nieuwe rechtstoestand doen intreden: beschikkingen waarbij
echtscheiding of adoptie wordt uitgesproken, en vonnissen tot ontbinding van een
overeenkomst of tot faillietverklaring. Andere voorbeelden van procesrecht:
administratief procesrecht (bestuursprocesrecht), strafprocesrecht en het
volkenrechtelijke procesrecht. Burgerlijk procesrecht is onderdeel van het
privaatrecht, omdat het de regels bevat voor de rechtszaken tussen partijen worden
gevoerd bij de burgerlijke rechter, die bevoegd is.

Materieel vs formeel privaatrecht
Materieel privaatrecht = burgerlijk recht. Materiële rechtsbetrekking tussen partijen
vormt het voorwerp van het rechtsgeding. Het is een fase in de ontwikkeling van de
materieelrechtelijke verhouding tussen partijen.

Formeel privaatrecht = burgerlijk procesrecht. Het bestaat een groot deel uit
procedureregels en vormvoorschriften, en bevat bepalingen van materiële aard
(waarin bevoegdheden aan rechters, procespartijen, advocaten en deurwaarders
worden toegekend), terwijl men in het burgerlijk recht ook vormvoorschriften
aantreft.

Bewijsrecht dat materiële en formele regels kent behoort tot het burgerlijk
procesrecht. Het biedt ook middelen tot verwezenlijking van de in een vonnis
vastgestelde rechten. Door de tenuitvoerlegging of executie met dwangmiddelen
wordt de feitelijke toestand in overeenstemming gebracht met de rechtstoestand,
zoals vastgesteld in het rechterlijk vonnis of in een andere authentieke akte. Tot het
executierecht kan ook het faillissementsrecht worden gerekend. Het
faillissementsbeslag leidt tot verhaal op het gehele vermogen van de schuldenaar
ten behoeve van zijn schuldeisers.

Rechtspleging in burgerlijke zaken is een publiekrechtelijke taak van de Staat. Het is
ook een zaak van algemeen belang. In ons recht wordt uitgegaan van de
ongeschreven regel eigenrichting (het eigenmachtig handhaven van zijn rechten)
ongeoorloofd en onrechtmatig is, tenzij daarvoor een rechtvaardigingsgrond
aanwezig is. De rechtspraak is in de handen van de rechterlijke macht. De
tenuitvoerlegging van vonnissen en andere executoriale titels geschiedt door een
ambtenaar, gerechtsdeurwaarder, zo nodig bijgestaan door de sterke arm (politie).

Tot het burgerlijk procesrecht behoren de regels betreffende: de bevoegdheid van de
rechterlijke macht in burgerlijke zaken, de bevoegdheden van procespartijen,
advocaten, deurwaarders, arbiters en getuigen in burgerlijke zaken, de wijze van
procederen in burgerlijke zaken, het bewijs in burgerlijke zaken, vonnissen en
beschikkingen en de rechtsmiddelen, die tegen rechterlijke beslissingen kunnen
worden aangewend, de tenuitvoerlegging van vonnissen en andere executoriale titels

,en arbitrage (geschillenbeslechting door anderen dan rechters). Art. 107 Gw: de wet
regelt het burgerlijk procesrecht in het Rv.

Hoofdbeginselen
Beide partijen dienen een gelijkwaardige positie te krijgen in het geding en moeten
gelijke kansen krijgen hun belangen te verdedigen. De hoofdbeginselen bepalen in
belangrijke mate het gehele systeem. De beginselen zijn door de verdragsluitende
staten geformuleerd en erkend als rechten van de mens en als geldend recht.
Verdrag heeft rechtstreekse werking, dus staten en burgers zijn gebonden en kunnen
verplichtingen en rechten aan het verdrag ontlenen en zich op de bepalingen
beroepen.
Hoofdbeginselen:
1. Hoor en wederhoor
2. Onpartijdigheid van de rechter
3. Openbaarheid van behandeling en uitspraak
4. Motivering van de beslissing
5. Partijautonomie
6. Onderzoek en beslissing in twee (feitelijke) instanties
7. Toezicht op de rechtspraak door het middel van cassatie
8. Verplichte procesvertegenwoordiging

Ad 1) Hoor en wederhoor (audi et alteram partem)
Dit in art. 6 EVRM en 19 Rv gewaarborgde recht omvat het recht van partijen om
kennis te nemen van, en zich te kunnen uitlaten over, alle gegevens en bescheiden
die in het geding zijn gebracht en waarop de rechter zich baseert bij het doen van
zijn uitspraak. Beide partijen hebben het recht om door de rechter te worden gehoord
(mondeling/schriftelijk), zich op feiten en rechten te beroepen en bewijs te leveren.
Procespartijen nemen een gelijkwaardige positie in het proces en worden gelijk
behandeld. Rechter mag een gedaagde bij verstek veroordelen, maar gedaagde in de
gelegenheid zijn gesteld zich te verdedigen.
De rechter is verboden kennis te nemen van mondelinge of schriftelijke inlichtingen
van één van de partijen zonder dat de wederpartij de gelegenheid krijgt zich
daarover uit te laten (art. 12 Wet RO).
Rechter mag alleen beslissingen nemen aan de hand van stukken/inlichtingen
waarvan partijen in het geding kennis hebben kunnen nemen en waarover zij zich
hebben kunnen uitlaten.
Beginsel geldt voor alle civiele procedures. Beginsel kan uitzondering lijden als een
partij afstand doet van de daarin gelegen bescherming. Ook vonnissen van
scheidsmannen en van buitenlandse rechters worden aan dit vereiste getoetst
voordat verlof voor tenuitvoerlegging wordt gegeven.

In art. 19 Rv is dus het beginsel van hoor en wederhoor neergelegd. Voorts komt het
beginsel tot uiting in artikelen 82-92 en 131-135 Rv. Hierin is aangegeven hoe een
procedure verloopt voor wat betreft de te nemen conclusies en de verschijning van
partijen. In de eerste plaats wordt door de deurwaarder van de eiser de dagvaarding
betekend aan de gedaagde (art. 45 e.v. Rv). Hierop reageert de gedaagde met een
conclusie van antwoord (art. 128 Rv). Nadat de gedaagde voor antwoord heeft
geconcludeerd, beveelt de rechter krachtens art. 131 Rv in beginsel een verschijning
van partijen ter terechtzitting. Beveelt de rechter geen verschijning van partijen, dan
is art. 132 lid 1 Rv van toepassing. De eiser mag dan de conclusie van repliek nemen,
gevolgd door de conclusie van dupliek door de gedaagde. Het beginsel komt
bovendien tot uiting in artikelen 142, 143, 279, 412 en 1038a Rv.

Ad 2) Onpartijdigheid van de rechter (art. 6 EVRM)
Rechter is onbevooroordeeld tegenover de partijen en hun geschil. Hij dient zonder
vooringenomenheid en niet beïnvloed door druk van welke zijde ook de behandeling
van de zaak te leiden en daarin een beslissing te geven. De schijn van partijdigheid

,moet worden vermeden. Als de partijdigheid van een rechter in gevaar zou kunnen
komen, kan die rechter door een partij worden gewraakt en kan de rechter zelf
verzoeken zich te mogen verschonen (art. 36-41 Rv). Beginsel vloeit voort uit dat van
de gelijke behandeling van partijen in een proces. Voorwaarde voor rechterlijke
onpartijdigheid is rechterlijke onafhankelijkheid; de rechter dient onafhankelijk te
staan ten opzichte van degene die hem heeft benoemd, ten opzichte van partijen en
ten opzichte van derden. Het beginsel wordt onder meer gewaarborgd door het
bepaalde in art. 117 Gw.

Ad 3) Openbaarheid van behandeling en uitspraak
Art. 6 lid 1 EVRM = recht op behandeling van een zaak binnen een redelijke termijn
(justice delayed is justice denied). Zitting is openbaar, maar er zijn uitzonderingen in
art. 27 Rv; namelijk dat de rechter gehele of gedeeltelijke behandeling met gesloten
deuren of slechts met toelating van bepaalde personen kan bevelen.
Beginsel dient als waarborg voor een onpartijdige behandeling en heeft daarmee een
preventieve werking. Kan wantrouwen bij het publiek voorkomen ten aanzien van de
gang van zaken bij de rechtspleging en voor de rechter een aansporing zijn om op te
treden op een wijze die het vertrouwen van het publiek verdient.
Met uitzondering van de gevallen bij de wet bepaald vinden de terechtzittingen in het
openbaar plaats en geschiedt de uitspraak van vonnissen in het openbaar (art. 121
Gw, 4 en 5 RO, 27 en 29 lid 1 Rv). Geldt voor verzoekschriftprocedures en
beschikkingen. Uitzondering art. 803 en 818 lid 6 Rv: in zaken betreffende personen-
en familierecht en in scheidingszaken geschiedt de behandeling in beginsel met
gesloten deuren. In andere zaken kan de rechter sluiting van de deuren om
gewichtige redenen bevelen (art. 4 RO).
In beginsel hebben partijen recht op mondelinge behandeling van hun zaak. Verzoek
om mondelinge behandeling mag slechts in zeer uitzonderlijke gevallen worden
afgewezen. Beraadslaging en de besluitvorming in de rechterlijke colleges
geschieden in de raadkamer = niet openbaar. Degenen die raadkamer bijwonen, zijn
verplicht het geheim van de raadkamer te bewaren (art. 7 lid 3 RO).
In de praktijk worden vonnissen niet in hun geheel uitgesproken. Met de mededeling
dat het vonnis in een bepaalde zaak is uitgesproken, wordt volstaan. Het vonnis kan
altijd worden ingezien.

Ad 4) Motivering van de beslissing
Art. 121 Gw en art. 5 lid 1 RO: Vonnissen moeten de gronden bevatten waarop zij
rusten.
Art. 30 Rv: Vonnissen, arresten en beschikkingen houden de gronden in waarop zij
rusten, tenzij uit de wet anders voortvloeit. Motiveringsbeginsel hangt samen met en
vloeit voort uit het beginsel van openbaarheid van rechtspraak.
Functies = motivering geeft partijen inzicht in de door de rechter gevolgde
gedachtegang, in de aanvaarding of verwerpen van gronden van eis en verweer, in
de vaststelling c.q. bewezenverklaring van feiten en in de toepassing van
rechtsgronden. Stelt partijen in staat te beslissen bij het vonnis bijv. het instellen van
een rechtsmiddel. Motivering maakt het mogelijk concrete bezwaren (grieven,
middelen) bij een hogere rechter aan te voeren. Motivering stelt de hogere rechter in
staat de juistheid daarvan en van de daarop berustende beslissing te beoordelen.
Door te motiveren geeft de rechter zich rekenschap van de gronden voor zijn
beslissing en is hij verplicht standpunten in te nemen en te formuleren over tussen
partijen gerezen twistvragen. Kwaliteit van de rechtspraak wordt daardoor
bevorderd. Motivering dient niet alleen het belang van partijen, maar ook het
algemeen belang. Met de eis van motivering wordt een goede rechtsbedeling beoogd
en bij niet-naleving geldt een vormverzuim, waardoor vernietiging door de hogere
rechter wordt gerechtvaardigd (art. 121 Gw, artt. 5 lid 1, 79 en 80 Wet RO art. en 230
Rv).
Vonnis bindt alleen partijen en heeft een precedentwerking (= beslissing in verleden
kan gebruikt worden als leidraad).

, Een beroep op het motiveringsbeginsel kan men aantreffen in een grief of een
cassatiemiddel. Wanneer uitspraken niet behoeven te worden gemotiveerd, wordt
het rechtsmiddel cassatie illusoir. Uitzondering op het motiveringsbeginsel is art. 230
lid 2 Rv: een verstekvonnis behoeft niet te worden gemotiveerd. En verlof tot het
leggen van een conservatoir beslag behoeft, als het verlof wordt verleend, hoeft ook
niet te worden gemotiveerd. Ook art. 81 RO bevat een uitzondering. Op grond
hiervan kan de HR sommige cassatieberoepen verwerpen met een verkorte
motivering. HR maakt gebruik van de standaardformule ‘De in het middel
aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81
RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van
rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling’.
Art. 6 EVRM spreekt niet letterlijk over plicht tot motiveren, maar die eis volgt wel uit
de rechtspraak (rechters “must (...) indicate with sufficient clarity the ground on
which they based their decision” en schending van de motiveringsplicht kan “in the
light of the circumstances of the case” schending opleveren van het beginsel van fair
trail, een eerlijk proces).

Ad 5) Partijautonomie/lijdelijkheid van de rechter (art. 21 Rv)
Partijen bepalen of er zal worden geprocedeerd en waarover zal worden
geprocedeerd. Eisende partij bepaalt de inhoud van het geding. Partijen kunnen met
wederzijds goedvinden het proces ook beëindigen. Partijen mogen relevante feiten
niet verzwijgen. Partijen bepalen de grenzen van de rechtsstrijd, maar binnen dat
kader zijn zij verplicht de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar
waarheid aan te voeren (art. 21 Rv).
Beginsel stelt grenzen aan het rechterlijk handelen (= lijdelijkheid van de rechter).
Rechter mag geen uitspraak doen over zaken die niet zijn geëist of meer toewijzen
dan is gevorderd. Hij mag niet verzuimen op enig deel van de eis uitspraak te doen
(art. 23 Rv). Hij mag geen feiten toevoegen aan de door partijen gestelde. Hij
onderzoekt en beslist de zaak op basis van hetgeen partijen aan hun vordering,
verzoek of verweer ten grondslag hebben gelegd, tenzij uit de wet anders bepaalt
(art. 24 Rv).
Niet-betwiste feiten moet hij voor waar aannemen. Hij mag daarvan geen bewijs
verlangen (art. 149 Rv).
Cassatierechter dient zich te bepalen tot de in cassatie aangevoerde middelen (art.
419 lid 1 Rv).
Rechter waakt tegen onredelijke vertraging van de procedure (art. 20 lid 1 Rv). Ziet
toe op een ordelijk verloop van het geding en kan evt. verder uitstel voor het nemen
van conclusies weigeren (art. 133 Rv). Partijen kunnen weigeren om bepaalde
stellingen toe te lichten als daarvoor gewichtige redenen zijn, waarop hij beslist of de
weigering gerechtvaardigd is.
Rechter is bevoegd om ambtshalve aan een partij bewijs op te dragen of om te
bevelen. Als gedaagde niet verschijnt, dan handelt hij overeenkomstig art. 139 Rv of
art. 121 Rv. Hoofdtaak is rechtspreken, daarbij moet hij feiten vaststellen,
ambtshalve de rechtsgronden aanvullen die niet door de partijen zijn aangevoerd
(art. 25 Rv) en beslissen en hij mag geen rechtsregels ambtshalve toepassen in
gevallen van beroep op verjaring of retentierecht.

Ad 6) Onderzoek en beslissing in twee (feitelijke) instanties
Belangrijk element van het stelsel van rechtspleging en rechtsbescherming is de
mogelijkheid voor partijen om de zaak na het proces in eerste instantie voor een
hogere rechter te brengen om deze opnieuw in volle omvang te laten onderzoeken
en berechten. Door hoger beroep kan een partij trachten een voor haar gunstiger
beslissing. Het onderzoek van de rechter in hoger beroep strekt zich ook tot de
feiten. Men spreekt daarom van twee feitelijke instanties en de feitenrechter (rechter
die over de feiten oordeelt), in tegenstelling tot de cassatierechter. In meeste zaken
staat het rechtsmiddel hoger beroep open. In eerste aanleg is naar de rechtbank of
$8.79
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor
Seller avatar
lauravanbeek

Conoce al vendedor

Seller avatar
lauravanbeek Hogeschool van Amsterdam
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
3
Miembro desde
5 año
Número de seguidores
2
Documentos
4
Última venta
3 meses hace

0.0

0 reseñas

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes