Benzodiazepine - BZD
lorazepam
diazepam
alprazolam
⇔ competitive antagonist van benzodiazepine:
Flumazenil
Antischimmel
antimycoticum
Macrolide antibiotica
Erythromycine
Clarithromycine
Azithromycine
Glucocorticoïden
hydrocortison (= cortisol)
Prednisolon
Triamcinolon
Betamethason
Dexamethason
9α-fluorocortisol
Aldosteron
Lithiumzouten
lithiumcarbonaat
Tricyclische antidepressiva (TCA)
Amitriptyline
Nortriptyline
Clomipramine
Imipramine
MAO-inhibitoren (IMAO’s)
Fenelzine
Moclobemide (IMAO-A)
Selegiline
Rasagiline (IMAO-B)
Tweede generatie / atypische antidepressiva
Trazodone
Maprotiline
Mianserine
Mirtazapine
Viloxazine
SSRI’s (Selectieve Serotonine Reuptake Inhibitoren)
Fluoxetine
Fluvoxamine
Paroxetine
Citalopram
Escitalopram
Sertraline
SNRI’s (Serotonine-Noradrenaline Reuptake Inhibitoren)
Venlafaxine
Duloxetine
NARI’s (Noradrenaline Reuptake Inhibitoren)
Reboxetine
NASSA’s (Noradrenerge en Selectief Serotonerge Antidepressiva)
1
, Mirtazapine
Eiwit bindende GM:
fenytoïne
aspirine
fenothiazinen
Opioïden (vb):
Zuivere opioïde agonisten: morfine, codeïne en oxycodon
Partiële agonisten: buprenorfine
Gemengde agonisten-antagonisten: pentazocine
Antagonisten: naloxon, naltrexon, methylnaltrexon
Zwakkere opioïden:
codeïne
Tramadol
Dextromethorfan
Tilidine
Tapentadol
Tetracyclines:
Doxycycline
Chloortetracycline
Minocycline
Quinolonen :
Fluorochinolonen
H2-receptor antagonisten:
Imetidine
Ranitidine
Nizatidine
Protonpompinhibitoren
Omeprazol
Esomeprazol
Lansoprazol
Pantoprazol
Mucosaprotectiva
Misoprostol
Specifieke anti-migraine geneesmiddelen:
Triptanen
Moederkoornalkaloïden (ergotamine)
NSAID:
arylpropionzuurderivaten (Ibuprofen, Naproxen, Dexketoprofen)
arylazijnzuurderivaat: diclofenac, Aceclofenac
Indometacine
DOAC’s:
Rivaroxaban
Apixaban
Dabigatran
Fluorochinolonen:
Ciprofloxacine
Levofloxacine
Aminoglycosiden:
2
, Gentamicine
Amikacine
1ste generatie H1-antihistaminica:
Difenhydramine
Promethazine
Meclozine
Hydroxyzine
Cinnarizine
2ste generatie H1-antihistaminica:
Loratadine
Cetirizine
Ebastine
3ste generatie H1-antihistaminica:
Fexofenadine (van terfenadine)
Desloratadine (van loratadine)
Levocetirizine (enantiomeer van cetirizine)
Vitamine K-antagonist:
Acenocoumarol
HOOFVRAGEN
1) Verschil tss parenterale en enterale anticoagulantia
Enterale anticoagulantia: wordt oraal ingenomen (en enteraal opgenomen). Zoals vitamine K-antagonisten
(coumarines/ warfarine)
Parenterale anticoagulantia: wordt intraveneus of subcutaan toegediend. Zoals heparine, LMWH
Parenteraal Enteraal Enteraal
Wat Heparine, LMWH Vitamine K-antagonisten DOAC/ NOAC (Directe /
= warfarine Nieuwe Orale
Anticoagulantia
Werking Anti-trombine activatie Inactivatie vitamine K- Trombone inhibitor en
reductase factor Xa inhibitor
Farmacokinetiek Niet lineair CYP2C91-afhankelijk Wel transplacentair
Niet transplacentair Wel transplacentair
Farmacodynamiek Direct werking = bindt aan Indirect werking = inhibeert Directe werking =
anti-trombine vitamine K-reductase inhibeert factor Xa of
-Inhibitie trombine en -Geen carboxylatie vd trombine
factor Xa stollingsfactoren -Directe inhibitie
-Verminderde -verminderde stollingsfactoren
stollingsneiging/ stollingsneiging/ hemostase -verminderde stolling/
hemostase hemostase
Effect na begin Komt direct tot stand want Komt traag tot stand, want Komt direct tot stand,
therapie het effect is direct op de actieve stollingsfactoren want het effect is direct
actieve stollingsfactoren moeten eerst nog op de actieve
opgebruikt. Er is enkel een stollingsfactoren
inhibitie vd synthese
Effect na stoppen Niet direct, effect zal nog
therapie enkele dagen aangehouden
tot nieuwe stollingsfactoren
zijn aangemaakt.
1
Enzym
3
, Neveneffecten -Osteoporose bij -Proteïne C en S
langdurig gebruik worden mee
-Overgevoeligheid geïnhibeerd
-Hypoaldosteronisme ( → -Necrose van de huid en
hyperkaliëmie) onderhuid
-Thrombose met -CAVE: interactie (CYP2C9)
trombopenie door
heparine antistoffen
Indicaties Preventie van:
-DVT2 en longembolie
-Thrombo-embolie
(VKF3)
-Thrombose bij
kunstkleppen
Contra-indicaties (mensen die geen Zwangerschap, lactatie,
spuitjes willen zetten) leverproblemen
Antidotum Protamine sulfaat Vitamine K Andexanet alfa &
(tegengif) idarucizumab
2) Waarmee moet je opletten als je erythromycine gebruikt?
Erythromycine is een macrolide antibiotica. Het is een bacteriostatische antibiotica die
bactericide wordt in hoge dosis. Het werkt door te binden aan de 23s rRNA van 50S-subeenheid =>
verhindert vormen van een initiatie-complex, en het verhinderen van de translocatie.
De toediening gebeurt via ofwel
- peroraal enterisch gecoat preparaat
-
intraveneus: Waarvoor opletten: bij intraveneuze toediening, kunnen grote
concentraties worden bereikt. Als gevolg hiervan kunnen er QT-verlengingen
optreden (kan leiden tot trage en onregelmatige hartritmes)
Ook moet men goed opletten als de patiënt ook andere medicatie neemt die via
CYP3A4 wordt afgebroken, want macrolide antibiotica is namelijk een niet-
competitieve inhibitor van het CYP3A4. Dit kan leiden tot een verhoogde biologische
beschikbaarheid van de andere medicatie.
Daarnaast kan macrolide ook passeren doorheen de placenta. (cave zwangerschap!)
Indicatie erthromycine:
1. preventie endocarditis
2. penicilline overgevoeligheid
3) Kan je glucocorticoïden combineren met lithiumzouten?
Opletten bij voorschrijven lithium in combinatie met glucocorticoïde. Therapeutic drug
monitoring nodig, verschillende geneesmiddelen kunnen leiden tot hogere lithium
plasmaspiegels en dus tot intoxicaties.
Neveneffecten van glucocorticoïden kan gebeuren thv elektrolyten:
Natrium en waterretentie mogelijk: hierdoor ontstaat perifeer oedeem, MAAR dit is ook
2
Diepveneuze trombose
3
Voorkamerfibrillatie
4